Anno 2010 wonend in Apeldoorn kijkt Bert Nijkamp terug op twintig Heerlense jaren. In 1941 werd Bert geboren in de Vroedvrouwenschool aan de Heerlerbaan, waarna twintig jaar van jeugdig kattenkwaad, veel plezier en vele gelopen kilometers zouden volgen.
In november 1941 werd ik in de Vroedvrouwenschool op de Heerlerbaan geboren, een “oorlogskind” dus alhoewel ik me van die oorlog nog maar weinig kan herinneren. Na een paar weken mocht ik samen met mijn moeder naar het huis wat mijn ouderlijke woning zou worden. Deze was aan de Frans Halsstraat nr. 7, destijds de meest noordelijke straat van oud-Meezenbroek. De Govert Flinckstraat bestond nog niet evenals de flats, die inmiddels gesloopt zijn of worden. Achter onze rij huizen was een pad, waardoor je achterom kon komen. Dan een reep grond van ongeveer 10 meter breed die in gebruik was als groentetuin van de familie Reusink. Iets opzij waren enkele schuren en een paardenstal van die familie, die een kolenhandel dreef. Achter de tuin en opstallen lag een weiland tot tegen Palemig aan. Naar rechts liep het weiland tot aan de Slotweg, toen een grindweggetje van “Boerenslot” naar het Kapelletje in Palemig. Naar links eindigde het weiland bij de vuilnisbelt waar ik menig uurtje spelend heb doorgebracht en ook eens voorover in een prutsloot ben gevallen toen ik iets wilde pakken waar ik niet bij kon. Ik heb er geen nadelige gevolgen aan overgehouden.
Tegen Palemig aan was een moerassige gebied, bezijden het “Vissebeekje”, zoals wij de Palemigerbeek noemden. In dat moeras hebben wij eens een ondergrondse hut proberen te bouwen, maar onze kennis van waterstaatkunde was niet voldoende. Daar kwamen we de volgende dag dus achter!
Op ongeveer 4-jarige leeftijd ging ik naar de kleuterschool. Dat was de Chr. Fröbelschool aan het Schandelerboord tegenover de H. Hartkerk. Meestal liep ik erheen via de Tooropstraat, aan het eind ervan de Kasteellaan oversteken om dan schuin rechts de Groen van Prinstererstraat in te gaan. Daar waar deze op de Baron Mackaystraat uitkwam, ging het verder over het pad met de bruggetjes. Eerst dat over de Caumerbeek (door ons ook wel Köttelebeek genoemd) en dan de brug over de Meezenbroekervijver.
Na de Dr. de Visserschool te zijn gepasseerd kwam ik dan te bestemder plekke waar hoofdleidster, juffrouw Liefaart, zich met haar hulpen over ons, Meezenbroekse kleuters, ontfermde. Een enkele keer ging ik er rijdend heen op mijn step die mijn vader in elkaar geknutseld had. Het was beslist geen super-de-luxe vervoermiddel want in de jaren direct na de oorlog was er weinig te krijgen. Zodoende had mijn step een heel smal voorwiel en geen rem. Toen ik eens op weg was naar de kleuterschool brak een bout van het voorwiel waardoor ik uit de koers raakte en tegen een lantaarnpaal botste. De step total-loss, ik een buil op m’n hoofd maar geen verder letsel.
