Mijn herinneringen aan de Sint Aloysiusschool

In 1929 werd ik zes jaar en moest ik dus naar school. Ik was leerling op de Sint Aloysiusschool in de Nobelstraat. Een langgerekt gebouwtje met hoge ramen die uitkeken op de speelplaats. In het verlengde van de Aloysiusschool was de Sint Josephschool.  Identiek gebouwtje, maar wat daar gebeurde ontging ons helemaal. Geen enkel contact met de jongens daar.

Binnen was een gang met rechts de klaslokalen, links rijen kapstokken. De lokalen, één tot en met zes, uiterst sober, houten bankjes met inktpot. Lesmateriaal op stapeltjes achterin. Beduimelde boekjes, die jaar in, jaar uit werden gebruikt. Was je aan het einde gekomen dan begon je gewoon opnieuw. Heel armoedig allemaal. Ook achter in de klas het ‘Rooster van Lesuren’. Van ‘Lezuren’ las ik en begreep dat woord niet.

Bron: Rijckheyt.nl | Links de Sint Aloysiusschool

Maar prima onderwijzers: juf Tempelman in de eerste klas, mijnheer Ramaekers in de tweede, mijnheer Oostwegel, die ook nog viool kon spelen, meester Poyck, die mij eens meenam om zijn dahlia’s te bewonderen. Het Hoofd der School, de heer Kool was streng maar rechtvaardig. Hij gaf bijles Frans aan de jongens die verder zouden studeren.  ‘La belle Nivernaise’, herinner ik me nog. Kon ik ze maar nog eens bedanken.

Ik heb me op die school wel verveeld. Het lesschema, de boekjes werden streng gevolgd, op commentaar of vragen werd geen prijs gesteld. Of je al lezen kon of niet, het begin was het begin en zo was het. Saai, saai.

‘Waar kijk je naar?’ vroeg de meester, ‘naar de klok op de toren’,  ‘ waarom wil je weten hoe laat het is.’ ‘ hoe lang het nog duurt voor de bel gaat’. Schrijf jij maar eens honderd keer ‘ ik mag niet naar buiten kijken’. En de kapelaan die vrijdags godsdienstles gaf: ‘Mijnheer kapelaan, wat betekent dat ‘de vrucht van uw schoot’? ‘Ga jij maar de klas uit, ik zal wel eens met je vader komen praten’.  Vreemde reactie vond ik dat.

Op weg naar school, kwam ik eerst langs het ‘rooiencafé’ waar snode betogers probeerden ons land omver te werpen. Dan langs smid Jongen op de hoek van de Valkenburgerweg  en de Geerstraat. Een groot vuur en dikwijls bezig met het beslaan van paarden. Daar kon je een hele tijd naar kijken. Daar tegenover lag de villa met het torentje waar dokter Widdershoven woonde. De Ambachtschool, dat prachtige gebouw. De mooie klank van de hamers op een aambeeld. Pluymaekers in de Geleenstraat met dure Rayleigh fietsen. Het braakliggende veldje met een keet erop aan de Coriovallumstraat, daar waar later de opgravingen zouden beginnen.

De Sint Aloysiusschool
Bron: Rijckheyt.nl | De Sint Aloysiusschool

Maar de beste herinneringen heb ik aan een gebied  achter het beambtepension van de ON mijnen, aan de Valkenburgerweg.  Daar lag een paradijs. Een eindeloos moerassig terrein waar kleine bronnen ontsprongen. Er waren libellen, kikkers, salamanders met een rode buik, rode muggenlarven, soms een visje. In het voorjaar was het er geel van de  primula’s, daartussen paarse viooltjes. Het gebied werd bewaakt, zei men, door een boswachter die met zout op de benen van de jongens schoot. Ik heb hem nooit gezien maar je moest wel uitkijken en dat maakte onze tochten alleen maar spannender. Veel later werd daar overheen een snelweg gebouwd.

Ingezonden verhaal

Als lezer van HeerlenVertelt.nl zal het vaak voorkomen dat u gebeurtenissen, locaties of gebouwen herkent. Wanneer u graag zelf een verhaal hierover wilt schrijven en insturen kan dit natuurlijk!

7 gedachten over “Mijn herinneringen aan de Sint Aloysiusschool”

  1. Hallo Mijneer Schweitzer, wat een leuk verhaal over ons oude
    Heerlen. Ik weet als ” jonkie ” ( geboren in 1946 ) natuurlijk niet veel over de tijdsperiode die U zo mooi beschrijft. De naam Jongen, de smid op de hoek Valkenburgerweg/Geerstraat zegt me wel iets. Was Wiel Jongen, die later een ijzerhandel op die plaats begon, een zoon van de smid?
    Ook de fietsenzaak van Mijnheer Pluymakers is me bekend. Ik kwam daar vroeger geregeld om onderdelen te kopen. Mijnheer Plymakers was een bizonder aardige man.
    Hij was altijd heel beleefd en rustig. Hij was vrij lang en had een markante witte ( of was het grijze? ) kuif. Omdat in die tijd voor mij een nieuwe fiets niet was weggelegd repareerde ik met onderdelen uit zijn zaak mijn oude karretje en dat van vrienden en kennissen. Vol bewondering keek ik dan in zijn winkel naar die mooie, glimmende spiksplinternieuwe Raleighfietsen.
    Ik hoop dat we weer eens gauw iets van U mogen lezen.
    Vriendelijke groeten.
    Ton.

