Wie kent de gasmuntmeter nog?

‘S zaterdagsmorgens werd er gewoon gewerkt. Ook de lessen op school gingen door tot het middaguur. De arbeiders (behalve de koelpieten) hadden dan eindelijk tijd om wat klusjes te doen. Op de mijn had je natuurlijk ploegendiensten en die gingen uiteraard gewoon door. Ook had men dan wat meer tijd voor zijn hobby, zoals het houden van (ras)konijnen, kanaries en natuurlijk de niet weg te denken duivensport. Moeder de vrouw hield zich bezig met het voorbereiden van de maaltijd voor de zondag. Van gezamenlijk boodschappen doen was geen sprake.

Dit verhaal is onderdeel van een serie verhalen over het Dr. Schaepmanplein op de Molenberg.

Dat deed je als man toch niet (waarom eigenlijk niet?) De “Zondagse” soep werd uit een stuk soepvlees getrokken, hetgeen wel een paar uur duurde.
Tevens werd het stuk braadvlees voor de zondag aangebraden, de aardappelen geschild en gereed gezet en de groente schoongemaakt. Ook werd er een grote kom heerlijke pudding gemaakt en ter afkoeling op een koele plaats gezet. (Liefst niet buiten; een keer deed Ma dat toch, toen was de pudding letterlijk “voor de poes”). Doordat de pudding afkoelde kwam er een dik vel op. Dat vel werd niet door iedereen gewaardeerd! Pa en ik vonden dat wel heerlijk, vooral met een flinke dot slagroom erop. Heeeerlijk!

Als we ’s zaterdagsmiddags buiten speelden dan rook je in de buurt overal heerlijke kook-en bakluchtjes.
In die periode werd voor de gas-apparaten mijngas gebruikt, later werd dit vervangen door aardgas. Een tijdlang moest je gebruik maken van een gasmuntmeter. Muntjes ter waarde van tien cent kon je in de sigarenwinkel van Van Wersch in de Tollensstraat krijgen. Het gebeurde wel eens dat tijdens het koken de gaspit zwakker werd, een teken dat het muntje “op” was. Ik moest dan van Ma snel naar de sigarenwinkel rennen voor nieuwe muntjes anders werd alles weer koud. Later werden de muntmeters gelukkig vervangen door het type dat ook nu nog wordt gebruikt. Alleen een aantal wanbetalers behield de muntmeters.

Bron: Ton Otten | Gasmuntje uit Heerlen
Bron: Ton Otten | Gasmuntje uit Heerlen

‘S zaterdagsavonds was het tijd voor de uitgebreide wekelijkse wasbeurt. Het kolenfornuis in de keuken werd zodanig opgestookt dat de stalen ringen roodgloeiend waren; een paar ketels water werden zo aan de kook gebracht. Vervolgens werd de grote wasteil (de “buut”) naar binnen gehaald en gedeeltelijk gevuld met koud water. Dit werd met het hete water uit de ketels op een aangename temperatuur gebracht. De oudste broer Otto mocht als eerste te water, dan kwam Harrie en als laatste was ik aan de beurt. Je kunt je wellicht voorstellen dat het waswater na twee reinigingen niet meer helemaal schoon was! ( Zacht uitgedrukt). Geen nood. De bovendrijvende laag (de “grieze bruj”) werd er afgeschept, een beetje warm water erbij en het derde lijf werd te water gelaten.

Bron: geheugenvanoost.nl | Voorbeeld van een gasmuntmeter
Bron: geheugenvanoost.nl | Voorbeeld van een gasmuntmeter

Dan kreeg je schoon ondergoed aan, pyama eroverheen en afmars naar de woonkamer waar de kachel al lekker snorde. Als Pa en Ma alles weer hadden opgeruimd zat het hele gezin bij de radio in afwachting van een mooi hoorspel. Mijn favoriet was Paul Vlaanderen.
Als je niet over een eigen radio beschikte dan kon je je bij de P.T.T. abonneren op de z.g. “radiodistributie”; je kreeg dan een kastje in huis met daarin een luidspreker. Om van zender de wisselen draaide je aan een keuzeknop waarmee je een stuk of zes zenders kon kiezen.