Ja, en toen kwam de tijd dat ik naar “de grote school” moest. Nu was een huisvriend van ons, J.Q. Borgwatt, hoofd van de Nutsschool aan de Oliemolenstraat. Dus naar die school wilde ik. Dat het een verrekt eind lopen was, vond ik niet erg. Wij liepen destijds wel meer lange afstanden. Soms liep ik alleen, soms met een klasgenootje zoals Greetje de Wever die aan de Meezenbroekerweg woonde en eigenlijk Mirjam heette. Ze was van Joodse afkomst en een pleegdochter van de familie De Wever. Toen besefte je niet hoe dat in elkaar stak. Als wij van school naar huis terugliepen dan gingen we meestal via de Akerstraat, waar de tram naar of van Kerkrade/De Locht ook reed. Jazeker….in Heerlen hebben trams gereden! Om in de Gasthuisstraat te komen moest de tram een scherpe bocht naar rechts maken, waarvoor bij het toenmalige “Wonder van Heerlen” een wissel lag. Met veel herrie en snerpende stalen wielen kwam de tram dan de bocht door op weg naar het toenmalige station. De trams waren van de LTM. Er is gelukkig nog één tramstel bewaard gebleven dat zich momenteel bij de ZLSM in Simpelveld bevindt. Maar we liepen ook wel over het Groene Boord terug naar huis. Die eindigde toen op de Gasthuisstraat, vlakbij het Sanatorium. Vandaar liep een pad naar de tunnel aan de Klompstraat. Naast dat pad stroomde de Caumerbeek waarin ik eens ben gevallen toen ik er een steen in wilde gooien en mijn evenwicht verloor. Nadat ik eindelijk thuiskwam, werd ik meteen naar bed gestuurd. Toen begreep ik dat niet!
Die tunnel aan de Klompstraat had toentertijd een heel andere vorm, het was een smalle boogvormige onderdoorgang. Vaag herinner ik me dat op dat punt rechtsaf de Schaesbergerweg begon en rechtdoor een zandweg waaraan een woonwagenkamp lag. Eind jaren ’40, begin ’50 zijn de vier witte flats aan de Spoortsingel gebouwd. Voor zover mij bekend waren het de eerste flatwoningen van Heerlen. Kennissen van ons, de familie Planjer, hebben er o.a. gewoond.
Meneer Borgwatt, die aan de Burg. Waszinkstraat woonde, ging in 1951 met pensioen en datzelfde jaar verruilde ik de Nutsschool voor de Neutrale Volksschool aan de Kasteellaan in Meezenbroek, waar meester Blauw toen hoofd was. Nadat deze naar Amerika emigreerde, werd meester Haak de hoofdmeester. Ondanks dat deze school heel wat dichter bij huis was, werd ook vandaar bijna alles lopend gedaan. Zoals eens in de zoveel tijd naar het Badhuis aan de Kapelaan Berixstraat, waar we gingen douchen (een eigen douche hadden de meeste gezinnen toen niet). Of schoolzwemmen in het Sportfondsenbad (Spat-bordenfonds noemden wij dat ook wel) aan de Valkenburgerweg. We liepen dan in een lange rij door de spoortunnel bij de ON-I waar het zo lekker galmde als je daar schreeuwde. Mocht natuurlijk niet, maar er mocht wel meer niet. Zoals spelen bij de kasteelruïne van “Boerenslot”, dat eigenlijk Kasteel Schaesberg heette, waar instortingsgevaar was.
Als ik nu alleen al bedenk aan waarheen wij toen liepen, word ik al moe. Wij gingen toen gewoon(!) te voet via “het kleine mijntje” (ON-IV) naar de Heksenberg en verder naar de Rodebeek, maar ook naar het Kapellerbos en het Aambos. En nu? Ik ben maar wat blij dat er een auto voor de deur staat.
In 1956 zat mijn lagere schooltijd er op en ging ik werken als leerling kok. Eerst vanaf september ’56 tot 31 dec. 1957 in Brasserie La Normandie, aan de Spoorweglaan te Maastricht, daarna van 1 jan. 1958 tot 31 dec. 1959 in Hotel Ons Thuis, aan de Parallelweg te Heerlen (zie ook het verhaal “Werkzaam als leerling-kok in Hotel “Ons Thuis”) . En van 1 jan. 1960 tot plm. april 1960 bij Hotel De Prins in Sittard, waar een eind kwam aan mijn loopbaan in de horeca. Ik heb daarna nog zo’n half jaar gewerkt bij de Albert Heijn aan de Kerkstraat in Brunssum totdat ik in december mijn militaire dienstplicht moest gaan vervullen. In militaire dienst ben ik toch weer als kok, in de onderofficiersmess van Legerplaats Oirschot, werkzaam geweest. In 1961 zijn wij naar Apeldoorn verhuisd en hebben godzijdank de teloorgang van de Limburgse mijnindustrie niet zelf mee gemaakt.
