Dit is deel twee van Heerlen en geluk was toen, nog heel gewoon.
In Heerlen en de Molenberg was het nog rustig… Weliswaar had Bill Haly eind vijftiger jaren met ‘Rock around the Clock’ al een poging gewaagd om de wereld te doen ontwaken. En Radio Luxemburg had al een Nederlandstalige hitparade op de zondagmorgen, waar Peter Koelewijn een “wereldhit” scoorde met ‘Kom van dat dak af’ Maar verder bleef het op de molenberg “kalmpjes aan en doe maar gewoon dan doe je al gek genoeg”.
Als je als kind je kop buiten de deur stak dan waren er binnen no time nog 10 andere kinderen om je heen. Buiten verveelde je je absoluut niet. Waar nu het huis ligt waar dokter Heiligers ooit domicilie hield werden door Wim A. mensen “levend” begraven. Gelukkig kwamen ze even later ook weer levend boven. Kortom buiten was altijd wat te doen. Geluk was heel gewoon en kostte (bijna) niets.
Op 4 december zat het Patronaat aan de Justus van Maurikstraat bomvol met kinderen. Dan was het de dag van Sint-Barbara, de Patrones van de mijnwerkers. Er werd een “stomme” film gedraaid van o.a. de Dikke en de Dunne. En een zekere meneer Oud gaf bij de beelden tekst en uitleg. Zeg maar een soort explicateur. Na afloop kreeg eenieder een flinke zak gevuld met snoep. Neemt u maar van mij aan dat zo’n zak geen lang leven beschoren was.
Voetballen op pleintjes en straten was heel normaal en veilig. Auto’s kwamen maar mondjesmaat en bovendien hoorde je ze van verre aankomen. De groenteboer en of de melkboer helpen dat was pas leuk. Op de kar zitten en dan kijken naar de kont van het paard. Voor slager Jansen naar het slachthuis aan de Holleweg gaan en een emmer met bloed ophalen. Vervolgens maakte deze er bloedworst van. Bij de cafés werden grote blokken ijs afgeladen. Hiermee werd het bier gekoeld.
Ook woedde er een “strijd” tussen de Muulepieke en de Sjaaspieke. Op de grens tussen de Molenberg en Schaesberg liep het spoor naar Kerkrade. Daar vond de slag meestal plaats. Overigens was dit een zeer onschuldige strijd. Maar toch. In de buurt van dat spoor was eerder een echt vliegtuig neergestort.
De ronde van Nederland kwam in Heerlen de ‘Steile berg’ oftewel de Oliemolenstraat op fietsen nadat het criterium genaamd de ”Duivelsrit” had plaatsgevonden. Wim van Est was een van de etappe winnaars toen. Vervolgens overnachtte het peloton in Hotel Wilhelmina op de Molenberg. Renners deden zich tegoed aan een flink bord spaghetti. Toen de ultieme voeding voor een topsporter.
In het “zusterbusjke” achter de kerk, werd cowyboytje gespeeld, de “kieskoel” maakte grote indruk op ons kinderen. Fantastische plaatsen om te spelen op de Molenberg. Later werd daar in de buurt het sportpark kaldeborn aangelegd. Echter het busjke en de kieskoel zijn er nog steeds. Nu zonder kinderen.
Zijn de communicantjes nu op een hand te tellen vroeger liep er een complete optocht van mennekes in matrozenpakjes en meisjes in het wit door de straten. Dagen van te voren werden vlaaien gebakken. Dat wil zeggen, men maakte zelf het deeg voor de vlabodems, vulde deze met fruit enz. Bracht deze vervolgens naar de bakkerij en liet deze daar tegen betaling van 5 cent per vla bakken. Zelf had men immers geen oven. Overigens weet ik nog steeds niet wat een matroos (matrozenpakje) met de 1e communie te maken heeft.
Bij de Magneet op de Kerkraderweg, een winkel met van alles en nog wat maar vooral snoep te koop, werden met grote regelmaat de snoepautomaten “geplunderd” door kwajongens. Op vastenavond, carnavalsdinsdag gingen we verkleedt als clown, langs de deuren en zongen de mensen die openmaakten in de juiste stemming toe. Weer een stuiver rijker gingen we verder. Hoe meer deuren hoe meer stuivers.
