“Er waren ver voor de oorlog al pastoors en kapelaans die waarschuwden voor het nationaalsocialisme.
De Raad van Kerken en de NSB vlogen elkaar geregeld in de haren. In de krant stonden regelmatig felle brieven van mensen die zich tegen de NSB verzetten. Naderhand kwamen de brieven van de bisschoppen. Maar het was moeilijk, want de graaf was rooms-katholiek en veel NSB’ers waren dat ook. Je zag ze zondags in de kerk. Ze gingen ter communie, ze zaten in het kerkkoor, ze ontvingen gewoon alle sacramenten. Pas toen de kerk zei dat je geen lid mocht zijn, werd het anders. De NSB’ers gingen toen ook steeds meer tekeer tegen de kerk, tegen de gezagsdragers. De gewone gelovigen probeerden ze mee te nemen in hun kritiek op de kerk. Niet alle katholieken vonden het goed dat NSB’ers geen sacramenten meer mochten ontvangen. En eigenlijk was ik het daar ook mee eens. Ze waren toch rooms-katholiek.”
“Ik ( Jan Lodewijk Albert Custers red.) ken priesters die met groot gevaar voor eigen leven hebben meegeholpen en menigeen heeft dat niet overleefd. Na de oorlog hoor je daar wel eens andere verhalen over, maar ik kan niet anders zeggen dat zonder de kerk het verzet veel en veel minder had kunnen doen. In Hoensbroek waren er natuurlijk kapelaan Hermans en andere kapelaans. Hermans was vaak het beginpunt van acties, van transporten en zeker van onderduik. In heel Limburg deed Leo Moonen van het bisdom heel veel. En zo waren er nog wel andere priesters. Trouwens, niet alleen de roomse kerk verzette zich tegen de Duitsers. Andere kerken deden dat ook en meestal trok men samen op. In Hoensbroek en Heerlen is bijvoorbeeld dominee Pontier heel actief geweest voor onderduikers. Hij werd uiteindelijk wel ontdekt en weggevoerd, maar kwam gelukkig ook weer terug.”
“Kapelaan Jan Keulen uit Heerlen was ook betrokken bij de LO en hij heeft veel goed werk gedaan. In Hoensbroek had je dan ook nog pater Holthuyzen en pater Moonen en zo kan ik nog wel even doorgaan.”
“In het begin kon je nog niet zoveel doen, maar vanaf 1942 werd het verzet al meer georganiseerd. De kerk nam het op zich om het verzet te stimuleren en te ondersteunen. Op de Emma probeerde je de invloed van NSB’ers te verminderen of te voorkomen. Waar je maar kon, probeerde je mensen te helpen die door Duitsers of NSB’ers werden bespioneerd of opgejaagd. Vanaf de mijnstaking in 1943 groeide het verzet natuurlijk heel snel. Veel meer mensen gingen in de illegaliteit. De Duitsers hadden dat zelf uitgelokt met hun verschrikkelijke maatregelen. Je wist ook dat de kerk achter je stond en menigeen is gevlucht en door priesters opgevangen of in onderduik genomen. Later werden de priesters zelf opgejaagd en ze moesten daardoor ook zelf onderduiken.”
Het Christelijk geloof is de NSB’ers heilig
“Al in november 1933 waarschuwen de bisschoppen de gelovigen voor “de nationaalsocialistische beweging en verwante stromingen”. De kerkleiders spreken in een brief aan de kerken van “een kortzichtige roekeloosheid” als katholieken menen toch het nationaalsocialisme te kunnen accepteren en zelfs steunen. In 1932 lijkt de NSB vooral een ‘Hollandse’ aangelegenheid, die vanuit Utrecht wordt geleid. Maar met een NSB-bijeenkomst in juni 1933 in Roermond wordt voortvarend gestart met het werven van leden in Limburg. Bij de Statenverkiezingen in 1935 behaalt de NSB in Limburg de hoogste score van alle Nederlandse provincies. De winst bij de verkiezingen levert twee zetels op in de Eerste Kamer, waarvan er één meteen wordt bezet door De Marchant et d’Ansembourg.”
