Niet meer te vinden in Heerlen, maar in menig herinnering nog zeker aanwezig, het voormalig hoofdkantoor van het AZM. Bekend als het toetergebouw (of ook wel het tietengebouw) zorgde het frappante gebouw voor uiteenlopende reacties. De een vond het gewaagd en mooi, de ander vond het lelijk en niet functioneel.
Ondanks de veel uiteenlopende reacties, kreeg het ontwerp Wereldwijd veel lof toegezwaaid, de maquette was zelfs tentoongesteld in het MoMA in New York.
De complexiteit van het Toetergebouw
Het toetergebouw dat in 1972 ontworpen werd door Laurens Bisscheroux (1934-1997) bestond uit een staalskelet met kubussen van 4,50 bij 4,50 meter. Verder bestond het gebouw – dat lag op de Akerstraat 27 – voornamelijk uit glas. Het aparte was dat buitenstaanders precies door het gebouw konden kijken. Door voor diverse elementen dezelfde kleur te gebruiken, kon je makkelijk onderscheid maken tussen elektriciteitsleidingen, luchtschachten, leuningen en liften. De doorzichtigheid van het gebouw was dan wel apart, maar zeker niet het meest spraakmakende onderdeel van het gebouw. Dat waren wel de toeters, die aan de buitenkant fungeerden als zonwering.
De toeters moesten er voor zorgen dat met elke lichtinval de zon beperkt binnen kwam. Echter werd er door de vorm van de toeters juist warmte vast gehouden. Daarbij was het materiaal van de toeters – met het verkeer aan de Akerstraat – niet schoon te houden. Het idee was uniek, maar in de praktijk minder functioneel. Net als eigenlijk het gehele gebouw. Door veel gebruik te maken van glazen muren was er ook nauwelijks plaats om kasten te plaatsen en was het er snel te warm of te koud.
Nog meer problemen..
Naast de problemen met de temperatuur speelde tevens mee dat de jeugd van Heerlen vaak de gelegenheid nam om ’s avonds in die toeters te vrijen. Hoewel Laurens Bisscheroux dat als een compliment voor het gebouw zag, was de directeur van het AZM daar minder over te spreken.
Alles bij elkaar is het is dan ook geen wonder dat het gebouw er – wat betreft functionaliteit – niet langer dan 15 jaar stond. In 1987 werd het gebouw gesloopt en vervangen door een conventioneel kantoor.
Deze korte duur van bestaan van het toetergebouw viel Laurens Bisscheroux zo zwaar dat hij besloot zich niet langer bezig te houden met architectuur. Hij legde zich toe op schilderen en het ontwerpen van meubels. De toeters werden verkocht aan een speeltuin.
Na 15 jaar was Heerlen een opvallend en kenmerkend gebouw armer… of toch niet?
In 2008 spanden de drie zonen van Laurens zich namelijk in voor een terugkeer van het toetergebouw. Natuurlijk niet op dezelfde locatie, maar ergens in een open ruimte in Heerlen. “We willen het niet terug omwille van de emotie maar omdat het een uniek gebouw was, een prachtig ontwerp. De bouwkunst in het algemeen, de liefhebbers van mooie architectuur, studenten bouwkunde en wie al niet meer, verdienen het terug.”
Plannen voor een herbouw?
Ideeën om het toetergebouw te herbouwen op het Schouwburgplein om als verlengstuk te dienen van het Glaspaleis klinken verleidelijk. Doch zullen de kosten van zo’n 10 miljoen euro momenteel veel mensen tegen de borst stuiten.
Vooralsnog zijn er geen verdere plannen bekend voor een herbouw en zullen we het moeten doen met de foto’s en verhalen over dit roemruchte gebouw dat Heerlen ooit rijk was.
Reageren
Welke herinneringen heeft u aan het toetergebouw? Was u toendertijd werkzaam voor AZM? Stuur uw anekdotes of foto’s naar info@heerlenvertelt.nl of plaats hieronder een reactie.
Het is nooit een van mijn favoriete gebouwen. Als kind had ik altijd het idee (fantasie) dat er iemand met een hele grote blokkendoos in de weer was geweest! Niet mooi wel markant!
Afgezien van de functionaliteit van dit gebouw, was het AZM minstens zo markant als het Glaspaleis nu is. Daarom verdient het een heropbouw, gelukkig hebben we nog o.a. de Rodahal en het politiebureau in Kerkrade, ook van de hand van Laurens en ook zo gezichtsbepalend voor een stad!