  2. Beste meneer Schweitzer,
    In 1954 geboren ken ik de Sint Aloysiusschool alleen van schoolboeken die wij op de St. Tarcisiusschool in het Aarveld met een een dependance in het Bekkerveld, gebruikten. Juffrouw Tempelman en de heer Ramaekers gaven daar ook nog les. Ook ik hoop dat we weer gauw iets van u mogen lezen.
    Hartelijke groet,
    Paul

  3. Dag Opa,

    wat leuk dit te lezen. Ook ik hoop snel weer wat te lezen 😉 Laten we er gauw mee verder gaan. Enne… wist je heel stiekem niet dat vragen naar ‘de vrucht van uw schoot’ een beetje ontdeugend was? Ik ben wel benieuwd hoe dat verder liep. Werd er inderdaad met je vader over gesproken? En met jou? En wanneer en hoe kwam je er uiteindelijk achter hoe dat allemaal precies zat?! Ha! Ik ben benieuwd! 🙂

    Veel liefs van Myr

  4. In een wat sombere periode (de oorlogsjaren) bracht ik mijn leven op deze school door. Een lieve juffrouw Keulaerds in de eerste klas, mijnheer Cobben in de tweede, Oostwegel in de derde, Raymakers (de buul) in de vierde. Mijnheer Smeets (de aardigste van het stel) in de vijfde en Poyck (lang en streng) in de zesde en de heer Kohl in de zevende (VK met frans).
    Ik herinner me de vieze buitentoiletten. De spanning tijdens het luchtalarm waarbij iedereen beneden in de gang dicht op elkaar stond. Buiten de school was het veel leuker en toen ook spannender. Op het plein voor de school (Laan van Hövel) was een openbare schuilkelder, gemaakt uit betonnen rioolbuizen, die zich uitstekend leende voor spannende avonturen. Pietje van der Molen was de leider van onze Molenpieken die in de weekenden ten strijde trokken tegen de Schaaspieken (een bende uit Schaesberg) De (meestal onschuldige) confrontaties vonden plaats rondom het kapelletje Leenhof. Het laatste jaar van de oorlog brachten we overigens door in de winkel van Wolf&Hertsdal (?)

  5. Volgens mij lag de st.joseph school aan de nobelstraat en speelde meester poyk viool en vond ik juf tempelman een uitgesproken etter……., kom maar een naar voren….. steek je hand maar uit en dan kreeg je met een vierkant latje op je knuisten geslagen…zeer slechte herinneringen aan dat mens….zo zie je maar weer….ik ben van 1939

    1. De Josephschool en Alouisiusschool waren in feite aan elkaar gebouwd.. De speelplaatsen van beide scholen waren echter heel degelijk gescheiden door een hek van ca.2 meter, bovenop voorzien van prikkeldraad. De uitgang van de Josephschool was aan de Nobelstraat, die van de Alouisiusschool en de Mulo aan de Laan van Hövell tot Westerflier.
      De voorgaande schrijver heeft slechte herinneringen aan juffrouw Tempelman. In mijn tijd (in ben van 1933) maakte de heer Raymaekers diepe indruk. Deze had zeer aimabele kanten maar ook driftbuien waarbij hij zich zelf niet in de hand kon houden. Zo sloeg hij in de vierde klas een jongen zodanig met een stok (zoals die aan het uiteinde van oprolbare landkaarten zit) dat deze brak. Daardoor verdiende hij terecht de bijnaam “de buul”. Ik denk dat velen met mij niet zo’n prettige herinnering hebben aan hun lagere-school-tijd.

  6. De scholen van mijn kinderen zijn allang weer verdwenen. Het doet me goed dat de Jozefschool, althans het gebouw, er nog steeds is. Mij herinneringen betreffen de jaren direct na de oorlog. In aanvulling op wat hier al is geschreven wil ik met name meester Smeets in de herinnering terug roepen. Een heel aardige meester, in wiens klas veel werd gezongen. Kennelijk ook niet slecht, want ik herinner me een tocht naar midden Limburg waar we met de klas een uitvoering die plaats vond in de open lucht mochten opluisteren, ik meen de Passiespelen, maar het kan ook iets anders zijn geweest. We werden vervoerd in een vrachtwagen. Dat mocht kennelijk niet, want wij moesten ons stil houden en onder het zeil blijven dat de wagen overspande. Maar toch herinner ik me het beeld van de met bomen omzoomde oude rijksweg nog heel goed. Onderweg werd er gestopt bij een café ,waar we in ruil voor een serenade een glaasje limonade kregen.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.