Bron: Uitkijk | Peter Crombach in item over VVV-wandeling

Werkzaam als stadsgids bij VVV-Heerlen

Zo rond 1984, 1985 kwam de VVV-Heerlen, toen nog een zelfstandige stichting, met een nieuw initiatief: het inzetten van een team stadsgidsen, met als doel de stad en haar bezienswaardigheden te promoten in de meest brede zin van het woord.

Bron: Rijckheyt.nl | Stadswandeling onder leiding van een gids van de VVV. Rechts het beeld van 'der Koehp va Hehle', gemaakt door mevr. Vera Tummers-van Hasselt.
Bron: Rijckheyt.nl | Stadswandeling onder leiding van een gids van de VVV. Rechts het beeld van ‘der Koehp va Hehle’, gemaakt door mevr. Vera Tummers-van Hasselt.

Ik was op dat moment al druk in de weer als ‘natuurgids’ bij het IVN (Instituut Voor Natuureducatie) afdeling Heerlen, na een gedegen ‘gidsenopleiding’. En tijdens mijn natuurwandelingen in bijvoorbeeld het Aambos of Imstenraderbos probeerde ik telkens een compleet beeld te schetsen van het gebied. Dus naast de flora en fauna ook aandacht voor het cultuurhistorische aspect.

Toen ik hoorde van het initiatief van de VVV heb ik meteen gereageerd. Met mijn ervaring en enthousiasme als (natuur)gids maar tegelijk mijn passie voor (plaatselijke) geschiedenis wist ik dat dit prima zou aansluiten bij mijn affiniteit en interesse. En zo werd er een team stadsgidsen samengesteld, die regelmatig ingezet konden worden. Een gastheer/gastvrouw in de meest brede zin van het woord, als gids en vraagbaak tijdens wandelingen en bustochten. Waarvan ik er één was.

Avonturen
Het bijzondere was natuurlijk dat Heerlen tot dan geen echte traditie had met het inzetten van stadsgidsen. Dit betekende voor alle betrokkenen pionieren en oriënteren op menig gebied. Maar gelukkig bood de VVV ook de gidsen van meet af aan de ruimte en de kans, om mee te denken om zo samen vorm te geven aan deze dienstverlening. Het eerste aanbod bestond uit een rondleiding in het Thermenmuseum, een stadswandeling (of een combinatie van deze twee) en een rondleiding in Kasteel Hoensbroek. Stilaan begon het publiek van deze rondleidingen gebruik te maken en kreeg het begrip ‘VVV stadsgids’ meer bekendheid. Als gids kregen we een gedegen opleiding en training. De informatie werd overgebracht door deskundigen op de locaties waar de rondleidingen plaats vonden. Met vaak een extra kijkje ‘achter de schermen’. Waardoor het al snel als een voorrecht voelde om je als stadsgids in te zetten, en letterlijk en figuurlijk het visitekaartje te zijn van je stad.

Bron: Uitkijk | Peter Crombach in item over VVV-wandeling
Bron: Uitkijk | Peter Crombach in item over VVV-wandeling

“Wat is dáár dan te zien?”
In 1986 werd de eerste ‘openbare’ stadswandeling georganiseerd. In grote lijnen bestond een stadswandeling in Heerlen uit een (kort) bezoek aan het Thermenmuseum om vervolgens, via het raadhuis en Geleenstraat richting Pancratiuskerk te gaan. Naast een rondleiding in de kerk werd er ook een kijkje genomen in de Schelmentoren. Contactpersoon tussen bezoeker en stadsgids was VVV informatrice Elly van Keulen. Door goed te luisteren naar de wensen van ‘de klant’ zorgde zij ervoor dat de juiste stadsgids bij de juiste groep terechtkwam. Natuurlijk werd er vaak met de nodige scepsis gereageerd wanneer ik mensen vertelde dat ik actief was als stadsgids bij de VVV in Heerlen. ‘Wat is dáár dan te zien?’ was een veelgehoorde reactie. Nou, er was, en er ís nog steeds veel te zien en te beleven in Heerlen, zowel op architectonisch als cultuur historisch gebied. Al is het eerlijk gezegd af en toe wél even zoeken. Een mooie taak dus, voor de stadsgids.