In de winter als het sneeuwde en vroor deden we sleeën op de Hofdijkstraat en de Justus van Maurikstraat. Alias de Esbocht. Wel tot 3 sleeen aan elkaar verbinden en dan met een man of 9 als een waanzinnige naar beneden. Onder aan de Caumermolenweg kwamen wij met veel gekrakeel tot stilstand. Ten minste als we onderweg niet de macht over de stuurmanskunst verloren. Zoals gezegd het geluk op de Molenberg kostte, op een beetje stuurmanskunst na niets.
Hilversum 3 bestond nog niet maar Elvis Presley drong langzamerhand door via de nog krakkemikkige radio’s. Ook tot op de Molenberg. Zijn films waren te zien in o.a. de Scala tegenover het Station te Heerlen. Daar moest je echt uitkijken want de hulzen van kogels vlogen je daar spreekwoordelijk om de oren. De Scala was voor de liefhebber van cowboyfilms het ultieme theater.
Op de Molenberg bleef het rustig. Het leven kabbelde er als een gemoedelijke beekje voort. De pappen, althans de meeste werkten op de Mijnen en de mammen deden het huishouden en als uitlaatklep hadden ze de Katholieke Vrouwenbond. De Harmonie en de Drumband hadden meer leden als dat ze aankonden. Het was een vruchtbare tijd. Men kon het geluk niet op. “Nieuwe” schoenen waren eerst al een jaar gedragen door of een oudere broer of door je buurjongen. Als je met voetballen of ravotten een gat in je broek opliep dan kreeg je te horen dat die kapotte knie onder dat zelfde gat ten minste vanzelf weer dicht groeide maar die broek niet.
Bij bakker Pelt aan de Kerkraderweg haalden wij met oud jaar lege pruimenblikken op, de onofficiële drumband gebruikten ze als trommel wij stopten er vervolgens Carbiet in, erop spugen dan de deksel erop… en knallen maar. Kattekwaad uitvreten deden we als volgt: 2 kort naast elkaar gelegen voordeuren werden met een stuk touw aan elkaar gebonden en dan belletje trekken, lachen en wegrennen. Een heitje voor een karweitje was een jaarlijks terugkerend tafereel. Het was een slagzin die aangaf dat er weer een kwartje verdiend kon worden als je een klusje deed voor iemand die een handje hulp gebruiken kon.
Zondags kregen we een dubbeltje en later een kwartje ‘zondagsgeld’ Bij bakker Lemaire aan de Kerkraderweg hadden ze de lekkerste puddingbroodjes. Hij had vooral veel klandizie van de meiden van de Mulo en huishoudschool.
Films op TV werden gekeurd door een of andere commissie. Al heel snel hing het predicaat: vanaf 14 jaar en ouder, aan de huiskamer voorstelling. Niet zo’n groot probleem want de meeste mensen hadden (nog) geen televisietoestel. Later vroeg ik mij vertwijfeld af wat er in godsnaam “fout” was aan die commissie beoordeelde films.
Opeen was er een heuse “frieteboet” aan de Kerkraderweg. Waarschijnlijk de eerste in Heerlen, op die van het stadscentrum na. Friture Merkelbach had het goed gezien. De tent liep als een tierelier. Frites in een puntzak met mayonaise was een ware delicatesse. Tenminste als je er 30 centen voor over had.
Geluk werd langzamerhand iets duurder en niet meer zo heel gewoon. Italiaanse gastarbeiders maakten hun opwachting en wij noemden hun ‘Itakken’ zonder te weten wat dat woord inhield. Meer en meer tv masten zag je verschijnen op de daken. Het kerkbezoek werd minder. Wij snotneuzen van een jaar of 13/14 durfde het al aan om stiekem ‘langs’ de zondagmis te gaan. Vervolgens even binnen kijken wie de preek had gedaan. Zo konden we thuis het antwoord geven op de vraag, wie op het preekgestoelte gestaan had.
