Bron: oorlogsslachtoffersculemborg.nl | Met ingang van 1 mei 1941 voerde de bezetter de Gewestelijke Arbeidsbureaus in.

Foute Heerlenaar (1)

De tijd van de dodenherdenking en bevrijding is weer voorbij. We herdachten degenen die hun leven offerden in de strijd tegen de duitse overheerser.

Ook degenen die actief waren u in het verzet kregen de nodige aandacht, alsmede zij die leden onder de verschrikkingen in de concentratiekampen.

In de media komen dan ook de foute Nederlanders ter sprake. De vader van mijn vrouw Els, Jan Peeters uit Meezenbroek, behoorde tot de eerste categorie. Zijn broer Willie tot de “foute” tweede.

Beide jongens kwamen uit een gezin met zes kinderen waarvan zij de twee jongsten waren. De vader was een zeer tirannieke man die de twee jongens verplichtte om hun steentje bij te dragen aan de stichting van een duizendjarig rijk zoals dat Adolf Hitler voor ogen stond.

Bron: oorlogsslachtoffersculemborg.nl | Met ingang van 1 mei 1941 voerde de bezetter de Gewestelijke Arbeidsbureaus in.
Bron: oorlogsslachtoffersculemborg.nl | Met ingang van 1 mei 1941 voerde de bezetter de Gewestelijke Arbeidsbureaus in.

Willie nam gedwongen dienst bij de S.S.; vanwege een handicap was Jan ongeschikt voor het leger. Hij moest zich melden voor de Arbeitseinsatz. Door mijn werk heb ik ruim dertig jaren ervaring opgedaan met verzetsmensen en vervolgingsslachtoffers. Maar nooit heb ik iets aan pap gemerkt waardoor ik een link kon leggen met zijn verleden. 35 jaren zweeg hij over die donkere periode. Zelfs zijn vijf kinderen waren niet op de hoogte van de dramatische gebeurtenissen in zijn verleden.

Lees hier het bizarre verhaal over twee broers die in de oorlog feitelijk elkaars vijanden waren.

Terug van vakantie
Het is zomer 1980. Ik ben met vrouw en kinderen op vakantie geweest. Via Duitsland zijn we naar Zwitserland gereden. Een paar dagen op de camping en dan via een korte omweg door Italië naar Frankrijk. Na twee weken via Duitsland terug naar Heerlen.

Na een voorspoedige reis komen we vroeg in de middag weer thuis. We besluiten even bij de wederzijdse ouders aan te wippen. Om 3 uur komen we bij mam en pap in Meezenbroek aan. Het is buiten zeer warm en daarom besluiten we om binnen koffie te drinken. Na en tijdje zegt Pap: “Hoe ben je bij nou precies gereden ?”
Ik zeg: “Ik pak even het boek met wegenkaarten uit de auto, dan laat ik het je zien”.

In de tussentijd gaat Mam met Els de deur uit. Ze willen wat voor bij de koffie. Als ik weer binnen ben wijs ik hem de route op de kaarten aan. Hij kijkt me peinzend aan en zegt tot mijn grote verbazing : “Daar ben ik ook geweest”. Nu moet je weten dat hij jaren geleden door een ongeluk en been is kwijtgeraakt en door die beperking nooit veel heeft gereisd. De kerk in Meezenbroek, het KEV-terrein en het centrum van Heerlen lagen nog net binnen zijn bereik.

Het ongeloof moet duidelijk van mijn gezicht af te lezen zijn geweest want pap zegt: “Ja, echt waar, in die landen ben ik ook geweest”.
Ik zeg : “Hoe ben je dan teruggekomen in Nederland?”
Waarop hij antwoordt: ” Met de trein, en uiteindelijk ben ik in Roosendaal aangekomen”.

Pap, het kan ook anders. Weet Mam alles?
Ergens ver in mijn achterhoofd begint een belletje te rinkelen: lijkt dit niet erg veel op de route die de door de Amerikanen bevrijdde concentratiekamp-bewoners en krijgsgevangenen hebben afgelegd? Geschokt dringt dat besef steeds helderder tot mij door. Dan stel ik hem de vraag waarvan ik het antwoord vrees:

“Pap, heb jij soms in Duitsland gevangen gezeten?” Hij wordt lijkbleek en begint over zijn hele lichaam te trillen. Hij wil een sigaret draaien maar met zijn trillende handen lukt dat niet. Ik geef hem er een van mij. Vervolgens vraag ik hem waarom hij verdomme nooit iets heeft gezegd.
Geen antwoord.
Weer en vraag: “Weet je wel wat je jouw gezin hebt aangedaan door zo lang te zwijgen?”.
Geen antwoord. Weer een vraag: “Wie weten dit wel?”.
Geen antwoord. “Blijf je nou zwijgen Pap? ” Dan die gepijnigde blik in zijn ogen. “Laat me toch met rust man!”.

“Nondeju pap, zo kun je toch niet doorgaan!”
“Oh nee jongen? Zo gaat het al 35 jaar. Daar kunnen best nog een paar jaartjes bij.”
“Pap, het kan ook anders. Weet Mam alles?”
“Niet alles, ik hoef jou toch niet uit te leggen hoe wij in elkaar zitten?”
(Hè hè, er ontstaat wederzijds vertrouwen!)
“Nee Pap. Je hoeft me vandaag ook niet alles te vertellen, maar maak een begin.”
“Jong, geef me nog eens een sigaret, dan ga ik je over Buchenwald vertellen.”

Lees hier deel twee van het verhaal “Foute Heerlenaar”

Ton

Ton Otten is in 1946 op de Molenberg geboren. Na 6 jaar Broederschool heeft hij 4 jaren op de St.Henricusmulo gezeten. Daarna ben is Ton naar de Luchtmachtkaderschool in Arnhem gegaan waar hij na een opleiding van 27 maanden bevorderd werd tot sergeant. Na op diverse Nederlandse vliegvelden te zijn gelegerd heeft Ton de dienst na bijna 7 jaren verlaten. Het ABP werd in 1970 zijn nieuwe werkgever, eerst in Den Haag en in 1972 in Heerlen. Daar heeft hij tot 2002 gewerkt. Toen kwam Ton in de WAO. Sindsdien houdt hij zich bezig met het repareren van klokken en met het schrijven van korte verhalen en gedichten, het liefst in het "plat". Het schrijven voor "Heerlen Vertelt" ziet hij als een leuke mogelijkheid om een steentje bij te dragen aan het doorgeven van een stukje geschiedenis aan jong en oud.

One thought to “Foute Heerlenaar (1)”

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.