Bron: Rijckheyt.nl | Ansichtkaart van Hotel de la Poste

Overnachten in Hotel de la Poste

De reis gaat naar Gulpen; buiten is het grauw en grijs, maar in de auto heerst de verwachting. Want sinds 2012 schrijft Heerlen Vertelt zijn verhalen vanuit een pand aan de Geleenstraat 32 in Heerlen. Archieven werden nageplozen en diverse verhalen, anekdotes en bijzondere foto´s van het pand passeerden de revue. Zo zou er een hotel zijn geweest op de plek waar later aankomende kappers leerden knippen en permanenten. Hotel de la Poste. Toch ziet de gevel er op de oude foto’s anders uit dan de gevel van nu. Hoe zit het nu echt? Krijgt de redactie van Heerlen Vertelt vandaag het verlossende antwoord?

Een tijdje geleden plaatste Heerlen Vertelt een oproep: wie kan er meer vertellen over Geleenstraat 32? Dat leverde een reactie op van Fons Heinrichs. Zijn oom Frans Peters (88) was vroeger werkzaam in het hotel, sterker nog hij was een van de drie zoons van de eigenaar van Hotel de la Poste.

Na 86 woon- en werkzame jaren in Heerlen voelt Frans zich nu helemaal thuis in een verzorgingshuis in Gulpen. Van verveling is geen sprake. Zwemmen, zingen en dammen staan wekelijks op zijn programma. “Voor dit interview sla ik het dammen voor een keertje over”, lacht de 88-jarige. We schuiven aan bij Fons, zijn vrouw en Frans. Een stapel boeken vol ansichtkaarten en oude foto’s van Heerlen in de jaren ’60, ’70 en ’80 op tafel.

Bron: Rijckheyt.nl | Ansichtkaart van Hotel de la Poste
Bron: Rijckheyt.nl | Ansichtkaart van Hotel de la Poste

Frans’ ouders runde van 1930 tot 1953 Hotel de la Poste aan de Geleenstraat 30 in Heerlen. Samen met zijn twee broers ontving Frans de gasten en hielp hij het hotel draaiende te houden. Na het bestuderen van de foto’s blijkt dat het hotel inderdaad op de plek lag, waar nu onder andere het kantoor van Heerlen Vertelt gevestigd is. Dat is al geweldig om te weten. Maar nu neemt de nieuwsgierigheid nog meer toe. Want wat blijkt: in die jaren had het hotel nummer 30. Nummer 32, was een kleine ingang, die toegang gaf tot een winkelpand, dat vele bewoners heeft gekend. Zo verkocht een Joodse koopman er zijn waar, verkocht Grobben hier muziekinstrumenten, knipte kapper Voets er zijn klanten en bracht Juwelier Oostwegel hier zijn sieraden aan de man en vrouw.
Het hotel lag op nummer 30 en bestond uit twee verdiepingen met 15 hotelkamers. Naast het hotel was er ook het café en een restaurantgedeelte in Hotel de la Poste.

Frans vertelt en de jaren veertig, vijftig en zestig komen tot leven; een tijd dat de panden aan de Geleenstraat nog een tuin hadden. Er was geen Promenade I en II. Ook de beleving en indeling van werken was anders. Daar waar Heerlen nu veel passanten kent, werd er vroeger vaak overnacht in de mijnstreek. (Joodse) marktkoopmannen kwamen op zondagavond aan, om op maandagmorgen de marktkraam op te zetten en hun waren te verkopen. Ook waren vertegenwoordigers vaak geziene gasten in het hotel.
Frans herinnert zich nog dat er regelmatig wielerteams incheckten. “Zoals de wielrenners Gerrit (Gé) Peters, Jan Pijnenbrug en Gerrit Voorting”, weet hij nog, “zij trainden op de wielerbaan van Heerlen en overnachtten bij ons. Ook tijdens de Ronde van Nederland mochten we veel wielrenners begroeten.” Maar ook de dansers van het ballet van de Nationale revue en vele handelsreizigers en vertegenwoordigers wisten de weg naar Hotel de la Poste te vinden.

Bron: Rijckheyt.nl | Geleenstraat. Van rechts naar links: hotel de la Poste, kledingmagazijn Pieters-Dortu, bakkerswinkel Th.Crijns-Dreessen, en kantoorboekhandel Van Hooren.
Bron: Rijckheyt.nl | Geleenstraat. Van rechts naar links: hotel de la Poste, kledingmagazijn Pieters-Dortu, bakkerswinkel Th.Crijns-Dreessen, en kantoorboekhandel Van Hooren.