Ik bewaar fijne herinneringen aan deze creatie van Laurens. Dit mooie én markante gebouw verdient het zeker om te worden herbouwd. Als er bij de herbouw rekening wordt gehouden met een aantal functionele bezwaren, zal het zeker een aanwinst voor Heerlen blijken te zijn. Wellicht te bestemmen als nieuwe culturele tempel of als museum? Vooral een plek zoeken waar dit gebouw volledig tot zijn recht kan komen en van alle kanten te zien en te benaderen is. Maurice, ik hoop voor jou en je broers dat we een herbouw van deze geweldige creatie van je vader ooit nog eens mogen beleven!
Ondanks dat ik het toen niet mooi vond mag het van mij zeer zeker terug komen niet alleen voor het bouwwerk maar ook voor de man erachter!
Het was in mijn jeugd toch het opvallenste bouw(kunst) werk van Heerlen ! In het verleden zijn er veel te veel markante gebouwen verdwenen nu hebben we de kans om er tenminste een terug te halen!!
Prachtig gebouw, doodzonde dat het weg is…..zoals zo veel in Heerlen……..Terug met dit gebouw!
En als het maankwartier er dan toch komen moet….. (voor mij hoeft het niet)
integreer het gebouw van Bisscheroux dan op die plaats, zal er zeker tot zijn recht komen.
matt lendfers heerlen.
Tijd voor een nieuw berichtje…Ik vond vandaag toevallig een kleurenfoto van het gebouw..
Ik heb er jarenlang met veel plezier gewerkt…Destijds voor het AZM.
De werktemperatuur was verre van ideaal..gedurende de zomermaanden verging je binnen van de hitte en in de winter…Koud…Erg koud..
Maar ondanks deze bezwaren heb ik er graag 7 jaren gewerkt..Het had voor de medewerkers iets intiems..In het bijzonder de kantine..Die was ondergronds..
En ja…Het kon wel eens gebeuren dat ’s nachts in een van de toeters een paartje lag te vrijen..
Of zoals op een morgen toen er nog een zwerver in de toeter lag en die hebben we toen voor koffie naar binnengehaald…
Toch jammer dat het weg is…
Alles is vergankelijk..
Frans Palm Heerlen
ik vond het spuuglelijk. het deed mij denken aan de aaansluiting van een wc pot
Het is liefdeloos dat dit bijzondere gebouw van Laurens Bisscheroux is gesloopt, maar het staat niet op zich. Hetzelfde overkwam enkele prachtige gebouwen van architect Eduard Gerard Hendrik Hubert Cuypers (1859-1927) aan de Putgraaf. Eduard Cuypers is opgeleid op het architectenbureau van zijn beroemde oom Petrus Josephus Hubertus (Pierre) Cuypers (1827-1921), de architect van het Rijksmuseum in Amsterdam, een gebouw waar alle Nederlanders van zijn gaan houden. Het was geen liefde op het eerste gezicht. Veel mensen vonden het te Katholiek; Koning Willem III meed om die reden zelfs sommige delen van het Museum.
Er zijn ook heel veel gebouwen waar mensen helemaal geen mening over hebben. Dat is pas echt erg.
Eduard wordt wel de vader van de “Amsterdamse School” genoemd, omdat de drie meest bekende architecten van deze stroming in de architectuur op zijn bureau in de Jan Luykenstraat 2 in Amsterdam zijn gevormd, nl. Michel de Klerk (1884-1923), Joan Melchior van der Mey (1878-1949) en Pieter Lodewijk (Piet) Kramer (1881-1961).
De Heerlense architect Hendrik Teeken (1900-1950) heeft ook op het bureau van Eduard Cuypers in Amsterdam gewerkt (http://zoeken.nai.nl/CIS/persoon/3445).
“De Amsterdamse architect Eduard Cuypers en zijn Bouwbureau Roermond”, door drs. Willem A.J. Cartigny; uitg. Fontana, Roermond 2014 (ISBN 978 90 75084 21 4).
http://www.panoramio.com/photo/114677892
Nee, laat dit gebouw niet terugkeren. Het verdwijnen van dit gebouw was eigenlijk even droevig als het verschijnen van dit gebouw.
Wrijf geen zout in de wond, maar heel de wond.
Het toeergebouw mag wat mij betreft terugkomen. Ik heb er zelf vanaf de opening tot en met 1983 gewerkt bij het toenmalige AZM. Ik herinner me een omgeving met veel licht en ruimte. Heb me er altijd op mijn gemak gevoelt.
Klopt inderdaad dat de toeters nogal wat functies hadden. Niet alleen vrijende stelletjes maar ook zwervers en verslaafden vonden hier een lekker plekje. Beter dan in een koud portiekje toch?
Destijds werkzaam bij Adviesbureau Huijgen in Maastricht, heb ik de berekeningen van de beschaduwing van de gevels door de toeters gemaakt. De beschaduwing was effektief, zonder buitenzonwering, zodat het kontakt tussen binnen en buiten ook bij zonnig weer onbelemmerd bleef. Dit was een van de eisen die Laurens aan deze gevels stelde.