Het is 1958 en Stef zit in de zesde klas van de lagere school. Hij weet dat hij later, net als zijn vader en broer, ook in de mijnen wil gaan werken, samen met zijn beste vriend Victor. Samen hebben ze een geheime club waar uiteindelijk, ondanks dat ze een meisje is, Wietske ook lid van wordt. Dit drietal beleeft allerlei avonturen in de kolonie, een klein dorpje in Limburg dat helemaal in het teken staat van de toen nog functionerende steenkolenmijnen en de invloed van de kerk. De personages en hun vriendschap worden erg goed beschreven en komen echt tot leven. Het verhaal is goed opgebouwd, leest vlot en kent een duidelijke spanningsopbouw. De informatie over de mijnbouw en de sociale omstandigheden eind jaren vijftig wordt vloeiend in het verhaal verweven.
Zowel de positieve als de negatieve aspecten van het leven van de mijnwerkers komt genuanceerd aan de orde. Doordat Wietske ‘heiden’ is, wordt ook een goed beeld gegeven van de invloed van de katholieke kerk. Naast een informatief historisch verhaal is er ook sprake van een spannend verhaal over een diepgewortelde vriendschap tussen Stef en Victor. Elk hoofdstuk begint met een omkaderde zwart-wittekening. Omslag met foto uit de tv-serie die vanaf januari 2010 zal worden uitgezonden. Vanaf ca. 10 jaar.
Bron: NBD Biblion, Drs. A.W.M. Duijx