Tot mijn 12e woonde ik in Voerendaal. Vanaf ongeveer mijn 6e, dat was in 1960, ging ik regelmatig met mijn moeder naar ‘de stad’, altijd met de trein. In die jaren heb ik zo het centrum van Heerlen goed leren kennen.
Tot mijn 18e woonde ik in Welten. Dagelijks fietste ik naar het Bernardinuscollege en ik kwam ook hier en daar bij vrienden over de vloer. Mijn kennis van Heerlen werd zo uitgebreid met plukjes van sommige wijken van Heerlen.
Toen ging ik studeren, in het verre Nijmegen, waar ik nu nog steeds woon. In het begin kwam ik nog regelmatig thuis, maar de tussenpozen werden steeds groter en vanaf 1976 kwam ik er zo goed als nooit meer. Ik herinner me een keer, toen ik er bijna een jaar niet meer was geweest, dat tot mijn verbijstering de hele wijk rond de Geerstraat verdwenen was, of liever, vervangen door een totaal nieuwe wijk waarin ik in eerste instantie de weg niet wist.
In 2009, na een jaar of 35, begon het verleden te kriebelen: hoe zou Heerlen er nu uitzien, zouden de mensen en de sfeer veranderd zijn, zou men er nog steeds dialect spreken? In 2009 heb ik dus een paar dagen in Heerlen rondgezworven, in 2010 eveneens, en dit jaar weer even. Ik had me goed voorbereid: oude foto’s van het centrum opgezocht, met Google Streetview bekeken hoe het er nu uitzag, bekende punten gelokaliseerd. En wat waren de conclusies?
In ieder geval dat je na tientallen jaren afwezigheid een paar dingen opvallen aan Heerlen en zijn inwoners, dingen die een ‘autochtoon’ waarschijnlijk niet opmerkt. In Heerlen, en misschien in heel Zuid-Limburg, praten de mensen langzamer, luider en duidelijker dan in Nijmegen. Tot mijn opluchting wordt er ook nog steeds dialect gesproken, maar helaas bijna alleen door ouderen – als dat zo doorgaat sterft het Heerlens dialect uit. De mensen in Heerlen zijn ook gemiddeld dikker dan in Nijmegen, en er wordt veel meer gerookt.
Het centrum van Heerlen, vroeger sober en wat grauw, een beetje armoedig zelfs, vol druk autoverkeer, is er in die jaren flink op vooruitgegaan. Het is er nu gezellig en mooi, en autovrij, met als hoogtepunt het Pancratiusplein, en er is duidelijk nagedacht over hoe je het autoverkeer door de stad moet leiden. Alleen jammer dat zo veel oude en karakteristieke gebouwen gesloopt zijn en vervangen door een soort nieuwbouw die ik op zijn zachtst gezegd niet overal geslaagd vind. De wijken buiten het centrum blijven een beetje achter: er is opvallend veel groen, maar de meeste wijken ogen rommelig en onoverzichtelijk. Iets anders dat me opviel, en nogal voor de hand ligt: de heuvels. Ik had me nooit gerealiseerd dat je, welke kant je ook op fietst, vroeg of laat een pittige klim voor de kiezen krijgt. Geen wonder dat fietsen in Limburg veel minder populair is dan in de rest van Nederland, zoals ik laatst ergens las.
Zo, nu weet u een beetje hoe Heerlen wordt beleefd door een ex-inwoner die er heel lang niet meer is geweest en de stad met frisse blik bekijkt. Ik ben me weer een beetje Heerlenaar gaan voelen, en ik ben van plan elk jaar een paar dagen terug te komen om de sfeer van vroeger en nu met elkaar te vergelijken. Ik verwacht niet dat ik ooit nog kennissen van vroeger tegenkom: die gingen net als ik allemaal ergens studeren en ik heb nog nooit gehoord dat iemand na de studie terugkeerde naar Heerlen of omgeving.
Maar wie weet, de volgende keer dat ik er loop zie ik misschien iemand van achter in de vijftig lopen en herken ik met een schok een vroegere klasgenoot. Of zo iemand tikt mij op de schouder en zegt weifelend: ‘Ik geloof mijn ogen niet, ben jij niet…’. Dat lijkt me prachtig!