Augustus 1962 ben ik als soldaat eerste klas afgezwaaid en daarna een heel andere richting op gegaan: technische administratie, eerst ruim drie jaar bij een constructiebedrijf en vanaf januari 1966 als burgerambtenaar bij een eenheid van de Technische Dienst van Defensie. Halverwege 2000 ben ik met vervroegd pensioen gegaan en ben nu al bijna 50 jaar uit Heerlen weg. Maar die twintig Heerlense jaren staan in mijn herinnering gegrift en ik koester ze. Net zoals veel van mijn leeftijdgenoten dat doen (o.a. Henk Dammer). Bovendien ken ik mijn geboortegrond nu veel beter dan toen ik er woonde.
Maar op m’n oude dag terugkeren naar mijn roots? Nee…..er is teveel veranderd!
Wat leuk, het spatbordenfonds!! Wij noemden het altijd het Sportbatsenfonds.
Fantastisch om tijdens het lezen van dit verhaal te merken
dat de herinneringen weer boven komen. Ook ik woonde in Meezenbroek en zat op de kleuterschool en op De Neutrale Volksschool. Een geweldige tijd!!!! Bedankt Bert!
Leuk verhaal Bert!
Redactie ‘een Kwartslag’ (Piet)
het orgaan van het Apeldoorns Chr. Mannenkoor.
Mijn opa JQ heetee Borgwat met 1 t zoals ik.
Mooi verhaal en goede sfeerschets.
groet
Rijn Borgwat
Dankzij Heerlen Vertelt heb ik contact gekregen met een kleinzoon van J.Q. Borgwat die Hoofd was van de Nutsschool aan de Oliemolenstraat. Ik zat op die school van 1948 tot 1951, waarna ik naar de Neutrale Volksschool in Meezenbroek gegaan ben. Ik herinner me Juffr. Muilwijk, een kreng van een onderwijzeres die gemeen met een liniaal kon slaan. Gymnastiek kregen we van meester Piroen die de oefeningen begeleidde op de piano. Piroen is later onderwijzer geworden op de NVS
Ik, bouwjaar 45, ging van de Neutrale Volksschool (al lang geleden afgebroken) naar de Nutsschool, destijds met Siem de Korte als schoolhoofd en meneer Schurgers als ‘adjudant’.
Was dat ‘liniaal-kreng’ op de NVS (“Rooie school” in de volksmond)niet juffrouw VREESwijk…..?
Na ruim 60 jaar ben ik dit nachtmerry-mens nog niet vergeten…… :o)
Het wordt moeilijk om niet te reageren, bedankt allemaal voor de leuke verhalen die ook over mijn jeugd vertellen.
Omdat we eerst in Heerlen woonden,precies waar nu de passage uitkomt tegenover de schouwburg, zat ik ook op de Nutsschool. Maar veel van mn jeugd bracht ik toen al in Meezenbroek door. Mijn Opa,s en Oma,s alsmede verschillende ooms,tantes,neefjes en nichtjes woonde daar. Ongeveer met mn 12e levensjaar kregen we een woning toegewezen van de “Glueck Auf” mits mn vader daar ging werken.Dat werd de Marisstraat.
Mn zus en broer hebben wel op de NVS grezeten en een paar jaar geleden ook de reunie meegemaakt. Bij het bekijken van nde foto,s kwam ik ook al veel bekende namen en ook gezichten tegen.
