Susanne: Wereld

Toen ik klein was, toen was de wereld klein, míjn wereld dan. Die is kort en duidelijk te omschrijven: de Smedestraat, aan het einde begrensd door de tuin van Dinger en aan de overkant door de Ambachtsschool. Verder was er het Hesselleplein. Dat was het.

Dit is deel 1 uit “De verhalen van Susanne Gondrie-Belt

Smedestraat 1957 Susanne Belt
Bron: privécollectie | Smedestraat 1957 Susanne Belt

Meer hadden we niet nodig, wij, de kinderen binnen dat wereldje. We speelden met elkaar in de Smedestraat. Die was doodlopend, dus het was veilig. Voor mij is de Smedestraat nog steeds een heel bijzondere straat, want iedereen kende elkaar, grote mensen en kinderen. Nu nog, als ik in 2013door de straat loop, dan kan ik alle namen nog opnoemen van de mensen die er woonden.

Aan de kant van de Ambachtsschool stond één huis, van de familie Op de Beek. Vader was meen ik conciërge op de school. We kenden een zoon van naam: Peter.  Op het einde van de straat was “de tuin van Dinger”, en daar stond de villa van mevrouw Dinger.

De straat
En dan de straat zelf: bij het eerste huis: Brouwer, ze hadden twee kinderen die ik alleen bij de bijnamen ken: Kuifje (meisje) en Jokkie (jongetje). Daarna kwam Close er te wonen, maar die kinderen waren allemaal al volwassen. Daarnaast woonden wij.

Dan kwam van Rijk: Harrie, Marianne, Paul, Hans, Yvonne, Tilly (was ongeveer van mijn leeftijd) en de jongste, Carla, ik weet nog dat ze een baby was.

Daarnaast van Montfort. Albert, Margit, dat waren de “groten”, en dan Hupie (hij heette natuurlijk Huub maar iedereen zei Hupie), Harrie, Anneke met wie ik nogal eens speelde en de kleinste, Tonie.

Dan de familie Weisz, die kinderen waren ook volwassen, maar af en toe kwam een dochter naar huis, ze heette geloof ik Yvonne en ze woonde met haar gezin in Zweden.

Daarnaast de familie Bock met Jo, Heini en Marianne. Die waren ook al “groot”, maar met Marianne hadden we wel contact.

Dan de familie Hoefnagels. Zij hadden volwassen kinderen die uit huis waren, maar de jongste, Gérard, kenden we allemaal.

Daarnaast Savelberg, zij hadden geloof ik alleen dochters, allemaal ouder dan ik. Ik kende Betsy, ze is later vroedvrouw geworden en Yvonne. Die ging voor tolk studeren. Van meneer wisten we allemaal “dat hij op jacht ging”, met zijn jachthond. Mevrouw was heel lief, volgens mij vond ze ons (de kleine kinderen uit de straat) allemaal schatjes, dat zei ze vaak tegen ons.

Dan kwam mevrouw Volders met Annie en Riet. Toen ik voor het eerst naar de kleuterschool ging, in de Klompstraat, bracht mijn moeder mij de eerste keren en daarna kon ik mooi met Riet, ze heette toen nog Marietje, meelopen, want we gingen allebei naar de Claraschool. Meneer Volders is heel plotseling gestorven, toen de meisjes nog klein waren. Ik herinner me dat nog goed, hoewel ik nog klein was. De hele straat leefde mee met mevrouw Volders. Ook dat weet ik nog, die belangstelling van een complete straat voor een van hen.

Ook dat was echt iets van de Smedestraat: iedereen kende elkaar, iedereen leefde mee.

Gerard Hoefnagels en Susanne Belt 1958
Bron: privécollectie | Gerard Hoefnagels en Susanne Belt 1958

Betsy Savelberg was vroedvrouw, dat wisten we allemaal. Yvonne, de jongste ging, ik meen in Genève, voor tolk studeren. Iedereen vond het geweldig; ik weet het nog dat we het er thuis over hadden: die ging helemaal in Zwitserland studeren, zo’n moeilijke studie, wat geweldig!

Ongeluk
En dan was er dat ongeluk met Anneke en Harrie van Montfort: die liepen op de stoep van de Kruisstraat. Ze hadden ruzie om een lolly en die rolde de straat op. Anneke en Harrie keken niet uit en renden de straat op om de lolly te pakken. Ze werden aangereden door een auto en moesten meteen naar het ziekenhuis. Heel de straat was ervan overstuur en leefde mee met de familie, die twee kleine hummels, allebei ernstig gewond.