Zaterdags waren er steeds meer jongens die op een bepaald tijdstip de voetbalpartijtjes verlieten met de mededeling ‘Pipo de Clown’ is op TV. De wereld veranderde de Molenberg ook.
Voor dat wij het wisten zetten we de eerste stappen op weg naar de volwassenheid. De grote school wachtte. Met de fiets naar school, dat was wat! De een naar de Mulo of HBS de ander naar de LTS enz. Het was of werken geblazen of stevig door leren.
In het Limburgs Dagblad doken steeds meer berichten op dat Limburg de broekriem moest aanhalen. Het kon wel is zo zijn dat de Mijnen gingen sluiten. In Liverpool en daar buiten werd een muziekband zo beroemd dat ze zelfs bekendheid op de Molenberg kreeg. Geluk zag er opeens heel anders uit.
Schaespieken en molenpieken.
De afgesproken of georganiseerde `gevechten` vonden vaak plaats op zaterdagmiddag, na schooltijd.
De spoorrails bij het Heitje vormden regelmatig het trefpunt. Dan deden behalve schoolkinderen ook jong volwassenen, z.g. nozems, mee en vielen er rake klappen kan ik jullie uit ervaring melden.
Katapult als standaarduitrusting en af en toe een windbuks waren de meest gebruikt lange afstandswapens.
Als molenberger ben ik eens flink aangepakt door schaespieken bij het tunneltje naar de Kissel. Fiets van m´n vader helemaal gesloopt en zelf gedeeltelijk.
Ook ben ik door 3 van dit soort figuren eens een hele zaterdagmiddag onder bedreiging vastgehouden bij het boerenslot. Vishengel kapotgebroken, zakken leegmaken, zakmes inleveren en een pak slaag toe!
Ene J.N. , een goede voetballer uit het ´witte dorp`, is in die tijd op de Kissel door deze `tegenparij`met gloeiende sigarettenpeuken bewerkt. Dat haalde zelfs de voorpagina van het Limburgs Dagblad.
Zoooooo onschuldig was het dus ook weer niet. Maar wel spannend! Mooie tijd, achteraf.
Naar verluidt had de rivaliteit tussen de groepen een ´historische`achtergrond. Wie het weet mag het zeggen….
Schitterend verhaal, er komen meteen weer allerlei herinneringen naar boven als ik het lees….
Swinkels had ook lekker snoep en was goedkoper. Maar in die geweldige speeltuin Molenberg kocht je voor 10 cent de halve kraam leeg.
En als je daar geen geld bij je had, dan leende je gewoon wat appels, bij boer Lankoer of boer Rooze (wel hard rennen!).
Hoi,
Prachtig verhaal zo vlug ik tijd heb wil ik het graag
aanvullen.
Wiel was jouw vader niet beheerder van die speeltuin op de Molenberg, onder aan het spoor?
Hoi Jack, wel een late reactie maar dat was mijn vader.Groet Wiel
Overgigens de speeltuin hete De Vossekuil
Mooi verhaal.
Bij dit verhaal komen herrinneringen van vroeger terug toen ik als kind van 7 mocht logeren bij mijn tante op de Molenberg en we naar de speeltuin in het Aambos gingen. Mooie en gelukkige tijd was dat.
mooi verhaal!!
Maar zo onschuldig waren die slagvelden van de muulepiekes niet er werden kattepulten en stokken gebruikt en er vloeide ook wel eens bloed!! Maar ja kon ik maar terug in die tijd!!
Op het heitje heb ik het rennen geleerd. Ik ben ooit door een paar jongens van de schaespieken gevangen en met de billen in de brandnetels gezet.
mooi verhaal Harry.
leuk om te lezen, nu ben ik een stuk jonger en heb niet op de molenberg gewoont, maar ook in nieuwenhagen ging het er zo aan toe.
gr je buurvrouw
Prachtig verhaal, kan me helemaal inleven hierin.
Nostalgie ten top, schitterend! Soms zou ik willen dat de tijd teruggedraaid kon worden. Wij gingen in de winter vaak sleeën in de wei bij hoeve Leenhof waar het ook hard bergaf ging. Je moest wel goed sturen om niet tegen een boom terecht te komen. Dat is me één keer niet gelukt waardoor mijn slee wrakhout werd.