Wie in Nijmegen geboren is en daar na jaren weer terugkeert, zal vreemd opkijken bij de aanblik van de Waalkade: totaal onherkenbaar. Een oud-Arnhemmer zal zich ook vertwijfeld afvragen of hij wel in de goede plaats uit de trein is gestapt, wat eveneens geldt voor een oud-Apeldoorner. Kortom: in alle plaatsen is wel met de botte bijl gehakt in het kader van “met de tijd meegaan.” Wat Heerlen betreft, daar is het wel heel rigoureus gedaan door vrijwel alle relicten van de (ooit zo belangrijke) mijnbouw te slopen en vernietigen. Het lijkt wel alsof men zich schaamt voor het verleden. Daarom is het maar goed dat een instelling als o.a. Heerlen Vertelt bestaat. Daarmee worden herinneringen naar boven gehaald en wordt het verleden weer levendig.
geachte heer Smeets. Het is prijzenswaardig dat u een bijdrage levert aan Heerlen Vertelt.een paar dingen moeten me echter van het hart. U merkt zeer juist op dat er veel van ons cultureel erfgoed om zeep is geholpen. Of Heerlen er daardoor mooier en gezelliger door is geworden waag ik te betwijfelen. Er was de z.g. operatie hartslag voor nodig em een einde te maken aan prostitutie en drugscriminaliteit om het centrum van Heerlen zo veilig te maken dat je er ‘savonds enigszins veilig over straat kan.ik heb ook mijn vraagtekens bij Uw opmerking over rommelige en onoverzichtelijke wijken. Wat bedoelt u hier precies mee? Naar mijn mening is er juist veel gedaan aan renovatie en het meer bewoonbaar maken van diverse stadsdelen.. Het verbaast mij tevens dat u zich nu pas realiseert dat er zoveell heuvels zijn in onze omgeving. Iedere rechtgeaarde Heerlenaar weet dit al vanaf zijn prilste jeugdjaren. Bij het bezoeken van nabijgelegen dorpen moest je deze natuurlijke barrieres al op jeugdige leeftijd overwinnen. Dat is juist de charme van het fietsen in onze mooie provincie. Het fietsen hier is juist steeds zeer populair geweest en wordt nog steeds meer gewaardeerd. Denk b.v. Aan Limburgs Mooiste en veel andere fietsevenementen. Groetjes. Ton otten.
Inderdaad Ton O. Ik ben geboren in Heerlen, woonde op de Geerstraat en vanaf mn 11e of 12e Meezenbroekenaar, 35 jaar lang. Heerlen was met de komst van de voetgangerstunnel echt onveilig. De willemstraat,grasbroekerweg,saroleastraat? Voor je het wist was bij de winkelende vrouwen het tasje weggegrist. Als mn zus of moeder met de trein gingen werden ze van naar het station gebracht en ook afgehaald. Alleen lieten we ze daar niet naar toe gaan En mooier? Bekijk eens oude foto,s van prachtige panden waar Heerlen vol van stond. De hele mijnstreek was grauw door de mijnstof, maar zie nu eens hoe mooi zulke huizen zijn geworden door gevelreiniging. Ook die in een kolonie staan, b.v. de Beersdalhuizen.Rondom de geerstraat ken ik de weg bijna niet meer, laat staan nog veel herkennen.En heuvels… Logisch Heerlen ligt in een keteldal, dus om buiten Heerlen-C te komen moet je altijd bergop.
Veel wijken zijn gerenoveerd of nieuwbouw.Wat ik niet altijd even geslaagd vind, zeker Mznbrk niet. Maar Tonj O. heeft gelijk, daar is best veel gedaan. Heerlen-C hebben ze verknoeid, de tekentafelplanologen. Er mocht immers liefst niets meer aan de “Koel” herinneren ?Dus meneer Smeets, in ieder geval ben ik ook van mening dat ze Heerlen bedorven hebben in hun ijver er een modern ogende stad vann te maken. Gelukkig zijn de dames en heren bestuurders de laatste jaren wat terughoudener geworden om iedere architekt maar iets te laten bouwen wat eigenlijk totaal niet in het straatbeeld past of de gebouwen ernaast of rondom. Maar vele mooie gebouwen in het centrum zijn voorgoed verdwenen, jammer.En de operatie hartslag was hard nodig om het iets veiliger te maken, maar was eigelijk al te laat.
