De NIEUWE NOR, tot een aantal jaren geleden simpelweg de “Nor” genaamd, gaat al meer dan 40 jaar mee. Ooit opgezet en bedacht door een stel Heerlense studenten die in Aken studeerden en een plek misten zoals Paradiso en de Melweg in Amsterdam zoals die zich in die tijd ontwikkelden, heeft roerige tijden meegemaakt. Het is bij tegenslagen echter altijd weer opgekrabbeld en staat ondertussen ook stevig geworteld in de Heerlense samenleving. Zeker met de komst van de huidige directeur Joery Wilbers in 2006, die een nieuwe weg insloeg met het poppodium en het dan ook omdoopte tot poppodium NIEUWE NOR.
Toch kampt de Nieuwe Nor al sinds haar beginjaren met het beeld (of stigma – zoals u wilt) dat het een( té) alternatieve plek is. Een ironische maar tevens treffende anekdote blijft dan ook de herinnering van Joery toen hij buiten voor het pand stond en een meisje aan haar vriendin hoorde vragen wat dit eigenlijk voor tent was? Het antwoord: “Tja, dit is echt zo’n gothic-hol!”.
Joery moet er haast mee lachen als hij de anekdote vertelt, maar realiseert zich daardoor wel dat de NIEUWE NOR zo (tenminste bij bepaalde doelgroepen) te boek staat. “Als die mensen dan vervolgens eens hier zijn geweest, komen ze er achter dat we helemaal niet zo alternatief zijn”, vertelt Joery. Zodoende dat we ook breed blijven programmeren. Het alternatieve beeld zit echter – net als het poppodium zelf –al diep geworteld in de beginperiode. Hoog tijd om de geschiedenis van de Nor eens erbij te nemen. Hoewel Joery pas járen na de oprichting van de Nor directeur zou worden, weet hij genoeg over de geschiedenis te vertellen en was dan ook zo vriendelijk ons mee te nemen naar de beginjaren.
De oprichting
In 1969 werd Stichting de Nor opgericht door studenten uit Aken. De problemen kwamen overigens al snel toen bleek dat er onenigheid was over de invulling van de studentensociëteit die het toen der tijd was. Het ene deel (studenten) wilde vooral een studentenclub blijven. Wat praten, wat drinken, en ‘that’s it’. En aan de andere kant waren er de vrijdenkers, de jonge creatieven die in navolging van allerlei nieuwe initiatieven in die tijd, denk aan Paradiso en de Melkweg in Amsterdam van de Nor een gelijkaardige plek wilden maken. Een open podium moest het zijn waarop Muziek, literatuuur, beeldende kunst en discussie een plek vonden. Het moest een open karakter en een ontmoetingsfunctie hebben. Daar was dus onenigheid over. Er werd actie gevoerd, en een splinterbeweging heeft toen een eigen stichting opgericht. De strijd werd gewonnen van de ‘studenten’ en aan de Geerstraat werden toen de deuren van de Nor geopend. Een tegenslag was er alweer snel toen het pand vanwege afbraakplannen van de gemeente moest worden verlaten.
Vervolgens werd er verhuisd naar een locatie die iets verder in de Geerstraat lag (wat nu tegenover de huidige ANWB zou zijn geweest). Daar is het in feite geworden wat het is (of wat het was, indien we ons beperken tot de voormalige “Nor”). In 1993 moest men ook uit dat pand, aangezien het wederom werd gesloopt (dit keer in het kader van stadsvernieuwing).
Op straat
Daar sta je dan met je poppodium. Er was geen vervangende ruimte, dus de Nor kwam – letterlijk – ‘op straat te staan’. “In die overbruggingssituatie is het ‘Nor op Straatfestival’ ontstaan”, zo weet Joery te vertellen, terwijl we ons samen met hem in het café van de Nieuwe Nor gezeteld hebben. Was er destijds dan wel uitzicht op iets nieuws, vroegen wij ons af? “Nou er heerste veel onzekerheid”. Na de sluiting werd er gezocht naar een vervangende ruimte, maar die pogingen liepen steeds weer vast. Er was zelfs sprake van een mogelijk onderkomen in het Glaspaleis. Maar ook andere locaties werden onderzocht.
