Het grote woord is eruit! Ik verwacht dat nu iets naar buiten komt wat 35 jaren is opgekropt. Jan trekt een paar keer nerveus aan zijn sigaret. “Pap, allez, het zal je opluchten”. Hij kijkt me aan alsof hij wil zeggen: “jij hebt makkelijk lullen”.
Dan komt zijn verhaal.
Dit is deel twee van het verhaal “Foute Heerlenaar”. Lees hier deel 1.
Het is zomer 1941. De Duitsers hebben bedrijven verplicht om werknemers beschikbaar te stellen voor de Arbeitseinsatz. Jan werkt als huisschilder bij het Heerlense schildersbedrijf Van Wersch in de Emmastraat. De boekhouder heeft hem aangemeld, nu hoeft hij zich niet zelf te melden, zoals zijn vader hem opdroeg.
Een paar maanden gaan voorbij zonder dat hij iets hoort. Het wordt winter. Dan komt het bericht: op een koude donkere novemberdag moet hij zich melden op het station in Heerlen. Samen met een aantal andere jongemannen wordt hij onder begeleiding van twee Duitse soldaten in de trein gezet. De trein gaat richting Venlo. Hij begint te beseffen dat hij nu toch wel een erg onzekere toekomst tegemoet gaat. Het plan komt in hem op om er vandoor te gaan.
Aankomst in Venlo
Bij aankomst op het station in Venlo moet het gezelschap naar een ander perron. Jan vraagt of hij even naar het toilet mag. Dat mag, maar er gaat een Duitser mee die voor de deur van de toiletten blijft staan. Door een raampje kruipt hij naar buiten en loopt over het stationsplein weg. Eenmaal in een zijstraat gekomen begint hij te rennen. Hij vraagt de weg naar de Rijksweg naar het zuiden. Als hij daar aankomt krijgt hij een lift
van een vrachtwagenchauffeur die zijn lading in Maastricht moet lossen. Vandaar lift hij naar Heerlen.
Terug thuis
Als hij thuis komt verzint hij een smoes voor zijn woedende vader: de reis is uitgesteld, hij krijgt nog bericht! Dat bericht komt sneller dan verwacht. Op de avond van de volgende dag staat de Grüne Polizei voor de deur en Jantje wordt de volgende dag weer naar Venlo gebracht. Vandaar gaat de reis naar Kaldenkirchen waar hij wordt gehuisvest bij een gezin met twee kinderen. De dag erna wordt hij opgehaald en naar een fabriek gebracht waar onderdelen voor raketten worden gemaakt. Na een gedegen instructie wordt hij aan het werk gezet. Na een paar weken gaat hij nadenken waar hij nu eigenlijk mee bezig is. Het is niet ondenkbaar dat wapens waar hij aan heeft gewerkt worden ingezet tegen landgenoten en zelfs tegen zijn familie. Dan neemt hij een fatale beslissing die zijn leven ingrijpend zal beïnvloeden: hij begint te saboteren door onderdelen verkeerd in elkaar te zetten. Maar hij heeft geen rekening gehouden met de “Deutsche Gründlichkeit”.
Sabotage
Controleurs komen er al snel achter wie de boosdoener is. Na een waarschuwing en een flink pak rammel wordt hij weer aan het werk gezet. Na een tijdje is hij weer stout: hij beschadigt onderdelen voordat hij ze monteert. Hij loopt weer tegen de lamp.
Deze keer wordt hij na een stevige aframmeling overgeplaatst naar een klein strafkamp en het is afgelopen met zijn bewegingsvrijheid. Toch gaat hij door met zijn sabotage: deze keer zet hij zijn ploegmakkers aan tot verboden activiteiten. Nu loopt de hele ploeg tegen de lamp. Na diverse gewelddadige verhoren en dreigementen wordt hij verraden door een van zijn ” kameraden “.
Jan wordt door de S.S.opgepakt en overgeplaatst naar concentratiekamp Buchenwald.
mooi of eigenlijk een verschrikkelijk verhaal. ik neem trouwens aan dat met werkgevers werknemers worden bedoeld.
Correct Bert. Sorry voor de verwarring.
Groetjes.Ton.
geen excuses nodig hoor, het was maar een gewone verschrijving die je kunt maken als je in het vuur van een dergelijk verhaal zit. ik vind het een mooi en verschrikkelijk verhaal, je kunt in elk geval de pijn en de triestigheid tussen de regels voelen en ben dan ook zeer benieuwd hoe het verder gaat! sterkte met het opschrijven en verwoorden.
Door al die sabotage is hij een held
Hartstikke bedankt voor jouw positieve mening Wim!