“De NSB is zich bewust van de felle tegenstand vanuit de clerus. In het lijfblad Houzee van de Limburgse afdeling van de NSB wordt nog gemeld dat “het Christelijk geloof de NSB’ers heilig is” en dat “NSB’ers het kruis niet zullen misbruiken als dekmantel voor Roomse partijbelangen en baantjesjagerij”. Men vreest de weerstand vanuit de RK-Kerk. NSB-leider Mussert reist zelfs naar het Vaticaan, overigens op advies van D’Ansembourg. Hij wordt door Mussolini geïntroduceerd bij Paus Pius XII, maar keert met lege handen terug..”
Postuum eerbetoon
Deze publicatie is een stuk uit het boek “Verder niets bijzonders: anekdotes over Hoensbroek in bezettingstijd“, een postuum eerbetoon aan alle bekende en onbekende Hoensbroekenaren die zich hebben ingezet voor de illegaliteit. Het is dus ook een postuum eerbetoon van Paul Custers aan zijn vader, dat spreekt. Paul heeft geprobeerd om anekdotes en fragmenten waarvan zijn vader hem deelgenoot heeft gemaakt, terug te vinden in documenten, archieven en verhalen van getuigen en nabestaanden. Die verhalen vormen de leidraad voor de opbouw en indeling van het boek “Verder niets bijzonders: anekdotes over Hoensbroek in bezettingstijd“, dat daarmee veel meer een reconstructie van herinneringen dan een geschiedschrijving is.
Lees hier meer over het boek “Verder niets bijzonders: anekdotes over Hoensbroek in bezettingstijd”
Het boek is vanaf 29 oktober 2011 te koop bij de betere boekhandel of via bovenstaande link
Een mooi verhaal en een verdiend eerbetoon aan hen die met gevaar voor eigen leven deelnamen aan het verzet! Pastoor Frijns uit de Meezenbroek nam ook deel aan het verzet. Groetjes. Ton Otten.
..de geschiedenis lijkt zich te herhalen, bij de laatste verkiezingen kreeg de pvv in limburg de meeste stemmen. de toekomst zal uitwijzen wat de echte agenda bleek te zijn van de pvv..nooit meer oorlog, nie wieder krieg..ook dat bleek een utopie te zijn. de mens zal nooit veranderen.
Heb zojuist op internet veel verhalen van “De Engelenjongens” uit Bleijerheide gelezen. Wát ben ik blij dat mijn socialistische, PvdA stemmende, ouders mijn broer en mij zelf hebben opgevoed en die ouderlijke verplichting niet in handen hebben gelegd van de toenmalige oppermachtige R.K. geestelijkheid. Met het “Wir haben es nicht gewüsst” kan de schijnheiligheid niet langer verbloemd worden. Maar helaas, de mens zal nooit veranderen.
Als vroegere leerling van het jongenspensionaat in Bleijerheide kan ik de bevindingen van de commissie Deetman volledig beamen.
Hoewel ik intimitieten van de broeders en opvoeders nooit persoonlijk heb meegemaakt was dit wel bij de meeste leerlingen bekend.
Wat ik wel heb meegemaakt en nooit zal vergeten zijn de veelvuldig toegepaste lijfstraffen voor het minste of geringste vergrijp (een slecht cijfer op school was al voldoende aanleiding).
Het pak slaag dat je kreeg gebeurde met een oude stoffer zonder haren. Je ging bij de broeder over de knie en dan meppen maar jongens. Het was behoorlijk pijnlijk en ik denk dat de broeder in kwestie er stiekem van genoot.