Harrie, geweldig goeie verhalen.
Het was overal hetzelfde, of je nu op Molenberg of in Abdissenbosch woonde. Als ik dit lees zie ik mezelf weer vijftig jaar terug en zie dan dezelfde dingen die jullie deden ook weer opnieuw bij mij langs komen.
Super.
Ik heb op de Molenberg en in Abdissenbosch boss gewoont-de zalige ruimte die we hadden om te spelen. Op de Molenberg met het heitje, zusterbosje en schone beek en in Abdissenbosh de velden en bossen. Ik herinner me nog goed dat Pastoor Van Oppen op zijn achterste van de bevroren trappen af gleed. Zijn kleed om zijn oren en zijn ondergoed ten toon gesteld voor een ieder te zien. Je wou niet kijken maar je deed het tog…..
Het schone beekje stroomde toch vlak bij de kiezelkoel en kwam uit in de kuttelebeek, het open riool of te wel de caumerbeek? Als je het vvh terrein overstak vanaf de kerkraderweg en liep naar beneden langs de boerderij waar frijns woonde dan was links beneden dat beekje volgens mij. Wij dronken daar uit op warme dagen. Rechtsaf kon je dan weer het zusterbosje in en doorlopen naar de caumermolen of rechtsaf omhoog naar de speeltuin.
Rechtdoor omhoog ging het naar de heesberg en de heerlerbaan.
Wij woonden later in het witte dorp van de molenberg en het leek wel zo dat je in een andere wereld leefde. Daar was het heel anders dan in de oude wijk want het was er stil en alles was netjes en ordenlijk daar. Maar de mooiste tijd heb ik meegemaakt toen we in de oude wijk woonden vlak bij het oude vvh terrein aan de hendrik van veldeke straat en we gingen spelen in het houtekeetbosje en het zusterbosje vlak bij de kiezelkoel.
Prachtige verhalen, en foto’s die herinneringen bij mij wakker roepen.
Met die foto van de Scala bioscoop, nog in “volle glorie”, ben ik bijzonder blij.
Dat was voor mij wel een “heilig plekje Heerlen”, al ging het er soms ruig aan toe tijdens de voorstellingen.
De bijnaam van die bioscoop was “de knokboet”.
Niet alleen op het witte doek werd daar gevochten, maar soms ook door toeschouwers.
Ik zat altijd graag vooraan in een van de eerste rijen.
De harde klapstoelen kraakten van alle kanten, en hadden armleuningen die met een flinke ruk losgetrokken konden worden.
Van achter uit de zaal vlogen die leuningen je soms letterlijk om de oren.
Een vriend van onze familie was bioscoop portier bij de Scala en afwisselend ook bij de Royal.
Wanneer ik, als kleine jongen, samen met mijn oma in de stad was, dan gingen we heel vaak even langs de Scala of Royal.
De bioscoopvoorstellingen waren destijds doorlopend.
Er zat nauwelijks een pauze tussen twee vertoningen.
Terwijl mijn grootmoeder dan buiten een praatje maakte met de portier mocht ik zolang naar de film kijken binnen.
Geweldig was dat, maar het nadeel was wel dat ik nooit een film helemaal kon zien, want zo lang duurden die praatjes niet.
Maar de schade heb ik later wel ingehaald, toen ik oud genoeg was om alleen naar de bioscoop te gaan.
Vanaf mij 12e jaar ging ik minsten een keer per week naar de bios, maar in de regel twee keer.
Drie keer was ook niet abnormaal.
Het liefst kwam ik in de Scala, want die had de leukste films, en de laagste entreeprijzen.
Honderden films heb ik daar gezien in de loop der jaren.
Comfort was onbekend in die zaal, harde stoelen, stinkende toiletten, en het tochtte er behoorlijk.
Voordat het grote groene gordijn openging stond het bol van de tocht die erachter tegenaan duwde.
Als het gordijn dan openging kreeg je een proefje van “airconditioning oude stijl” te voelen.