Later kwam er een heuse geiser in de keuken: mensen,wat een feest!!! Geen geklooi meer met ketels water. Een douche was toen zeer zeldzaam maar Pa was niet voor één gaatje te vangen. Er werd een warmwaterleiding naar de schuur gelegd, een slang met douchekop op de leiding bevestigd en je was bijna klaar voor een heerlijke douche. Hoezo bijna? Wel, eerst werd er een straalkacheltje (een z.g. “Bes”) aangestoken met als brandstof petroleum (uit de petroleumhandel van Opa); als de schuur enigszins op temperatuur was, oftewel iets minder dan ijskoud in de winter, dan liep je in je onderbroek op je blote poten met een schone onderbroek in je ene hand en in de andere je handdoek vanuit de keuken door de sneeuw naar de schuur. Je schreeuwde “drieën mer oape” en in de keuken werd de warmwaterkraan opengedraaid.

Na de douche liep je dampend weer terug door de sneeuw naar binnen.
Op zondagmorgen kreeg je je beste kleren aan; samen met de hele bups op naar de kerk. Bij de ingang even je vingers in de wijwaterbak voor het verplichte kruisje en hup, plaatsnemen in de bank. Op sommige banken was een metalen plaatje met de naam van de “eigenaar” vastgemaakt: die plaatsen waren gereserveerd voor het “betere” volk. De mannen en de vrouwen zaten apart. In de kerk liep een “Suisse” rond, gekleed in een uniform met lange jas en een hoge steek op zijn hoofd.

In zijn hand had hij een vervaarlijk uitziende lans. Aldus uitgedost schreed hij statig door de kerk, speurend naar onraad. Dat hij niet altijd succesvol was moge blijken uit het volgende feit. Op een zondag zag een onverlaat kans om een behoorlijke hoeveelheid blauwe inkt in de wijwaterbak te gieten. Het resultaat laat zich raden: mensen met blauwe voorhoofden en bevlekte kleding. Schande! Schande! Schande! Maar wat hebben we (stiekem) gelachen. De naam van de Suisse was overigens Meneer Cupedo. Hij was rijschoolhouder en woonde met zijn gezin in de Woensdagstraat.

Ton

Ton Otten is in 1946 op de Molenberg geboren. Na 6 jaar Broederschool heeft hij 4 jaren op de St.Henricusmulo gezeten. Daarna ben is Ton naar de Luchtmachtkaderschool in Arnhem gegaan waar hij na een opleiding van 27 maanden bevorderd werd tot sergeant. Na op diverse Nederlandse vliegvelden te zijn gelegerd heeft Ton de dienst na bijna 7 jaren verlaten. Het ABP werd in 1970 zijn nieuwe werkgever, eerst in Den Haag en in 1972 in Heerlen. Daar heeft hij tot 2002 gewerkt. Toen kwam Ton in de WAO. Sindsdien houdt hij zich bezig met het repareren van klokken en met het schrijven van korte verhalen en gedichten, het liefst in het "plat". Het schrijven voor "Heerlen Vertelt" ziet hij als een leuke mogelijkheid om een steentje bij te dragen aan het doorgeven van een stukje geschiedenis aan jong en oud.

20 gedachten over “Wie kent de gasmuntmeter nog?”

  1. Mijn moeder maakte pudding door eerst melk in een pan te verwarmen tot bijna het kookpunt. Daarna voegde ze er puddingpoeder aan toe dat eerst met een beetje melk tot een papje was aangemaakt. Bij feestelijkheden werd de pudding soms in (aardewerken of stenen) vormen gegoten om daarna af te koelen. Andere zondagen ging het bij ons ook in een kom. Maar vooraf mocht ik de pan uitlikken. Héérlijk, vooral als er een aangebrand stukje in zat. Mijn buurtvriendje heeft ook meerdere keren bij ons de puddingpan leeg mogen likken.