Gelukkig kwam het allemaal goed en ik geloof dat zo ongeveer iedereen uit de Smedestraat de kinderen kwam opzoeken. Anneke had aan een beentje heel zware littekens overgehouden.

Het was een bijzondere straat. Een fijne, gezellige straat waarin het goed was om te wonen. Tilly van Rijk vond dat ze me wat moest beschermen. Ik was nogal klein en enig kind, zij was de op een na jongste in een groot gezin en had haar mondje bij zich. “Als ze je op school pesten, dan kom je maar naar mij”, zei ze tegen me. “Dan sla ik ze in mekaar”.

Ja, de familie van Rijk, dat was een apart gezin. Tegen meneer van Rijk keken we nogal op. Hij was vrij stil en voor zijn eigen kinderen nogal streng. Paul kon wel eens ondeugend zijn. Ik herinner me nog dat hij een keer stiekem in de auto van zijn vader had gereden. Let op: hij was rond de vijftien jaar en had dus geen rijbewijs. Gelukkig is er niets gebeurd. De hele straat wist het, maar ik geloof niet dat vader van Rijk het wist…

Op een keer speelde een vriendinnetje bij mij en wij keken uit mijn slaapkamerraam, op de derde verdieping van ons huis. Paul liep buiten en zag ons. “Hee!”, riep hij, “jij bent dat kind met die rare moeder!”. Het was nog begin jaren zestig en mijn vriendinnetje riep heel gevat (lispelend) terug: “ooh, dat heeft Jefuf in de hemel gehoord!”.

Yvonne van Rijk was wat ouder en een heel rustig meisje. Toen ze een keer bij mij kwam spelen heeft ze mij alle hoofdletters geleerd. Nu bedenk ik dat ze echt een engelengeduld moet hebben gehad. Wat vond ik dat prachtig, ik heb toen een verhaaltje geschreven waarin alle woorden begonnen met een hoofdletter.

Bijzonder kind
Een kind in de straat was bijzonder, Gérard Hoefnagels. Hij speelde wel eens met ons en wij, de kleintjes, beschouwden hem allemaal als ons vriendje. Want Gérard was lief. Hij kon hard en vrolijk lachen en als hij ons beetpakte ging dat een beetje onbehouwen, maar dat gaf niks, dat was nou eenmaal Gérard en die was een beetje anders. Wij hadden er geen naam voor. Nu weet ik natuurlijk dat hij Downsyndroom had maar toen kenden wij dergelijke woorden niet. We wisten alleen: Gérard is speciaal. Ons vriendje.

De Smedestraat, een aparte straat…

Een keer, het was hoogzomer en prachtig weer, vertelden mijn ouders ’s morgens iets vreemds: midden in de nacht, zo rond drie uur, werd mijn vader wakker van een brandlucht. Hij maakte mijn moeder wakker, rende door het huis heen, ging naar beneden naar de zaak maar er was niks: geen brand. Dus hij deed zijn ochtendjas aan en ging naar buiten. Mevrouw Close stond op dat moment de stoep te schrobben, ja echt, midden in de nacht dus.

Bij de familie van Montfort was nog licht dus daar belde hij aan. Een van de kinderen deed open. Mijn vader zei dat hij een brandlucht rook. Was er bij hun misschien brand? Nee, hoor zei het kind, we zijn in de tuin een gummi jas aan het verbranden. De volgende dag vertelde mevrouw Volders dat ze zwarte rookwolken had gezien. Omdat het mooi weer was had ze de was buiten laten hangen. “De blouses van de meisjes waren helemaal zwart gespikkeld”, zei ze. Het was allemaal vreemd, maar we hebben er wel om gelachen.

Ik dacht dat de straat altijd hetzelfde zou blijven. Af en toe reed er een karretje de straat in met twee straatvegers, die kwamen schoonmaken. Op vaste tijden stonden de metalen vuilnisbakken buiten. Elke week kwam de melkboer in zijn wagen aan de deur: Harrie Kuipers uit Benzenrade; toen hij ermee ophield kwam zijn broer Frans.

En af en toe kwam er een voddenman met zijn kar de Smedestraat inrijden. “Loemeleeeeh!” riep hij met zo’n uithaal. “Loemeleeeh!”