Toch kon er voor mij geen andere bioscoop tippen aan de charme van de Scala.
Toen die ging sluiten was ik daar echt kapot van.
Het is wel een kleine troost dat het gebouw er nog altijd staat (hopelijk nog lang)
Helaas in een andere functie (speelhal)
Daar ben ik nooit binnen geweest, dat zou mij denkelijk ook opbreken.
Maar af en toe blijf ik toch nog wel eens bij de ingang staan om terug te denken aan hoe het toen was.
Tot slot nog een grappige anekdote:
In de bevrijdingstijd, kort na het einde van de 2e wereldoorlog, is mijn tante, als passagier gezeten achterop de zware Harley motor van haar toenmalige Amerikaanse vriend een keer tijdens een bioscoopvoorstelling de Scala binnengereden, dwars door de bruine klapdeuren heen.
Ze hebben daar toen een “ererondje”gereden rond het eerste stoelenblok, en toen weer door de klapdeuren naar buiten, een schaterend publiek in de zaal achterlatend.
Leuk verhaal en herkenbaar.
Frieteboet?
Vergeet niet het houten keetje bij het cafe van Wiel Verwijlen.
Daar stond later Hein Hamers frieten te verkopen in te kleine zakjes en kreeg je voor en dubbeltje mayonaise.Het dak lekte,een butagadkacheltje brande. Nostalgie ten top.
Hallo Harry,
Mooie verhalen over de mijn Molenberg en over mijn mooie jaren bij sv.Vruschemich.
Goede voetbal opleiding gehad van Wim Groeneveld.
Wij werden ieder jaar kampioen met de jeugd.
Samen veel gelachen bij het uitgaan in Heerlen.
Vertel nog eens hoe die Belgen een wielerwedstijd versloegen aan de radio.
Ik doe al de oude jongens en meisjes van de Molenberg uit mijn tijd de groeten?
Hoewel ik 41 jaar geleden Heerlen heb verlaten, denk ik nog heel vaak met plezier terug aan mijn jeugd op de Molenberg. We woonden in de van Alphenstraat schuin tegenover de OLV kerk. Op het plein ervoor, Kerkplein, werden heel wat toernooien voetbal en rollhockey gehouden. ook de S-bocht (Justus van Maurikstraat) werd in de winter als er sneeuw lag tot wintersportdorp gebombardeerd. De gemeente zette zelfs de straten af met hekken zodat we een prachtige sleebaan hadden. Overdag voor de kinderen en s’avonds ging menige vader ook nog even genieten van de winterse pret.
Ook herinner ik me nog goed dat er jaarlijks processie was en dat was een feest. Want in de straten werden om de 10 mtr een paal met een vlaggetje geplaatst en er werd voor de kerk ook een groot houten altaar gebouwd. Als de processie was geweest konden we de rest van de zondag op het altaar spelen.
Het was een mooie, rustige vooral groene buurt met een dorpskarakter.
met de Kerkraderweg als dorpskern. De winkels o.a. De Magneet, waar je als king menig keer voor dat hoge ladenkast stond waar al dat snoepgoed in lag. Bakker Lemaire, Pelt en niet te vergeten Heussen (de 1 e zelfbedieningszaak) het Postkantoor waar de ladders van moeder’s kousen nog werden opgehaald voor een dubbeltje. Vonhoff waar de eerste tv werd gekocht en de fotograaf ( naam ben ik kwijt) die elke maand een nieuw bruidspaar in de etalage had. Fietsenmaker de Haan… kortom het komt allemaal weer terug als ik er aan denk nu al weer jaren woonachtig in omgeving van Haarlem.