Omdat ik niet zo’n braaf jongetje was (volgens de toen heersende katholieke moraal) heb ik vaak van bovengenoemde behandeling mogen genieten. Een klasgenootje van mij, de nu bekende schrijver Jeroen Brouwers, was een van mijn kostschoolmaatjes en vaak ondergingen we de bestraffing samen.
Dit is zo doorgegaan tot ik besloot dat het genoeg was( ik was 13 of 14 ) en een keer teruggemept heb.
Toen was ik natuurlijk niet meer te handhaven als leerling en werd tot mijn geluk naar huis gestuurd.
Wat me wel na al die jaren nog dwars zit is dat broeders en paters in het katholieke Limburg bepaalden hoe je verdere studie en toekomst eruit zouden zien.
Na mijn kostschooltijd bezocht ik de HBS in Kerkrade waar het van hetzelde laken een pak was. Ook geleid door broeders of paters (ik dacht Franciscanen) werd je als leerling geacht ’s morgens om zeven uur de mis op de zolder van de school bij te wonen. Omdat ik mij in die tijd al behoorlijk begon af te zetten tegen de katholieke opvoedmethodes ging ik meestal niet meer naar deze missen toe. Ook dit was weer reden om mij van school te sturen.
Als ik nu zie en hoor wat er allemaal aan de hand is in de katholieke kerk verbaast me dat helemaal niet. ik wist al op jonge leeftijd dat er een en ander niet in orde was binnen die gemeenschap.
Ik denk dan ook dat de uitspraak van Simonis een dubbele bodem heeft; de duitsers gebruikten deze term na de oorlog om iets te ontkennen waarvan ze wel degelijk op de hoogte waren!
De leugen regeert. En de eigen mislukte wensen zijn niet de schuld van de rooms-katholieke opvoeders en priesters die vaak met inzet van geheel hun leven het beste uit hun leerlingen wilden halen en deze leerlingen alle kansen boden. Een strenge schooldiscipline is geen “mishandeling” of “misbruik”. U overdrijft, kijkt met haat terug, en denkt dat u toen zogenaamd alles “wist”. Dingen “wist” waarvoor zelfs nu niet eens bewijzen zijn aangedragen. U doet mee met de ANti-Katholieke Hetze, Bosten. Of bent u Brouwers zelf, alter-ego? De heer Bert Nijkamp is als Socialist een kerkhater, dat is bekend. Net zoals de Nazi’s, haten de Communisten en Socialisten de Kerk. En schrikken niet voor leugenpropaganda tegen heilige geestelijken terug. Onze goede R.K. geestelijken die zoveel goeds hebben gedaan voor katholieken én niet-katholieken (onderduikers en anderen).
In de oorlog zat de Heerlense kapelaan Berix ook in het verzet. Hij is later opgepakt en omgebracht.
Het kan wel zo zijn dat de sommige pastoors in het verzet zaten, maar de paus zegende de wapens van Hitler wel met harte lust. Daar zijn foto’s in overvloed van. Nee nee beste mensen die kerk stond mede aan de wieg van de oorlog.
Of de paus de wapens van Hitler daadwerkelijk gezegend heeft weet ik niet. Wel heeft hij zijn zegen gegeven aan de veldtochten van de Italiaanse fascisten in hun pogingen om het Romeinse Rijk opnieuw te vestigen.
Ook heeft Pius XII met de duitse Nazipartij al in het jaar 1933 het z.g. Reichskonkordat gesloten , dat inhield dat de Nazi’s hun gang konden gaan zonder inmenging door de katholieke kerk.
Het verdrag werd op 20 juli 1933 gesloten en namens PiusXII tekende kardinaal Pacelli en namens de Nazi-partij Franz von Papen.
De Duitse schrijver Rolf Hochhut heeft over dit verdrag het toneelstuk “Der Stellvertreter” geschreven.
Het zal best dat priesters in het verzet zaten, net zoals mensen uit alle lagen van de maatschappij, maar dat kan toch de indruk niet wegnemen dat de katholieke kerk ook toen aan de verkeerde kant stond.