Van de panden die in aanmerking kwamen bleek de oude IJzerwarenhandel Schmitz aan de Pancratiusstraat het meest interessant. Echter: in dat pand zaten destijds krakers. “Goeie gasten, ze zouden er goed bij passen”, grapt Joery, “maar die woonden daar nou eenmaal”. Uiteindelijk zijn de krakers toch verwijderd en de bereidheid van de gemeente om mee te werken (in financieel opzicht) heeft wel de doorslag gevormd voor het behoud van de Nor. Joery: “Het gaat uiteindelijk altijd om het doorzettingsvermogen van de club die iets wil, maar tegelijkertijd ook om politieke wil. Er is, zo is mijn voorzichtige inschatting, lange tijd een politieke stroming geweest die niet zoveel in de Nor zag. Uiteindelijk is het aan toenmalig cultuur wethouder Rene Seijben te danken dat die politieke wil er alsnog kwam en de Nor een nieuwe plek kreeg.
Het pand werd voor vier ton (in guldens, weliswaar) verbouwd. “Daar kon het hoognodige van gerenoveerd worden, maar voor veel overige wensen was dat bedrag ontoereikend”, aldus Joery. Het pand van voormalig constructiewerkplaats Schmitz stamt uit begin vorige eeuw. Er was toen een winkel op begane grond. Daarachter lag de echte werkplaats. “Er zat dus nog niks in het gebouw. “Leidingen moesten gelegd worden, een vetput voor de keuken moest gemaakt worden, isolatie wanden moesten aangebracht worden, et cetera. Je kon het je zo gek niet bedenken of het moest nog gedaan worden.”
Ja, het moet volgens Joery echt een ‘hell of a job’ zijn geweest. De gemeente heeft bijgedragen, maar de (Nieuwe) Nor zelf is jaarlijks nog altijd een lening bij Nederlandsche Bank aan het aflossen. “Met vereende krachten is hier de Nor uit de grond gestampt en is de boel opgebouwd. Daarom is iedereen hier ( en vele medewerkers en vrijwilligers van vroeger) nog steeds erg trots op. Vrijwilligers hebben hart en ziel in de Nor gestopt”.
Geluidsproblemen
Na een relatief rustige, en goed lopen periode van ongeveer een jaar of 2 bleven ook op de nieuwe locatie de problemen niet uit. Het pand naast de Nor, waar tot dat moment geen bewoning plaatsvond, werd opgeknapt en als appartementencomplex in de markt gezet. Het duurde niet lang of de eerste klachten betreffende geluidsoverlast vielen op de deurmat. De Nor bleek op dezelfde fundering te staan als het buurpand. “Toen is het opeens dramatisch slecht gegaan met de Nor”.
In die periode (1998-1999) gebeurde veel ‘live-dingen’. “In de eerste anderhalf jaar ging het hier (in het huidige pand, red.) fantastisch. Er waren heel veel activiteiten met een heel behoorlijk bezoekersaantal en een goede omzet aan de bar. Maar uiteindelijk liep dat vanwege het geluidslek en de beperkingen voor het organiseren van activiteiten daardoor zienderogen af. En dan is het heel simpel: als je hier geen activiteiten kan organiseren, dan komt er minder publiek, en zijn er minder inkomsten”.
De val van de “oude” Nor
Het tij werd aanvankelijk gekeerd door de inzet van het eetcafé, als een soort van alternatief. Hierdoor bleef de betrokkenheid van vrijwilligers en bezoekers intact en behield de Nor tegelijkertijd een bron van inkomsten. Maar uiteindelijk liep het bezoek van het eetcafé steeds verder terug. Een lichtje aan de horizon verscheen in de vorm van de bereidheid van de gemeente te willen investeren in een poppodium in Heerlen en wel achter het bestaande pand van Nor. Hiervoor had het bestuur van de Nor in de tussentijd altijd geknokt. “Maar goed”, zegt Joery, “al die vrijwilligers waren het ondertussen al lang zat: Wanneer komt dat nou poppodium nou, wanneer kunnen we beginnen?”