Heeeey Marja, Foto Frankort was de fotozaak op de joost van de vondelstraat. Lag aan de kant van de Kerkraderweg
Alhoewel van de Benzenraderweg, was de speeltuin op de Molenberg voor mij bekend terrein. Mijn “tante Ger en nonk Joen” Frederiks woonden er op de Kerkraderweg (?) en wel schuin tegenover de speeltuin, volgens mij in het soort huizen rechts op de foto. Waren we op bezoek, dan mocht ik alleen naar de speeltuin. Naderhand ging ik natuurlijk zelf vanuit Heerlen. Je had er geloof ik, van die schommels in de vorm van schuitjes (volgens mij dicht bij de ingang) en die hadden ze in de Oude Lindestraat niet. Als de kinderen Frederiks allemaal thuis waren, gingen we wel eens voetballen ergens achter het huis (pleintje, veldje?) Dat was voor mij extra pret, want dan mocht ik met de groteren meedoen (waarbij ik vanuit mijn optiek toen schitterde, maar waarschijnlijk in de weg gelopen heb) Het mooiste -want eerste en dus indrukwekkende-muziekconcours of de taptoe heb ik in het pasgebouwde Kaldeborn stadion meegemaakt. Gezeten op de stenen tribune ging een wereld voor me open. Later gingen we wel eens vanuit het Bernardinus naar Kaldeborn (waarschijnlijk op sportdagen of schoolcompetities). De foto’s van de Oliemolen en de Scala zijn inderdaad zoals ik het me herinner. Prachtig. Mijn vader is eens, terugkomend van de nachtdienst van O.N II (Ging dat via de “kakert”?) op de berg naar beneden in de gladheid met zijn fiets tegen een geparkeerde onverlichte vrachtwagen met uitstekende betonijzers gereden. Dat werd dus Ziekenhuis. Daarna dacht je daar dus steeds aan, als je op die berg reed.
De kortste fietsroute van de ON-II naar de Benzenraderweg ging zeker niet via De Kakert. Daar kwam je door als je naar Palemig of de Heksenberg moest. De Oliemolen lag onderaan de berg in de Oliemolenstraat en die straat kwam uit op de Akerstraat.
Hallo Bert, heb ik me dan toch in tijd en reden van tocht vergist? Hoeveel gezellige kroegen lagen er op weg naar de Kakert? Of was het na een middagdienst en dan via Terwinselen en Streeperkruis en andere logementen naar huis? Ik dacht mijn eerste versie, maar inderdaad, merkwaardige route …..
Geen idee hoeveel kroegen er lagen. Wij waren van de blauwe knoop, dus kwamen niet in zulke gelegenheden. (knoop later wel afgedaan).
heerlijk om te lezen .Al ben ik dan al 68 jaar nu en heb ik tot mijn 20 ste in Heerlen gewoont ,het is een feest van herkenning.Op de molenberg heb ik 14 jaar gewoond en dan nog 6 jaar in Meezenbroek .
De gevechten met de Muulenpieken daar heb ik ook aan mee gedaan .Dat was soms erg heftig .
En dat het vliegtuig neer storten tussen het spoor kan ik me nog goed herinneren .We hebben het zien neer storten ,mijn moeder en ik .Mijn moeder dacht dat er weer oorlog kwam en was goed van streek .Ben heel blij dit allemaal te lezen ,
Leni Haak-Martinot .Veendam .
Jeugdtijd op de Molenberg geweldig verwoord, Harrie.
Broederschool met de splitsing A en B-gedeelte, met Broeder Spitzka, Broeder Giovanni (losse handjes !), Broeder Arnoldus, het autoritaire hoofd van de school, die er persoonlijk voor kon zorgen dat je niet werd toegelaten op het vervolgonderwijs in Heerlen omdat je niet in Tilburg wilde gaan “studeren”. Jongenskoor St Gregorius van Meester Souren, Meester Stijfs en Meester Vromans (muzikale begeleiding). Voetballen bij VVH’16. Bakker Pelt, Bakker Lemaire, Sjoester Tackenberg, Kapper Voncken, de frietboeten, Hotel Wilhelmina, inderdaad een geweldige tijd !! Overigens de strijd tussen Meulepieken en Sjaaspieken was niet altijd onschuldig!
Als Sjaaspiek heb ik deze tijd ook nog mee gemaakt maar zelf heb ik aan die vechtpartijen nooit meegedaan, want wij waren goed bevriend met de familie van Kooten van de Molenberg.