Op de Nutsschool werd Dhr de Korte hoofdonderwijzer na Dhr Borgwat. Juffrouw Muylwijck kon behalve met de liniaal op je uitgestoken hand slaan, ook heel gemeen je oor omdraaien, het kreng !
En meester Piroen was gewoon een fijne meester. Ook herinner ik me een jonge onderwijzer, meester Boegoms (hoe je het schrijft weet ik niet, zo was de uitspraak) Ik heb bij ieder in de klas gezeten, behalve bij laatstgenoemde. Weet nog wel dat de meisjes uit de 5e en 6e klas hem een stuk vonden.
Oh ja, Mirjam de Wever vond ik toen zoooo mooi, was ik stiekum schooljongensverliefd op. Haha.
Mocht iemand een aanvulling nodig hebben in haar of zijn verhaal over de jaren 50 tot 70 in Heerlen/Meezenbroek help ik graag door nog eens diep terug te denken aan deze fijne jaren.
Bij het lezen van de stukjes van Bert en Ben komen ook bij mij herinneringen boven aan mijn lagere schooltijd op de Nutsschool. Mirjam de Wever was een vriendinnetje van mij, mijn vader bracht mij regelmatig vanuit onze winkel in de stationsstraat naar haar huis. Zover ik weet is Mirjam later naar Israël vertrokken. Ook ik kreeg klappen met een lineaal van een juffrouw (muylwijck ?) omdat ik links schreef, wel met het resultaat dat ik nu rechts schrijf.
Omdat ik de eerste klas van de Nutsschool overgeslagen heb , had ik moeite met lezen en meester Piroen heeft mij thuis bijles gegeven .
Die juffrouw Muilwijk was niet alleen een heks, ze zag er ook zo uit. Een tijdje geleden zag ik ergens (waar weet ik niet meer) een foto van dat kreng en het beeld klopte met mijn herinnering. Dat misdadige rotwijf hadden ze moeten opsluiten!
ook ik heb op de nuts school gezeten en ja bij juffrouw Muilwijk .Ze kon je ook bij je kin pakken en dat heel hard omhoog trekken .Deed zeer .Maar ze was ook een goede handwerk juf .Ik heb van haar een hoop geleerd opdat gebied .Zoals breien en borduren ,haken ook .Ze was daar heel streng in .Een foutje en alles werd uit gehaald .
De korte was het hoofd .Ook was er meneer Scheurders .En meneer Janssen .Juf Engelbert .Meneer de lange .Tussen 1950 en 1957 heb ik op de nutsschool gezeten .Net als mijn zus Gerrie en broer Rob. Een feest van herkening Bert .Leuk om al die verhalen en foto,s te zien .
Leuke herinneringen Bert. Ik woon al 38 jaar in zeeland.
Maar ben geboren in de talmastraat in meezenbroek.
En gewoond in de tooropstraat,en de school was de visserschool. Al die dingen die jij beschijft kan ik mij nog goed voor de geest halen. Ook de stoomtreinen nog
stond dikwijls boven op de ijzeren brug als de kolen trein
er aan kwam. waren tijden om nooit te vergeten.
Bedankt voor de fijne herinneringen.
Herman
Hallo hier met lilian
leuk die foto,s van vroeger
ik heb ook gezwommen in heerlen het sportfondsebad
was altijd gaan zwemmen in het weekeinde maar ook school zwemmen daar heb ik mijn A B c gehaald in de zesde klas dat was in 1976 dat was toender tijd op onze school het donderdag,s superleuk daar verheugde ik mij iedereweek op jammer dat het erniet
meer is want in school vacantie gingen wij daar vaak zwemmen nu moetje verweg reizen voor tegaan zwemmen Groeten lilian
Mijn moeder en vader wisten ook nog dat het badhuis bestond, in de ds. Jongeneelstraat. De eigenaar (of uitbater) heette met de achternaam Jacobi.