Even een correctie; het was pius XI die het Reichskonkordaat afsloot.
Tot zijn verdediging moet aangevoerd worden dat hij later min of meer spijt van zijn verdrag met de Nazi’s kreeg en waarschuwde tegen de gevaren hiervan. Toen hij in 1939 overleed kwam Pius XII aan het hoofd van de Katholieke Kerk. Deze Paus heeft gedurende de hele 2e
wereldoorlog de andere kant uitgekeken als hij signalen kreeg over
nazi misdaden zoals de holocaust.
Wie kan mij nog vertellen over het verzet tijdens de oorlogsjaren in Heerlen/ Molenberg.
In de 60er jaren woonde ik op kamers bij Mevrouw Cornips – Kengen aan de Molenberglaan. Haar echtgenoot Ernest Cornips, die werkzaam was bij de reclassering, is aan het eind van de oorlog opgepakt door de duitsers en is korte tijd daarna doodgeschoten in kamp Vucht. Ik meen mij te herinneren dat hij per vergissing is opgepakt. Men was op zoek naar hun zoon Jan, die in Nijmegen economie studeerde en vanuit het Nijmegse verzet een kontaktfunctie had met het Heerlense verzet. Zoon Jan heeft de oorlog overleefd en heeft later in Maastricht gewoond, gewerkt en een gezin gehad.
In de Heerlense verzetsgroep zaten oa een heerlense chirurg, de toenmalige kapelaan van de molenberg en was het ziekenhuis een belangrijk adres voor allerhande verzetsactiviteiten.
Het verbaast mij dat er nauwelijks historisch materiaal over deze groep en over deze nare periode te vinden is. Wie kan mij helpen?
Jos Vuurstaek
Geachte heer Vuurstaek,
Over het verzet in en vanuit Heerlen is de nodige informatie te vinden in: A.P.M. Cammaert – Het verborgen front. Geschiedenis van de georganiseerde illegaliteit in de provincie Limburg tijdens de Tweede Wereldoorlog. Wellicht kunt u dit boek in een bibliotheek vinden.
Overigens heb ik onlangs een conceptartikel over Constant Cornips geschreven, bestemd voor heemkundeblad ‘Het Land van Herle’.
Met vriendelijke groetm
Marcel Krutzen
Bedankt Marcel Krutzen bedankt voor uw reactie, ik ga ernaar op zoek.
Jos Vuurstaek
Beste Jos ,
ik spreek regelmatig een oudere mevr. Die Fam. Is van ernest cornips. Je mag hierover contact met me opnemen want zij heeft mij vaker het verhaal van ernest verteld
Groet,
Marianne Debets
m.debets@orbisconcern.nl
Bedankt Marianne Debets. Ik zou graag met die mevrouw ( familie van Ernest Cornips ) in gesprek komen. Kan ik dat via jou regelen?
Ik heb het idee dat wij elkaar kennen van oa TKI.
Hartelijke groet,
Jos Vuurstaek
PS. Ik wordt as dinsdag in het zh R’mond opgenomen voor een week.
Hallo Jos. Heb met interesse het artikel en de commentaren gelezen. Ik begrijp de soms felle reacties wel.bepaalde zaken liggen nu eenmaal zeer gevoelig. Voor wat betreft hetverzet op de Molenberg: ik heb 32 jaar bij het ABP op de afdeling gewerkt die de belangen behartigde van de verzetsdeelnemers.
Ik weet dat op de molenberg met name een aantal slagers in het verzet zaten, maar ook eenaantal andere personen waarvan ik de namen hier niet wil vermelden.Alsje eenvan mijn artikelen op deze site wil lezen kom je mijn e-mailadres tegen.
Ik wil je graag iets meer vertellen over een paar verzetsdeelnemers.
Groetjes.