In 1987 werd gestart met een vervolgopleiding van de stadsgidsen. Deze opleiding droeg de titel ‘van zwart naar groen’ en omvatte informatie over de reconstructie/sanering van de mijnterreinen. In dit kader werden de stadsgidsen op de hoogte gebracht van de jongste situatie bij de Schacht Nulland (Kerkrade) en Oranje-Nassaumijn I, de Draf- en Renbaan (Landgraaf), de Golfbaan (Brunssum), het Mijnmuseum Kerkrade en de Abdij Rolduc. Ook was er aandacht voor de bijzondere architectuur van diverse mijnkoloniën, zoals Leenhof (Heerlen) en De Hopel (Kerkrade).

‘Overheden’ die eens met eigen ogen wilden zien hoe wij de zaken hier na de mijnsluitingen hadden aangepakt
Een en ander vormde de basis van een nieuwe bustocht en/of dagtocht, waarvoor belangstelling vanuit het hele land en het buitenland werd verwacht. Het lesmateriaal bestond uit lezingen op locatie, de brochure ‘een nieuw begin’ waarin een en ander nog verder werd toegelicht en het diaklankbeeld ‘van zwart naar groen’ waarin alles nog eens visueel op een rijtje werd gezet. De belangstelling voor deze bustocht kwam vooral uit gebieden in het buitenland die zich in een soortgelijke situatie bevonden. ‘Overheden’ die eens met eigen ogen wilden zien hoe wij de zaken hier na de mijnsluitingen hadden aangepakt. Maar het ‘gewone publiek’ toonde maar mondjesmaat interesse.

Bron: Rijckheyt.nl | Thermenmuseum/Stadsarchief.
Bron: Rijckheyt.nl | Thermenmuseum/Stadsarchief.

Gids zijn betekent boven alles communiceren en ‘bij blijven’
In het streven om een zo breed mogelijk publiek aan te spreken werd er tevens een ‘Kastelenroute’ ontwikkeld. Per bus ging het dan langs de diverse kastelen in Heerlen en directe omgeving. In de bus werd dan verteld over de historie en ontwikkeling van de kastelen, en tijdens diverse stops werd een en ander meer tastbaar en aanschouwelijk gemaakt. Wat rondleidingen betreft bleef het Thermenmuseum echter de onbetwiste favoriet. Vooral voor scholen uit binnen- en buitenland die, als onderdeel van hun lesprogramma, een bezoek aan het museum brachten. Gids zijn betekent boven alles communiceren en ‘bij blijven’. Dus las ik álles wat ‘los en vast’ zat over de Romeinse geschiedenis in het algemeen en ‘Coriovallum’ in het bijzonder. Lagen catalogi van de wisselende exposities letterlijk op mijn nachtkastje. En was er vaak, als ik toch moest wachten op de groep, even tijd voor een onderonsje met de échte deskundigen, het personeel van het Thermenmuseum. Zo werd elke rondleiding een welhaast persoonlijke beleving en werd het mij gaandeweg bij elke groep meer en meer duidelijk, welke insteek van het verhaal maar ook welke benadering het best bij een groep past. Mede door het grote aantal anderstalige rondleidingen heb ik in die tijd wel geleerd om vreemde talen te dúrven spreken. En dan maakt een foutje echt niet uit. Hoewel ik het altijd zo perfect mogelijk wou hebben.

Mijn jarenlange inzet en betrokkenheid als stadsgids heeft me een schat aan ervaring opgeleverd op velerlei gebied. Ik voel me in ieder geval nog steeds thuis in verhalen die al ‘eeuwen lang’ verteld worden. Die verhalen staan niet in steen gebeiteld. Nu ik erop terug kijk is het alsof de inkt waarmee ze geschreven zijn, nog nat is.

Peter

Mijn naam is Peter Crombach, ik ben werkzaam in de gezondheidszorg én als ‘trouwambtenaar’ bij de gemeente Voerendaal, maar daarnaast, al zo’n 25 jaar, actief als dichter/tekstschrijver. Het ‘schrijven’, in de meest brede zin van het woord, loopt als een rode draad door mijn leven. Aanvankelijk lag de nadruk vooral op het schrijven van poëzie, maar de laatste tijd meer en meer op het vlak van ‘verhalen’ en ‘artikelen’, en waar mogelijk een combinatie.

Met betrekking tot Heerlen: ik ben ‘op de Heerlerbaan’ geboren (in 1960) en heb daar 38 jaar gewoond. Natuurlijk heb ik heel wat herinneringen aan Heerlen in het algemeen en ‘de Heerlerbaan’ in het bijzonder. In mijn dichtbundel ‘Is dit nu later’ heb ik diverse jeugdherinneringen al op poëtische manier verwoord, maar langzaamaan heb ik meer en meer de behoefte én zin om een en ander ‘om te zetten’ in verhalen.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.