Wat te denken van de Amstel Gold Race per fiets. Die gaat o.a. over een weggetje vanuit Strucht met meer dan 20% omhoog naar de Keutenberg. Lang geleden mocht je daar ook met de auto naar boven en dat was best griezelig.
Geachte heer Smeets,
Ook wij, mijn vrouw Irene en ik zijn destijds naar Nijmegen getrokken en hebben daar van 1967 tot 1975 een kroeg gehad in het Wintersoord. Cafe Brandpunt werd wel eens betitteld met L.U.L., louter uit Limburg, een echt studentencafe met naast veel “Tukkers”” inderdaad veel Limburgers. In 2008 hebben wij een rèunie georganiseerd van toenmalige studenten in Nijmegen die min of meer geregeld bij ons in het cafe kwamen. Op uitnodiging van Servè Kuijer, ook student in Nijmegen toendertijd, werd de rèunie georganiseerd in het Roda-stadion tijdens de wedstrijd Road – NEC. Deelname was na bijna 35 jaar na Nijmegen een kleine 200 rèunisten. Aan de hand van een adressenlijst blijkt dat er zich na hun studie in Nijmegen zich ca. 25, voor zover mij bekend, in Heerlen hebben gevestigd en ik kom er dagelijks in Heerlen tegen.
Veel succes bij een volgend bezoek in Heerlen
Groet Frits Bardoul
Ha die Frits,
Wat leuk om je hier, onverwacht, tegen te komen.
Leuk ook om je reactie te lezen.
Hartelijke groet, ook voor Ireen!
Richard de Vries
Hallo Bert, als ik zo vrij mag zijn je zo bij die voornaam te noemen. Ik zie dat we ongeveer van dezelfde jaargang zijn. Ik had een vriend, ook uit Voerendaal met jouw achternaam, maar dan Hub. ook die ging naar het Bernardinus. Soms gingen we tafelvoetballen in jullie Voerendaalse kroeg of we maakten muziek samen in onze kelder met eierdoosjes behangen vanwege de isolatie. Mijn oma vond het altijd gezellig, als we repeteerden, dus kennelijk hielpen de doosjes niet zo.
Ik ken dat gevoel van eigenlijk- zou- je- heel- veel- mensen- moeten- ontmoeten als je terugkomt in je eigen stad waar je tot je 18e gestruind hebt. De realiteit is, dat ik in Amsterdam bekenden ben tegengekomen, in Utrecht, Leeuwarden, Berlijn, aan de Rhône en in Italië. Maar praktisch nooit in Heerlen, tenzij op een georganiseerde bijeenkomst zoals een reünie van school, het koor e.d. Ik wil wel eens iemand aanspreken, omdat ik denk, dat het wel eens een bekende zou kunnen zijn. heb het ook wel eens gedaan met een vrouw waarvan ik dacht, dat ik haar kende. Die dacht alleen maar, dat het een bebaarde openingszet voor een romance was. Heb het nooit meer gedaan.
Maar ze moeten er zijn, die Klasgenoten of Ex-docenten, Medefeestgangers, Öuwe Stompers, Bon Apetiters, Sintermeertijnen, Dienstweigeraars, Soulmates, Weltenbezoekers, Medefietsers, Boer Beukenbezoekers, Stille Liefdes, BPkorianen, Carnavalsgekken. Wellicht in 2013 op de reünie. en welicht tik ik jou of jij mij op de schouder. Je schreef een leuk herkenbaar stukje, groet.
Is de naam Frits Bardoul als in Frits Bardoul van Bekkerveld en café Schjoonmeekesj? Indien ja, dan heeft mijn vader de naam vroeger vaker genoemd. Die was eerst scheidsrechter, (toen hij zelf niet meer kon voetballen bij het O.N-team. Hij stond daar volgens mij bekend als “de Witte”) En toen het geren in álle richtingen niet meer ging, koos hij voor alleen heen en terug. Dat werd dus grensrechter bij Bekkerveld. Met (vaak lange) nazit natuurlijk.