Op enig moment, voorjaar 2006, toen het echt helemaal niet meer ging is het tot een botsing gekomen binnen de vrijwilligersgroep. Zij waren duidelijk: “we willen ook weten waar we aan toe zijn!” Het bestuur heeft daar toen gehoor aan gegeven en besloten om er op deze manier mee te stoppen. “Een streep eronder”. Er werd gebouwd aan een nieuwe organisatie en aan de opening van een nieuwe zaal. Dat is toen ook gebeurd en de geplande doorstart kwam er.
Voor de vele vrijwilligers is dat toen erg frustrerend geweest. Velen van hen vonden dat ze miskend waren en hadden geen vertrouwen meer in de gang van zaken, zoals die tot dan waren gelopen. Desondanks zijn enkele vrijwilligers (zo’n 7) gebleven en werken nog altijd in de NIEUWE NOR. Het geeft Joery naar eigen zeggen een trots gevoel, omdat ondanks dat de Nor een andere weg is ingeslagen, er toch ook onder de oude garde een gevoel van herkenbaarheid en tevredenheid is in de nieuwe opzet en organisatie.
Vervolg
Lees ook deel 2 van het artikel: “Hoe de Nor een vernieuwende Nor werd“
Wicked! Prachtig weer met die ouderwetse fotootjes!
Keep on the goo work!
Goede ochtend,
In de voorbij jaren is weer een wijziging in bestuur, bezetting EN huisvesting gaande.
Inmiddels is sinds een hele tijd Johan de Niet directeur van de Nieuwe Nor en liggen er grootse plannen waar men mee gestart is.
Misschien is het een top om Johan eens te benaderen voor een update voor deze pagina .
Komt er ook nog een verhaal over Le Baroq, Femina Shangri-La enz. Heerlen was meer dan de Nor alleen!
Hallo Bert,
Ruim een half jaar geleden liet je een bericht achter op heerlenvertelt.nl. Ik weet niet hoe oud je bent, maar mischien vind je het leuk de foto’s die op de meegestuurde link van de website staan te bekijken. Allemaal genomen in de Shangri-La, jaren 70.
Groet,
Elisabeth
Bert, wat let je om zelf een verhaal te tikken?
Natuurlijk was Heerlen meer dan de Nor. De Nor is juist ontstaan uit onvrede wat er verder in Heerlen mogelijk was. Ik ben bij de oprichtingsvergaderingen en eerste locatie actief betrokken geweest en weet dat we juist de consumptiedwang en de commercie in andere café’s wilden ontlopen. In de Nor, aanvankelijk Geerstraat 67, kon je ook een hele zondagmiddag of avond verblijven zonder iets te drinken. De Nor was aanvankelijk zelfs enigszins illegaal. In het eerste jaar moest je bij binnenkomst je naam in een dik schrift schrijven om zo de indruk te wekken dat het een besloten club was. In werkelijkheid was iedereen welkom en hoefden we geen winst te maken. Een barman kreeg een tientje per avond (van 8 uur ’s avonds tot soms 4 uur ’s morgens!), de huur (1000 gulden per jaar aan de gemeente) en de drank moesten ingekocht worden. De bar hadden we zelf gemetseld, maar de aftandse koeling en het eveneens nogal versleten, meubilair krégen we van Boesten, de drankleverancier. De sigaartjes en sigaretten kochten we bij de buurvrouw die een tabakswinkeltje dreef, om ook haar te vriend te houden. Elke avond werd de caféruimte schoongeveegd door de barman en eens in de week kwam de zus van een van ons de hele zaak dweilen.
Af en toe hadden we life-muziek bv Rampanoo en op kerstavond (wij waren wèl open!) draaiden we Boudewijn-de-Groot’s “Bij nacht en Ontij”. Meestal draaiden we gevarieerd en enigszins alternatief. De top40 werd er nauwelijks gehoord. Van Simon en Garfunkel tot Stones of het 17 minuten lange In-A-Gadda-Da-Vida van Iron Butterfly. Er waren ook wel eens wat dwaze literaire avonden waarin we vooral konden lachen omdat het er meestal een beetje de draak met de grote-mensen-werleld gestoken werd. Erg trots zijn we geweest op het zondagmiddagse KKD. Dan draaiden we klassieke muziek en begonnen we met koffie. (Klassiek Koffie Drinken)
In de ruimte stond een grote oliekachel waar je in de winter niet naast kon zitten, maar waar je ook niet te ver vandaan wilde zijn. Die kachel heeft een keer voor een bijna-brand gezorgd. Gelukkig was de hele ruimte ‘slechts’ bedekt met een vette laag roet en heeft het drie maanden gekost voordat we weer open konden gaan.