  2. klopt helemaal Chris. Zoals je al opmerkte was je met dubbeltjes duurder uit. In die tijd probeerde men met alles zo goedkoop mogelijk door het leven te gaan. Lijkt in deze tijd van overvloed nauweliks voorstelbaar he. Groetjes. Ton.

  3. Ja ik kan me ook nog wel wat herrinneren.Dat we idd op zaterdagavond de buut in gingen.Ik had toen behoorlijk lange haren en heel veel pijpekrullen,daar werd meeen ei op de kop getikt en dan werden de haren gewassen,of je moest bij de winkel (bij Eggen)Karel v.d.oeverstraat een tubetje eiershampoo halen,zondagmorgen idd naar de kerk bij Jamin op de hoek naar binnen en op de kerktrap gaan zitten tot de mis uit was en dan naar huis.dan kreeg je zakgeld en ging je naar doortje swinkels Ja ik wou af en toe dat we die tijd konden terug draaien Wat hebben we altijd een lol gehad.Op woensdagmiddag bij Mijnheer en Mevrouw Vulhop spelletjes doen straatspelen in de staringstraat Ja ik vond het een geweldige tijd Toen was Molenberg nog echt Molenberg.Groetjes van een zuivere molenbergse.

  4. leuke reactie Truus. De familie Eggen heb ik uiteraard ook gekend. Zij namen de zaak over van de familie Den Held. Leuk detail: mijn buurman was tot voor een jaar geleden Frans Becholz. Familie van jou? Groetjes. Ton Otten.

  5. Ja,wij moesten ook opzaterdag onze wekelijkse wasbeurt met een dubbeltje in de buut met drie meisjes als het dubbeltje op ging er gewoon koud water over je haar om uit te spoelen daarna werden er pijpelokken in gedraaid van papierrolletjes en suikerwater.
    groetjes van oud limburger uit Drunen

  6. Hoi Ton.
    Ja ik ken jou ook nog.
    Inmiddels woon ik nu bijna 4 jaar in Noord Holland,ben de laatste keer in Limburg geweest toen het met Frans gebeurde.Helaas maar hij is voor altijd in m’n hart.
    Heel veel lieve groetjes van een limburgse hollander.

    1. Hello Truus. I read your lines and saw that you had a brother Frans? Can you tell did he go to the Broeder School in the late 1950’s? I use to have a Frans Becholz in my class. Greetings from New Zealand.

  7. hoi ton
    leuke site
    ik ben ook op de molenberg op gegroeit
    ben ook al bijna 49 jaar
    ik heb een leuke tijd gehad op de molenberg
    en De familie Eggen ken ik ook al lang
    ik werk in landgraaf
    6 dagen in de week
    met de bekende post
    en kwam een vrouwtje tegen
    en riep mijn achternaam
    en keek om en zei kan uw mij
    ja zeg ze jullie kwamen vroeger in de winkel
    en ja hoor het was mvr Eggen van het winkeltje
    wij hebben veel gepraat hoe het vroeger was hellaas is dhr eggen overleden
    al een tijd
    en ze hebben 1 zoon heb hem ook gezien naar zoveel tijd
    jo eggen
    ik kom van een groot gezin van 11 kinderen
    ik ben ook getrouwd en heb 4 jonge kinderen bijna 20 jaar getrouwd
    en woon nog op de molenberg
    zijn er vragen mag jullie rustig stellen
    gr gerard

  8. leuk Gerard dat je na zoveel jaren Mw. eggen weer eens hebt gezien. Ik kan me nog goed herinneren dat Jo werd geboren. Het echtpaar Eggen was toen al iets ouder. Het is goed mogelijk dat ik mij jullie gezin nog voor de geest kan halen als ik de achternaam weet. Groetjes. Ton.

