Een prachtige zomeravond in de Hessellestraat – nu Burgemeester Waszinkstraat in Heerlen.
Wij – mijn vriendje Ben Spaan – zoon van de commissaris van politie te Heerlen – en ik – Matti Lendfers zaten met ons tweeën op het stoepje met onze voeten op de straat. Dat kon toen nog, het zal in de eind veertiger jaren zijn geweest van de vorige eeuw we waren toen zo’n zeven / acht jaar oud denk ik.
We zaten gezellig te kletsen over van alles en nog wat en opeens zeg ik tegen mijn vriendje: “Ben, kijk daar komt d’r roeë Jansen’ Hij was voor de hele jeugd in Heerlen-Aarveld/ Bekkerveld een (negatief) begrip… politieman… en rode haren en zo fanatiek als een politieman maar kon zijn, maar dan op de verkeerde manier.
Je hoefde hem maar aan te kijken of hij stond al bij je om te vragen:”is er wat?” … Als we ergens in een wei aan het spelen waren en je zag hem komen stoven wij uit angst alle kanten op… En hij met de fiets achter ons aan.
Nou die avond dus, het zal zo’n acht uur zijn geweest kwam hij dus op zijn oude fiets aan rijden, in onze richting. We waren in een goeie bui en Ben zegt tegen me, Matti, je durft niet “Blauwe” te roepen? Blauwe was de toenmalige “scheldnaam” voor een politieagent…
En ja hoor, Matti durfde het wel en ik riep in het voorbij rijden heel zachtjes zodat we het zelf bijna niet konden horen: ”Blauwe!” Hij reed enkele meters door en stopte… Ons hart zat ik onze keel en we wilde het liefst hard weg lopen, maar het was al te laat.
Hij ging voor ons staan en keek vanuit de hoogte op ons neer en zei: “Wie riep daar blauwe?” Na een lange pauze en nadat Ben me had aangekeken zei ik:
”Ik meneer”.
“Hoe heet je?”
“Matti Lendfers meneer…”
“En jij?”
“Ik ben zijn vriendje en ik heet Ben Spaan…”
“Is je vader commissaris van politie?” vroeg Jansen?
“Ja meneer…”
Nou dat was koren op de molen voor d’r roeë Jansen. Nu kon hij een goede beurt maken en schreef onze namen op.
Toen hij klaar was kwam een antwoord wat ik nooit meer heb vergeten……. “Het is nu acht uur en over een half uur komen jullie op het bureau van politie en melden je daar” (Akerstraat) nou we dachten dat we door de grond zakten en we stikten van de angst.
Naar huis en alles verteld, ja er zat niets anders op dan gaan zeiden ze thuis dus wij beide handje aan handje met de broek vol van angst naar het politiebureau, daar aangekomen kwam een agent naar ons toe en vroeg wat we kwamen doen? We moeten ons melden bij mijnheer Jansen… “Oh, ga daar maar zitten”. We gingen op een houten bankje in de gang zitten en de angst gierden ons door de keel totdat…..Ja, daar was hij: d’r’ roeë Jansen… en hij ging breeduit voor ons staan en keek ons vanuit de hoogte aan.
“Voor mijn part hang je ze op!”
Op dat moment ging de deur van het bureau open en wie kwam er binnen?
De vader van Ben Spaan in vol ornaat met sterren en strepen en alles erop en eraan. Hij kijkt naar ons en in het voorbij lopen zegt hij tegen Jansen:” Wat doen die twee hier? Jansen zei iets tegen hem wat we niet verstonden maar het antwoord hoorden we wel degelijk:
“Ik weet niet wat je met ze moet doen, maar voor mijn part hang je ze op!”
Nou dat was te veel, wij brulden van angst en dachten sjonge wat gebeurd hier allemaal… Uiteindelijk werden onze namen en adressen genoteerd en mochten we naar huis… Weken gingen voorbij en we werden weer heldhaftig zo van we horen niets meer daar zijn we goed weg gekomen… Totdat een brief in de bus viel van de politie Heerlen voor Matti Lendfers en Ben Spaan.
We moesten ons zaterdagmiddag twee uur op het politiebureau melden. Wij weer dagen in angst, toen de dag was aangebroken zijn we naar het bureau gegaan en zagen tot onze verbazing dat we niet alleen waren maar dat de jeugd van half Heerlen er ook zat en stond te wachten…
Tot slot – we moesten als straf stukken over schrijven wat, weet ik niet meer, maar wat ik wel weet is dat ik dit mijn leven lang niet vergeten ben.
de scheldnaam ‘blauwe’ wordt tegenwoordig nog altijd gebruikt. bijv.: “dat blauwe tuig dat te lui is om uit de politieauto te stappen en lamlendig rondrijd”.
Ik ben benieuwd of de Roeë va Welte echt rode haren had, kwam de rode kleur van de opwinding of wellicht van de grote rode buitenlamp die aan de laatste woning van de Doom (daar woonde hij) hing.
Groet, Ton
Dag Ton,
Bedankt voor je bericht , ik weet alleen dat hij zo genoemd werd en wel om zijn rode haren, van een rode lamp aan hun huis is mij niets bekend, hij woonde a/d Doom……de boerderij of?
groet,
matt lendfers
p.s. waar heb je deze informatie van?
L.S.,
Op bijgevoegde groepsfoto staat Leonard Willem SCHLICHER, als politieman werkzaam in Welten. Welten had een politiepost in De Doom. Schlicher werd op 3 februari 1892 te Linne geboren. Hij is op 19 oktober 1965 te Heerlen overleden en is in Peij begraven. Schlicher woonde aan de Laanderstraat te Heerlen. De naam ‘Schlicher’ roept bij vele oudere Weltenaren allerlei herinneringen op. Evenals politieagent Jansen wist hij van wanten!