Tijdens de oorlog ging het werk gewoon door. De vrijdag voordat de Duitsers Nederland binnenvielen, was er nog politiebal in ons restaurant, herinnert Frans zich nog. “We konden tijdens de bezetting gewoon doorwerken, maar als de Duitsers de kamers en het restaurant vorderden, dan was het hotel van hen. Na de oorlog verbleven er vooral Amerkanen in het hotel en was het iedere avond feest. Een glas bier kostte tien cent”, lacht Frans, “en dat was ook nog eens extra sterk.”

Op de vraag of Frans zich nog kan herinneren dat prinses Juliana in 1948 het gemeentehuis bezocht, antwoordt hij: “Jazeker. Ik stond met een grote doek over de ramen te poetsen. Ze zwaaide terug.” Een anekdote waarvan we zeker weten dat die niet in de geschiedenisboeken terug is te vinden, maar die er bij ons in gaat als gesneden koek!
Er schieten Frans nog mee anekdotes te binnen. Dat hij tegenover het hotel naar de kapper ging, kapsalon Kriest. Knippen kostte er 17 cent, van zijn vader kreeg Frans 20 cent om zijn kapsel te laten fatsoeneren. De kapsalon bestond uit een lange gang met aan de linkerkant diverse cabines voor de dames. Helemaal achteraan in het pand lag een ruimte waar de mannen geknipt en geschoren konden worden. “Ik gaf de twintig cent en zei dan ‘laat de rest maar zitten’. Als ik dan klaar was, stonden alle kapsters in rij en bogen voor me om me te bedanken,” grinnikt Frans.

Bron: Rijckheyt.nl | Links Hotel de la Poste. Op de achtergrond de St.Pancratiuskerk en Huis Canter (1953)
Bron: Rijckheyt.nl | Links Hotel de la Poste. Op de achtergrond de St.Pancratiuskerk en Huis Canter (1953)

Na 1953 trok De heer Kers in het pand van Hotel de la Poste. Hij runde het hotel/café/restaurant met de slogan ‘De slechtste keuken van Nederland’. “En dat was ook zo”, lacht Frans.
Met de komst van de Promenade begin jaren zeventig werd het pand gesloopt door aannemer Reumkens. De nieuwe eigenaar bouwde een heel nieuw gebouw, het huidige Geleenstraat 32. Nu begrijpen we ook waarom het pand er op de oude foto’s anders uit ziet dan nu.

Modehuis Lampe vestigde zich in het pand en verkocht er zo’n 35 jaar mode en bruidsmode. Daarna werd Geleenstraat 32 de plek voor de kappersopleiding van het echtpaar van Turnhout en bewoonde een kunstenaar de bovenste etage van het pand. Door omstandigheden moest het echtpaar stoppen met het opleiden van jonge kapsters en kappers en ook de kunstenaar vertrok uit het pand. Ondertussen bied de ruimte onderdak aan verschillende creatieve ondernemers en wordt er weer koffie geserveerd, in eerste instantie voor opdrachtgevers en redactieleden, maar vanaf nu, na de ontmoeting met Frans Peters, met een dikke knipoog naar Hotel de la Poste.

Sandra

Sandra Israel (Hoensbroek, 1964) is eigenaar van een schrijfbureau. Ze schreef negen kinderboeken die werden uitgegeven in de serie ‘Borre’, een uitgave van Pica Educatief uit Zoetermeer. In die periode ging de schrijfster ook aan de slag als verslaggeefster voor de weekkranten van Parkstad. Ze schreef vooral human interest verhalen. Ook verschenen er regelmatig columns van haar hand in verschillende week- en dagbladen. In al haar werk is ze steeds geïnteresseerd in het verhaal achter de mens, want, zo vindt de schrijfster: “Verhalen moeten verteld worden, om de persoon erachter te begrijpen.” Onlangs presenteerde ze haar boek ‘Dit ben ik! Ieder mens is een verhaal’.

2 gedachten over “Overnachten in Hotel de la Poste”

  1. Leuk artikel, mooie foto’s. Maar nu ben ik nieuwsgierig wat dat voor gebouw tegenover Hotel de la Poste is (op de onderste foto).

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.