Het hele gebouw was behoorlijk groot, maar wij hadden de meest geschikte ruimtes op de eerste verdieping helemaal achterin tot caféruimte verbouwd. Voor ventilatie was een luik in het plafond behoorlijk effectief. Een Dik gordijn voorkwam de ergste tocht vanuit het trappenhuis.
Dit is uit het echte begin van de Nor. Nostalgie, en alleen al daarom fantastisch.
Bedankt voor dit artikel. Ik kwam al 15-17 jarige veel in de allereerste Nor. Mooie tijd, een pilsje kostte toen 50-75 cent, je kon bij de bar één sigaartje kopen. Leuk als Jesse de Haas binnen kwam lopen en piano ging spelen. Herinner me ook dat de film Animal Farm vertoond werd.
Is de Nor niet eerst begonnen aan de Akerstraat? In het oude politiebureau? Dat staat mij in ieder geval bij. De naam De Nor een naam verzonnen vanwege het feit dat men in het politiebureau zat.
Heb daar nog achter de teek geholpen.
De Nor is gestart in de Geerstraat met als belangrijkste doelgroep studenten die in Aken studeerden.
In het politiebureau aan de Akerstraat is gedurende korte tijd het jongerencentrum De LIK geweest, gestart op initiatef van het Centrum voor Jeugdservice annex Raad voor jeugd en Jongeren. Dit centrum was gericht op jongeren tot 17/18 jaar. Ook dit centrum is tenonder gegaan aan de sloopdriften van de stad Heerlen.
Ik heb ca. 16 jaar als vrijwilliger in de Oude Nor gewerkt (met heel veel plezier), je hebt helemaal gelijk dat de naam ontstaan is vanwege het oude politiebureau, ik ben destijds in contact met de Oude Nor gekomen door Paul (een van de oprichters), hij gaf destijds een opfris-cursus rekenen (wat verplicht was vanuit de SD) in Eikenderveld, nadat de les klaar was, ben ik met hem naar de Oude Nor gegaan om eentje gaan drinken en vanaf die tijd ben ik daar altijd blijven komen en hielp daar mee. Ik ben er uiteindelijk tot dat het poppodium klaar was gestopt. Dat poppodium moest er komen zodat de gemeente er een vinger in de pap had want de Oude Nor was gewoon een doorn in het oog van de gemeente, en niet anders.
ja dat klopt ik heb mij altijd prettig gevoeld vanaf de geertstraat. ben met mijn vrouw vanaf mijn 40 tot ongeveer 58 jaar gekomen, toen al bij schmitz. daarna werd het hopeloos, alles rare muziek. ik loop nu tegen de 65 jaar kom uit kerkrade en ik hoop dat de oude nor weer herleeft. gr frits.
Ja, le Barocq…. ik zat toen op het Claracollege (toen was het nog enkel een meisjesschool) en vanuit de directie werd ons verboden bij Le Baroq te komen. Als we daar werden gezien konden we van school gestuurd worden. Bij ons in de klas zaten er een paar die er stiekem heengingen. Ik zie nog dat pand voor me. Spannend, wat zou daar gebeuren??
Le Barock, daar gebeurde “het” En wat dat “het” was, weet ik nu nog niet (of het zou de “verdovende drugs” moeten zijn, waarvan ik niet wist hoe dat er uit zou zien). Ik weet wel dat ik er regelmatig kwam in mijn middelbare schooltijd, wel of niet met mijn zus. Lekkere muziek uit de jukebox zoals 0 ye como va, verbasterd naar ojé daar komt mijn vader. En natuurlijk “Brown sugar”van de Rolling Stones. Leuke ontspannen sfeer en veel gelachen bij een betaalbaar colaatje.
Leida,
Lees mijn reactie hierboven bij Bert/Elisabeth.