Wat het zwembad (sportbatsenfonds) betreft: wat gaven ze daar ontzettend slecht zwemles! Niks heb ik er geleerd, helemaal niks. We zwommen een aantal keren in het ondiepe, toen hoorden we opeens dat we voor proefdiploma opmoesten en werden we gedwongen om hop ineens in het diepe te springen, zonder haak. Vreselijk!
En niemand lette op of je goed zwom. Later, op de middelbare school, zag de gymleraar mij een keer zwemmen (we gingen wel eens met de klas naar Terworm, als de gymles de laatste les was en het mooi weer was). Jij kunt niet goed zwemmen, zei hij. Hij gaf in één minuut aan wat ik anders moest doen en ik had meteen de schoolslag goed. Dat hadden die sukkels van het batsenfonds in al die jaren nog nooit gezien.
Hallo bert, Had jij ook een broer Jan, ik kan me het sportfondsen bad en het schoolzwemmen nog heel goed herrinneren Zelf ben ik in 1947 geboren en heb ook op de zelfde kleuterschool gezeten en op de neutrale volksschool.
Truus Rogge. (nu van Hattem)
Hallo Truus, ook ik ben van jouw jaargang. Ik ben geboren in de Marisstraat en toen ik vier was zijn we verhuisd naar de Talmastraat. De naam Rogge komt me bekend voor. Woonden jullie vroeger aan de andere kant van de vijver? Ik ken wel een jonge van mijn leeftijd die Rogge heet, en die had veel broers en zussen. Het was in de buurt waar later de eerste friture van meezenbroek was. In mijn klas zat een meisje die Joke van Hattum heette? Volgens mij kwam zij eerst later bij ons op school. Onze leraar was destijds Catsman en daarna een oude leraar die werd ziek en toen kregen we een jonge vervanger. Zo komen steeds meer herinneringen naar boven. Groeten Hans
Ja Truus, mijn broer heet Jan en hij woont in Heerenveen. Wij hebben geen contact meer. Bij mij in de klas zat Henk Rogge, een broer van jou?
Groetjes,
Bert
Hallo Bert , Henk is een neef van mij en woont in Treebeek, mijn man en ik komen over twee weken naar Heerlen en ik zal Henk deze website laten zien. Jouw broer Jan zat bij mij in de klas en was er ook op onze bootschoolreis. Truus
Is mijn bijgaand filmpje niet iets voor op de site?10
Willen jullie nog een naam van zo’n schoolfrik- de schrik van de Aloysiusschool aan de Nobelstraat?
Juffrouw TEMPELMAN het meest gemene mirakel wat ik ooit heb meegemaakt, “een vuist hoger dan een Limburgs stink kaasje “maar een ongelooflijk sadistisch wijf…. als je iets gedaan had/of niet moest je naar voren komen een vuist maken en dan kreeg daar een aantal slagen met een lat van zo’n 40 cm en ongeveer 1×1 cm.dik en ze keek je daarbij strak aan… dat je daarna in je broek had gedaan van de pijn daar had ze geen boodschap aan…….het leek me nu achteraf zo’n mens die daar op “kikte”
heb haar nooit meer vergeten dat serpent!
matt lendfers
Ik zat op de nonnenschool in de Nieuwstraat , en slaan dat konden ze.Uren op de knieen een aanwijsstok over de vingers,en dat in de naam van barmhartigheid.
Met juffrouw Tempelman heb ik NOOIT problemen gehad. Was ik dan te lief? Beslist niet. Die mij pakte pakte ik driedubbel terug. Tijdens een reünie zo’n 10 jaar geleden heb ik haar nog ontmoet. De andere reünisten konden har ook schieten. Het verhaal van Jan Vencken heb ik ergens al verteld. Niks vuist. Je vingers op de lessenaar en met de vierkante liniaaltje op je vinger(s). Ik heb er nog twee als aandenken. Tempelman is wel over de honderd geworden.
( Heerlen vertelt: )
Over de Nutsschool nog het volgende.