Omdat ik met mijn twee honden vaak op het Heitje kwam heb ik die strijdmakkers vaak te keer zien gaan, zelfs moest de trein een noodstop maken. De Sjaaspiek John Verwoerd was de beste kattepult schutter die schoot de vogeltjes al vliegend uit de lucht.Hij had ook het mooiste handschrift van alle Sjaaspieken dat had die verdiend door de honderden strafregels te schrijven ”Ik mag niet op vogels schieten”!
Nu ben ik al meer als 45 jaar getrouwd met een Molenpiek en dat bevalt me nog altijd prima.
Goetjes van Annie en Fred van ”Het Kelderke”
Prachtige verhalen die ik allemaal herken uit mijn tyd Harrie v. Eijsden
Ik zag die foto en dacht meteen: “hé, die plek ken ik”. Ik heb n.l.van 1942 tot aug. ’47 in Heerlen gewoond in de Lentestraat. En altijd als er sneeuw lag, kwam ik op m’n buik op de slee met een flink vaartje van de Molenberg af. Goed sturen was dan inderdaad een hele kunst en ik ben dan ook meerdere malen tegen een boom tot stilstand gekomen. Ik woon nu in het westen van het land, maar zodra het hier maar een beetje sneeuwt en wit wordt, denk ik ondanks die boomervaringen meteen weer terug aan die heerlijke, besneeuwde, witte Molenberg met al die kinderen op hun sleetjes. Ik heb daar helaas geen foto’s van. Zouden die nog ergens te vinden zijn?
We hadden indertijd zelfs een zogenaamd “onze vader” als we naar de hei of het schaesbergerbos gingen, t.w.:
Onze vader, die op het heitje woont,
bescherm ons tegen de schaespieken,
en geleid ons niet in het koren,
maar achter de spoorbaan.
Amen.
De spoorbaan (oude mijnspoorweg naar de ON 2 en Wilhelmina mijn) was namelijk de plek waar de stenen en keien voorraad werd aangevuld, voordat we naar de hei of het bos gingen. Gelukkig werd in mijn tijd niet meer zo fanatiek gevochten.
Ik zit al die leuke verhalen te lezen (kom zelf uit Leenhof) en zie ineens de naam T.Werink boven een artikel staan. Welke T. Werink bent U? Mijn vader was Theo Werink uit de Rector Meussenstraat.
Ik ben ook Theo Werink. Uw vader was een neef van mij. Ome Jo (Bernard Joseph) en tante Anna (Dirkje Anna Hoeppe) waren zijn ouders en woonden inderdaad in de Rector Meussenstraat in Leenhof. Mijn vader Henderikus Werink (roepnaam Jan) was een jongere broer van uw opa en woonde op de Molenberg.
Ja dat klopt inderdaad! Wat leuk, jij bent dus mijn achterneef! 🙂 Het enige wat ik ooit gehoord heb over ome Jan van de Molenberg, is dat een van zijn zonen in het ziekenhuis in Heerlen werkte. Klopt dat? Ik ben gisteren (27 april) nog in Leenhof geweest. Ik ben via Facebook in contact gekomen met Leslie, een dochter van tante Mien (Wilhelmina Werink, een zus van mijn vader) die is op zeer jonge leefdtijd naar Rijswijk verhuist. Haar dochter wilde graag zien waar haar moeder opgegroeit is, dus heb ik haar meegenomen naar de Rector Meussenstraat, de school, kerk en Leenderkapel. Ik was er zelf ook al niet meer geweest vanaf dat ik verhuist ben in 1980, dus veel herinneringen opgehaald!
En ik ben een zoon van Tiny ( Catharina M.J. ) Werink. We wonen nog altijd in Zeeland maar kom nog geregeld in Limburg. Ome Jo en Anna zijn mijn opa en oma. Ze liggen begraven bij het Kapelletje.
Dat klopt inderdaad en het toeval wil dat ik die zoon ben, maar inmiddels ben ik ook 69 en na 40 jarig dienstjubileum al meerdere jaren met pensioen.