Maar niets blijft ooit hetzelfde. Dat bleek later wel.

 

Ingezonden verhaal

Als lezer van HeerlenVertelt.nl zal het vaak voorkomen dat u gebeurtenissen, locaties of gebouwen herkent. Wanneer u graag zelf een verhaal hierover wilt schrijven en insturen kan dit natuurlijk!

8 gedachten over “Susanne: Wereld”

  1. Leuk verhaal Susanne. Meneer Savelberg werd door ons kinderen altijd meneer “de jager” genoemd. Met zijn hond Bruno wandelde hij altijd in de tuin van Dinger. Hield als het ware toezicht erop dat wij kinderen uit die prachtige parktuin bleven. Later heeft tandarts Gordijn het huis en een gedeelte van de tuin gekocht. Nu staan de ABP gebouwen in deze tuin van Dinger.
    Herinner jij je nog het hek van de ambachtschool? Wij kleintjes kropen regelmatig tussen de spijlen door om op het schoolplein te spelen. Dat ging later zelfs nog makkelijker omdat de brandweer een spijl eruit moest snijden. Een van mijn broers was vergeten dat hij gegroeid was en bleef klem zitten met zijn hoofd tussen de spijlen.
    Van de ambachtsschool herinner ik mij vooral de geweldige muur waartegen je kon kaatsenballen. En als de afdeling autotechniek weer los ging op een sloopauto dan ging af en toe de grote schooldeuren open en werd een auto naar buiten geduwd. Alle leerlingen vol trots aan het juichen als het ding ronkend door de straat reed.

    1. Hallo Anneke, wat leuk om je bericht te lezen! Maar dit stukje is pas het eerste van zes stukjes, dus er komt nog meer, ook over de muur van de Ambachtsschool en over het hek met de spijlen waar je broer tussen zat, want ja, dat herinner ik me nog heel goed. Overigens heb ik de stukjes al zo’n twee jaar eerder geschreven, ze zijn voor het eerst geplaatst (met stukjes van nog veel meer mensen) in een boek van dhr. Teunissen over het Hesselleplein. Hartelijke groet, Susanne.

  2. Hi Susanne De familie van Montfort hadden toch ook een zoon Piet of peter,een broer van Albert.
    Ik heb Piet kennen geleerd hier in Canada en later ook Albert.
    Dat moet dus wel dezelfde familie zijn. Ik heb voor Piet eens een pakje naar zijn ouders meegenomen als ik weer eens in Heerlen was. Dat was waarschijnlijk in de jaren 70.

    Groetjes Hank Gortzen
    Waterloo Canada

    1. Hi Hank: you are right about me being a brother of Piet, there are a few more brothers missing, Bert, Sjaak, and Jo.
      Hank Give me a Call 905 575 1509

      Greetings Albert van Montfort
      Hamilton, Canada

      1. Hallo Henk,
        nu je het schrijft herinner ik me inderdaad dat er ook een broer Bert was, de andere namen ken ik niet, maar dat komt natuurlijk omdat ik ongeveer even oud ben als Anneke, de op een of twee na jongste in het gezin. De oudere kinderen in het gezin van Montfort kende ik daardoor niet. Maar wel leuk om dit te lezen!

  3. Wat een prachtige verhalen allemaal!

    Ik ben al tijden op zoek naar de naam van de architect van de prachtige huizen in de Smedestraat. Heeft wellicht een van jullie nog ‘ergens’ een bouwtekening of aantekening waaruit valt op te maken wie de architect was.

    We zijn bezig een tentoonstelling en een boek te maken over de architect van de ambachtschool Jan Stuyt; het zou een mooie ontdekking zijn als deze woningen ook van zij hand zijn!

  4. Ik was op zoek naar betsy savelsberg, zij heeft twee kinderen van mij ter wereld gebracht op de heerlerbaan, en ben toen naar simpelveld verhuisd, daar heeft ze in 1967 mijn laatste dochter ter wereld gebracht, ontzettend lief mens,
    Ik wilde graag weten wanneer ze was overleden en namelijk zelf al 84 jaar en dan denk je toch aan veel bizonder mensen die je hebt ontmoet in het leven,want een dochter was te vroeg geboren en heb haar met haar samen 6 weken om de drie uur met een lepeltje moeten voeden ,was geweldig ze is nu zelf moeder van twee kinderen.hartelijke groetjes. A.smeets

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.