  9. ik weet niet ofik de goede ton voor mij heb
    ik ken er een op de molenberg
    die 2 kinderen hebben
    jo is ook getrouwt en heeft 1 zoon
    die hebben vroeger de winkel gehad in de karl van oeverstraat gezeten en de straat door hebben jullie toch gewoondnet voor bij de hoek linker kant
    als ik fout heb hoor ik het wel sorry dan
    ik heb op de mariaschool gezeten don sartoschool
    en was leuke tijd
    en ik woon nog op de molenberg
    in een hele grote woning
    ik kom van een gezin met 11 kinderen
    10 broers en 1 zus
    wij hebben 3 woningen van boel gewoond
    gr gerard

  10. ja gerard. Ik ben de ton die jij bedoelt. Jouw vader en moeder heb ik heel goed gekend. Vader was niet zo heel groot en moeder was een indonesisch vrouwtje he. Schatten hoor! Pa heeft ooit onze caravan gekocht om met ma vakantie te vieren. Groetjes. Ton

  11. hoi ton leuk dat ik de goede persoon voor mij heb
    en woon jullie nog op de berg
    en ik ben de enigste van het gezin die er nog woont
    en met mijn ouders gaat
    vader heeft de ziekte van pakiston
    en stoma
    en moeielijk te been
    en moeder merk wij dat ze ouder zijn ook slecht te been
    ze genieten nu van het leven
    en hoe gaat het met jullie en de kinderen
    groetjes gerard

  12. rob van hout.

    mijn grootouders hadden de sigarenzaak/slijterij(m.van hout) op de hoek naast de bakkerij.toen ik 16 werd moest ik met opa naar de kelder en kreek mijn eerste sigaret en borrel. wat was mijn vader kwaad op zijn vader.nu met 77 jaar rook (sorry)nog steeds

    1. Hi Rob. I can remember your grandparents shop on the corner, just opposite the Theresa School (in the 1950’s and 1960’s). We used to spend our pocket money there to buy zoutedrop etc. Later on it became smokes of course. As a teenager our girlfriends use to wait outside the shop. Your grandparents were lovely. Good memories of that shop. I left the Netherlands (and thus the Molenberg) in August 1966 and immigrated to New Zealand as an 18 year old. In those days the bakery was a bit further down the Kerkrade Weg (about 50 meters) and their name was Pelt I think. They use to bake lovely Rijste Vla. Down the alleyway before Pelt’s there use to be a Fritte Shop and their name was Mercklebag I think. Great memories of the area. We also use to play soccer on the playground of the Theresia School. Greetings from Dunedin in NEw Zealand.

  13. De gasmuntjes , die kochten wij bij meneer Theunissen aan het dr Schaepmanplein de vader van Tinus, een hele lieve en aardige man met het syndroom van Down. Als de muntjes te duur waren en dat kwam wel vaker voor , werd er een miniscule nauwelijks zichtbare zaagsnede gemaakt in de lip waarin het slotje hing , even buigen en enkele muntjes “lenen”tot betere tijden. Meneer Theunissen deed of hij het niet zag als hij de muntenbak kwam legen.

  14. Hallo allemaal
    Wat vind ik dit leuk die reacties allemaal.Maar volgens mij zijn er veel meer echte MOLENBERGERS die nog veel weten te vertellen? Laat eens wat horen, is toch leuk?!
    Groetjes Truus.

  15. Ook wij hadden een gasmeter op gasmuntjes,
    en een elektriciteitmeter op guldens
    die laatste kreeg je als de rekeningen niet op tijd betaald werden,
    bij ons was werkelijk geen brood op de plank,nooit,het was echt arme troef
    ook ging ik met mijn oudere zus kolen zoeken langs de spoorbaan,met een
    onderstel van een kinderwagen,en de boodschappen gingen op de pof.

    Toen ik 13 was gingen mijn ouders scheiden en toen ging het al wat beter
    ik ben toen gaan werken bij scherpenhuizen 6 dagen per week dat was toen nog,

    Ja dat was nog een een tijd………………
    mijn vader had heel veel dorst,en Wiel Verwijlen,Sjef Paulissen vaarde er wel bij.

    Zo was het ook in veel andere gezinnen op de Molenberg

    Groetjes

  16. Leuk om dit te lezen.
    Ik woon tegenwoordig in Engeland.
    En geloof het of niet, hier word nog veelal gas en electra “betaald” met een meter waar je een “pre paid” kaart in stopt of een “fob”.
    Lekker ouderwets.
    Geen geld, geen gas/ electra…

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.