Woon nu in Treebeek/Brunssum. Treebeek was indertijd van Heerlen en werd indertijd tijdens de gemeentelijke herindeling bij Brunssum ingedeeld. Ome Bernard en tante Greet hebben hier indertijd ook gewoond in de Treebeekstraat. Een broer van mij woonde ook in Landgraaf, kom daar vaker met de auto, maar daar is toch ook veel veranderd.
Hallo Theo, leuk nog eens iets van jou te vernemen. Het feit dat jij in Brunssum woont verklaart ook meteen dat we elkaar nooit meer ontmoet hebben. Heb namelijk 24 jaar in Spaubeek gewoond en sinds 2009 zijn we weer terug in Heerlen. Ik vind de verhalen zoals ze geschreven zijn prachtig. Ik denk nog vaak terug aan die goeie ouwe tijd. Toen we bij jullie achterom het hele veldje omwoelden en als mollen grote kuilen groeven. Mogelijk hoor ik nog eens iets van je!
Ik geniet om nog eens alle dingen van vroeger te lezen.
heb vroeger in de Genestetstraat gewoond,maar ben er ook al vijftig jaar weg.Maar door dit te lezen komen alle dingen weer terug.Leuke tijd.
het doet me goed al die verhalen nog eens te lezen ,ik heb dit alles van dichtbij mee gemaakt en ik verheug me op nog meer verhalen.
Complimenten aan een ieder,.. vd Molenberg. De meeste reacties op deze site vallen onder het kopje “MOLENBERG” met prachtige, herkenbare en opfrissende verhalen.
Mijn eerste levensjaren horen thuis op de Molenberg. 1954-1972.
Een buurt met veel jeugd,(babyboom?) vrijheid en veiligheid.
De morus werd mij naast pa en ma ook op school bijgebracht.
Wie kent broeder Cunibert, meester Henssen, meester Hollands, broeder Cletus?, broeder Everistus?, broeder Paduano, juffrouw Geerdes etc.
Oorvijg en strafregels vielen mij ten deel, zonder probleem. En leren ging haast vanzelf.
Uitvreten behoorde het gilde der batteraven . Bijvoorbeeld de vork voor een katteflietsch vond ik meestal in een ligusterhaag, de omheining van menig tuintje. De beste zaten meestal iets lager in de haag.
Opletten dat niemand keek en eruit snijden die vork. Gevolg? Een dun gedeelte in de haag. Spannend allemaal.
Over tollen en rolschaatsen lees ik weinig. Toen kon je gerust op het asfalt deze sporten beoefenen. ‘50/60. Zeer weinig verkeer. Voor elastieken en hoelahoep had je niet zoveel ruimte nodig.Over het korenveld zal ik maar zwijgen.Toen was er veel lol en actie. Ik kon toen echt moe zijn,.. echt uitgespeeld moe.
Boom- en ondergrondse hutten bouwen. Vliegeren met zelfgemaakte vliegers aan kabuuntjes touw.
Het heitje tussen Schaes- en Molenberg met de gele brem. Vandaar zag ik op afstand mijn thuis, mijn straat, mijn buurt.
En het spoor met de rails en de dikke diesellok met kolenwagons. Een kopspijker met de punt wijzend naar de aankomende trein op de rail leggen en na de wals de platte spijker tussen de stenen zoeken. Trouwens die stenen waren ideale munitie voor de flietsch. En dat met die spijker niet meer doen want thans krijgen de treinen van natte blaadjes al vierkante wielen.
Dan herinner ik mij de tomos, puch, kreidler florett, dkw, mobilette, yamaha, honda en solex en nog een paar. Geweldige status met zo’n buikschuiver. Benzine met mengsmering fl 0,35 per liter.
De Royal draaide “the wild bunch”.
De Scala “the good,bad,ugly”.
In de Sarool rookte je een pakje sigaretten zonder het in de gaten te hebben met al die uitlaatgassen, vooral bij de stoplichten.
M’n verhaaltje wordt te lang. De Molenberg was prachtig, rijk en levendig. Of dat nu nog zo is?
Ik groet de Berg met alle bekenden en onbekenden en deel in de herinnering, ook met die er niet meer zijn.
Excuus voor alle herhalingen.