In de eerste plaats, ook al klinkt het hier en daar wel wat cru, ben ik het hardgrondig eens met de uitspraken over juffrouw van Muylwijck. Ik kwam op 3 september 1944 in de eerste klas van de Nutsschool en heb haar dus de eerste 2 jaar als onderwijzeres meegemaakt. Ze heeft ons behoorlijk wat bijgebracht, maar op welke wijze soms?
De 3e en 4e klas stonden onder de hoede van Theo van de Vegt. Hij werd inderdaad opgevolgd door Piroen. Er werd vertelt dat deze in de oorlog “fout” was geweest maar het was voor ons een integere en zorgzame onderwijzer.
Dan was er ook nog een meester Bartels, ik vermoed ook nog als opvolger van Piroen. Dit was een repatriant uit Indië en werd door ons kinderen echt op handen gedragen. Enkele jaren daarna hoorden we tot ons diepe verdriet dat hij in de Royal bioscoop onder de film plots aan een hartaanval was overleden.
De hoogste 2 klassen stonden onder leiding van het hoofd der school J.Q. Borgwat, ook van ons een huisvriend. Ik heb wel een paar kleine aanvaringen met hem gehad maar dat mag geen naam hebben. Hij deed echt z’n best om een aantal van ons voor de middelbare school klaar te stomen. Maar z’n hart lag ook bij het handenarbeid lesgeven. Zijn vrouw, voor ons “tante Marian”, was een hartelijke vrouw. Helaas is zij na verloop van een vrij snel voortschrijdende dementie relatief vrij jong nog overleden. Haar man, Jo Borgwat heeft met een bewonderenswaardige veerkracht dit geheel moedig gedragen. De jaren daarna is hij, ik meen wel een keer of zes, op vrachtschepen met passagiersakkomodatie (ja, dat bestond toen nog) naar de V.S. gereisd. Zijn oudste dochter Nien was namelijk vlak na de oorlog met een redelijk hoge Amerikaanse militair getrouwd en woonde in Santa Barbara/Californië. Ook zij is jong gestorven, zij het aan een andere ziekte dan haar moeder.
In dit verband vind ik het ook zo mooi dat een reaktie lees van jou, Rijn Borgwat, over je opa. Ik hoop dat je hier iets van herkent en dat ik het verhaal op gepaste wijze vertel. Wellicht ben jij een zoon van Guus en Katrien uit Eindhoven, of anders van Joop(?).
Behalve de herinnering aan mijn eigen ervaringen heb ik nog meer bronnen in deze. De voorgangster van Alie van Muylwijck was namelijk mijn moeder, Sjoerdje Siderius. Inderdaad, haar vader was een Fries. Mijn moeder was namelijk, na een aantal jaren lager onderwijs te hebben gegeven aan jeugdige t.b.c.-patientjes in het sanatorium Hoog-Laren te Bussum, eind 20-iger jaren vorige eeuw naar de Mijnstreek gekomen. Onderwijspersoneel van deze signatuur, in konkreto van de neutrale Nutsscholen – want er waren er 3 in de Mijnstreek, leefde natuurlijk toch een beetje in een sociaal isolement. Zodoende woonde een aantal van hen waaronder mijn moeder, Theo en Dien van de Vegt, en anderen in pension bij de weduwe Hölsenspies, voor ons tante Betsie, in de Hagedoornsweg op Heerlerbaan. Toen mijn moerder trouwde met mijn vader, Jo van der Graaf, die een radio- en naderhand een fotozaak had op Willemstraat 3, moest zij haar betrekking konform de toenmalige wetgeving opgeven. Getrouwde vrouwen mochten gen overheidsbetrekking vervullen. En o ja, ik werd geboren en heb de eerste 12 jaar van mijn leven gewoond op Gasthuisstraat 37, tegenover de ingang van het Aambosch resp. het Sanatorium. Onze vader werd op zekere dag door een van z’n klanten, een zekere Grootherder uit Meezenbroek, overgehaald om mijn broer en ik een avond in week extra gymles te laten geven, door Grootherder zelf gegeven uiteraard, later echter in hoofdzaak door een heer Oostdam. Dus ook en vooral het verhaal van Bert Nijkamp van 27 september 2010 met de foto van het tunneltje, de “zandweg” daar achter, en vooral het paadje langs de beek spreekt mij bijzonder aan. Hoe vaak hebben mijn broer en ik die weg niet gegaan, de hele gymnastiekles vervloekend en zo mogelijk saboterend!
