In het verhaal over de eerste twintig jaren van mijn leven in Heerlen heb ik geschreven dat ik van 1948 tot voorjaar 1951 voor mijn lager onderwijs de Nutsschool aan de Oliemolenstraat heb bezocht. Via verschillende routes liep(!) ik terug naar huis in Meezenbroek.
Een van die routes ging over de Groene Boord die vroeger uitkwam uit op de Gasthuisstraat. Vandaar liep een sintelpad langs de Caumerbeek tot aan de spoortunnel in de Klompstraat, die daar eindigde. Rechtsaf begon de Schaesbergerweg, linksaf bestond de Spoorsingel nog niet en ook de vier witte flatgebouwen waren er nog niet. Rechtdoor was een zandpad en vaag herinner ik me dat daar twee takken van de Caumerbeek liepen.
Aan dat zandpad stonden enkele woonwagens en ik vond het best eng als ik daar langs liep. De twee beektakken kwamen bij elkaar en stroomden uit in de links van het pad gelegen molenvijver. Zo’n vijver wordt ook wel een wijer genoemd en werd aangelegd om altijd over voldoende water te beschikken voor een watermolen.
In dit geval de Schandelermolen, een korenmolen waarvan de eerste vermelding uit 1563 dateert. Door de aanleg van het Schandelerboord, waardoor de omgeving van deze bovenslag-watermolen drastisch veranderde, kwam de molenvijver droog te staan waardoor de molen watergebrek kreeg.
In 1956 werd het maalbedrijf stopgezet en in 1957 werd het ijzeren molenrad gesloopt waarna de molen in verval raakte. Gelukkig heeft men kunnen verhoeden dat het eeuwenoude gebouw werd afgebroken, maar werd gerestaureerd. Het heeft echter geen molenfunctie meer.
Dat sintelpad van de Gasthuisstraat naar het spoorwegtunneltje kan ik me nog wel herinneren. We liepen er vanaf de Molenberg op woensdagmiddag wel vaker over. We waren dan op weg naar het magazijn van V&D op de Klompstraat.
Als je voor 10 gulden kassabonnen had van V&D kon je daar film kijken. (Dikke en Dunne, Charlie Chaplin enz.)
Langs dat pad liep de beek en aan de overzijde van die beek stonden ook wat oude huisjes. Uit elk huisje kwam een gresbuis waardoor de riool zo de beek in liep. Dat ging toen zo.
Na de filmvoorstelling liepen we meestal naar de Stationstrraat en gingen op de spoorbrug staan en maar hopen dat een stoomtrein langs kwam. Meestal wel.
Onder aan die spoorbrug was een openbaar urinoir. Groen dacht ik.
Kan me nog de geur herinneren…………..
Langs de Schandelermolen kom ik tegenwoordig wel vaak omdat mijn schoonvader in de Molenwei woont.
De molen is prachtig opgeknapt met een schapenwei er om heen..
Behalve de huizen langs de beek, loosde ook het slachthuis aan de Voskuilenweg op de Caumerbeek. Regelmatig was het water rood gekleurd. Ik ben eens in de beek gevallen toen ik vanaf dat sintelpad een steen in het water wilde gooien en mijn evenwicht verloor. Vaag herinner ik me dat er bij het begin van dat pad, aan de Gastrhuisstraat, een transformatorgebouw van de PLEM was waar het altijd zoemde.
Bert leeft helaas niet méér
Mijn ouders en zijn ouders hadden de zelfde buren
Als toevoeging tunnel einde klompstrsst richting schaesbergerweg was op de helling van de heuvelweg op 17 september altijd vuurwerk ter herdenking van bevrijding heerlen. De harmonie juliana uit voorzorg- mezenbroek begeleide dit
leuk bert, met die kleine details. Nu ik ze lees zie ik het ook weer voor me. Grappig dat uitroepteken achter “liep ik naar huis”. een eigen fiets was toen nog niet zo vanzelfsprekend he. Wat was dat toch met bang zijn voor woonwagenbewoners? Ik denk dat ik het antwoord weet. Op molenberg (op het dr.schaepmanplein onder de bomen) was ’s zomers kermis. Mijn moeder zei altijd dat ik moest oppassen, want “kiek oet vuur die luuj want die numme dich mit”. Waarheen vertelde ze er niet bij maar ik twijfelde niet aan haar woorden. Immers: moeders wil is wet!
Ja, die spoorbrug was ook voor mij onweerstaanbaar. Als de spoorbomen dicht waren en er een stoomlocomotief vanaf de stationskant naderde, dan wist ik niet hoe snel ik boven moest komen om daar lekker in de rook- en stoomwolken te gaan staan.
Een urinoir, onderaan die brug, herinner ik me echter niet (meer). In Amsterdam noemden ze zo’n pisbak een “krul”. Meestal waren ze van metaal en donkergroen of grijs van kleur. Later waren er ook betonnen urinoirs. Sommige viezerikken lieten er ook hun grote boodschap achter. Als je dan de hoge nood dacht te lenigen in zo’n afgeschermde plek, dan verliet je die schielijk om een boom of hek op te zoeken. Openbare urinoirs zijn er niet meer en piesen tegen een boom of hek heet wildplassen waarvoor je bekeurd kunt worden.
Klopt, daar stond een schakelstation.
Het gebouw staat er nog steeds.
http://files.archieven.nl/62/f/328-003/5129.jpg
leuk om dit te lezen hier, mijn moeder, ria rabeling heeft hier ook gewoond en ik ken het uit haar verhalen.