die heer Oostdam was mijn Pa 🙂
Wow. Just ran across these conversations while searching my own name on the internet. It’s very gratifying to read your recollections of my grandfather, Johanes Quiryn Borgwat, the school master at Nutsschool. I know very little of my grandfather, but I was fortunate at age 6 or 7 to meet him when he came to live with us in Southern California. I clearly recall sitting on his shoulders while he enjoyed his pipe. He passed at age 72 at home with our family, I believe in 1963. Thanks for your memories.
Hallo Rob,
Was jouw vader Wim Oostdam uit de Talmastraat?
Groet,
Martin
Ja, ik ben de tweede zoon uit 1948 van Guus en Katrien en ben in Eindhoven geboren en woon daar nu weer. inmiddels alweer 40 jaar…………………….
Ik begrijp dat je veel kontakt had met mijn “familei”en de oudste zoon van Nien (Steven) is hier 3 weken geleden op bezoek geweest met zijn vrouw en met hem hebben we Heerlen bezocht…
Je kunt me eventueel mailen.
I am sorry that I do not speak dutch. My mother and her family lived on Klompstraat across from the school. Do you know the name of the school that was there? I loved the photo of the tunnel. I remember that very clearly from visits during the late 50s and early 60s
The name of that school was Sint Clara College.
He Rob. Jouw vader werkte die ook bij de PTT. De gymvereniging heete toch Olympia. Heb je soms ook nog broers die Ad en Frad heten.
Volgens mij woonde jullie in de breitner straat of de Paulus Potter straat
Ben zelf nog een tijdje lid geweest van Olympia en kwam vroeger bij de Oostdams thuis.
Hallo ,
Ook ik ben enkele jaren lid geweest van Gymnastiekvereniging/Drumband Olympia en Fam Oostdam is geen onbekende naam voor mij.
Wat leuk om dit allemaal te lezen .
Ik lees oa leuke dingen over mijn tante ” miriam de wever “. Ze woont op dit moment in Breda.
Ik zelf ben de dochter van ” lenz de wever” haar broer.
Groetjes dora
Beste Dora,
Ik ben een oud klasgenoot van Koen van Dijk (Grotius College) en ken Mirjan de Wever uit mijn jeugd in Meezenbroek. Wij hebben binnenkort een reunie en ik zou graag contact willen hebben met Koen en Mirjan. Heb jij voor mij contact gegevens?
M.v.g.
Johan Strating
Dora, heb jij voor mij het telefoonnummer of e-mailadres van je tante. Ik wil graag contact met haar.
Gr. Johan Strating ( destijds Rembrandtstraat).
Het is mij niet helemaal duidelijk of hier over de Nutsschool in Treebeek wordt gesproken, naast het “Long insituut”. De school bestond uit twee scholen, “A” (hoofd Dhr. Maris) en “B” (hoofd Dhr. Kok) In 1954 ging ik naar de 1ste klas en toen ik in de derde zat (dus 1956) ging mijn moeder weer werken als juf op de “A”-kant school. Haar naam: Jo van Muylwijk-Roosendaal. De verhalen die ik hierboven aantref over een juffrouw Van Muylwijck (en andere spellingen) kunnen welhaast niet over m’n moeder gaan. In mijn herinnering was ze een lieve vrouw met de ambitie om een goeie lerares te zijn. Ik heb overigens nooit bij haar in de klas gezeten en helemaal zeker kan ik dus niet zijn.