Foto: Bernice Israel | V.l.n.r. Francien Jurgen, Jeane Duprez en Leny Buntinx

Verpleegsters van het St. Jozefziekenhuis: van brood smeren tot verbanden verschonen

Op een zomerse dag in oktober (2013 red.) lopen wij door het centrum van Heerlen richting het Savelbergklooster. Die dag is het hele Pancratiusplein in rep en roer vanwege de festiviteiten rondom het 100 jarig bestaan van het Bernardinuscollege. Deze zelfde dag is er nog een jubileum. Kleiner maar niet minder bijzonder. In het Savelbergklooster vieren zo’n 20 dames hun 50 jarig jubileum. Allen begonnen zij 50 jaar geleden aan de opleiding tot verpleegster in het St. JozefZiekenhuis in Heerlen, toen nog gelegen aan de Putgraaf.

Bron: Rijckheyt.nl | St.Jozefziekenhuis. Rechts de hoofdingang. Links de kapel.
Bron: Rijckheyt.nl | St.Jozefziekenhuis. Rechts de hoofdingang. Links de kapel.

Drie van de 22 verpleegsters maken tijd voor ons om aan te schuiven aan tafel. Na een morgen met lunch en veel gespreksstof zijn de dames enthousiast als het over het hun opleidingstijd gaat. Jeanne Duprez, Francien Jurgen en Leny Buntinx begonnen alle drie in september 1963 aan de opleiding tot verpleegster. Het zou een van de laatste jaren worden van het ziekenhuis aan de Putgraaf. Een verhuizing naar het nieuwe gebouw aan de Henri Dunantstraat is aanstaande, maar daarover later meer. In de drie jaar van de opleiding was het verplicht om intern te gaan. En ondanks dat Jeanne Duprez slechts een paar straten verder van het ziekenhuis woonde, moest ook zij intern.

In een tijd dat de verpleegsters nog herkenbaar waren aan hun kleur speld (rood was jaar 1, blauw was jaar 2, groen was jaar 3 en een geel kruisje was afgestudeerd) bedroeg de opleiding 3 jaar. Echter werd je als beginnend verpleegster meteen in het diepe gegooid en kon je gelijk de handen uit de mouwen steken op de ziekenhuisvloer. Terugkijkend op die beginweken weet Jeanne nog goed dat er geen ontgroening was, maar het leek er toch wel op. Na de eerste dag werd er met de hele groep een bezoek gebracht aan “de dodenkapel”, de kamer waar overleden patiënten opgebaard lagen. “Hier kon je meteen zien wie geschikt en ongeschikt was”.

Bron: Rijckheyt.nl | Vrouwenafdeling van het St.Jozefziekenhuis.
Bron: Rijckheyt.nl | Vrouwenafdeling van het St.Jozefziekenhuis.

Schrikken was het ook als je nachtdienst had in paviljoen 2. Het paviljoen lag vlak naast de begraafplaats (die nu te bereiken is via de Akerstraat). Geregeld kwam het voor dat er jongeren ’s nachts over de begraafplaats liepen en soms vernielden. Dan was het goed schrikken als je in een stille donkere ruimte naast een begraafplaats opeens geluid hoort. Met soms gegil en geren als gevolg. Meer dan eens werd bij dit wegrennen het pannenrek omvergelopen waardoor gelijk het hele ziekenhuis wakker was van het gekletter.


Van afwassen tot po’s ontsmetten

Een ziekenhuis zaal in de St. Jozefziekenhuis bedroeg gemiddeld 28 bedden. Mannen en vrouwen lagen hier gescheiden. Daar waar nu vaak diverse verschillende taken zijn verdeeld onder verschillende functies was er toen enkel onderscheid in drie functies. Dames in blauwe jurken waren (alleen op door de weekse dagen) verantwoordelijk voor de voeding, personeel in ruitjes kleding poetsten de ruimtes en de verpleegsters die voor de patiënten zorgde waren gekleed in het wit, met het onmisbare kapje. De verpleegster(s) van dienst had daarbij de gehele zaal onder haar waar ze dan ook alles in moest bolwerken. Van brood smeren tot verbanden verschonen en van afwassen na het eten tot po’s ontsmetten. Jeanne Duprez ziet zichzelf nog de hele dag in een drafje heen en weer lopen door de zaal om alles in een rap tempo te laten draaien.

“Daar had ik de Opzij toen niet voor nodig”
Daar waar de emancipatie net om de hoek kwam kijken was er soms nog wel het hokjes denken als het werkzaamheden betrof. Zo was niet iedereen het eens met het feit dat afwassen vanzelfsprekend een taak was voor vrouwen. Werken volgens het rooster en dus om de 3 weken de afwastaak vervullen was prima. Maar het moest geen gewoonte worden dat vrouwen standaard moesten gaan afwassen. “Daar had ik de Opzij toen niet voor nodig”.

Bron: Rijckheyt.nl | Mannenafdeling van het St.Jozefziekenhuis.
Bron: Rijckheyt.nl | Mannenafdeling van het St.Jozefziekenhuis.

Werkdruk
Ook het personeel werd strikt gescheiden gehouden in die tijd. De verpleegsters moesten intern overnachten. De verplegers overnachtten in het centrum van de stad. Wanneer je het ziekenhuis verliet moest je je melden en ook weer bij binnenkomst. Natuurlijk waren er diverse trucjes gebruikt om samen uit te gaan. Anders dan nu was ook de werkdruk. De druk was er zeker niet minder om, maar de druk was anders. Doordat de verpleging nog niet exact 8 minuten per patiënt mocht spenderen was het contact ook vaak persoonlijker. Met de tijd weten we dat de zorg van boven af steeds meer gericht is op effectiviteit in meetbare factoren, persoonlijk contact en zorg is niet meetbaar.

Herinneringen
Toen Jeanne, Francien en Leny aan de opleiding begonnen waren zij rond 18 jaar. Diepe indruk hebben dan ook sommige patiënten gemaakt die rond hun eigen leeftijd werden opgenomen na bijvoorbeeld een ongeluk. Geregeld komt nu nog de vraag dan naar boven “Hoe zou het nu met die zijn?”. Ook diverse terugkerende patiënten met chronische aandoeningen zijn bijgebleven. De eerder besproken verhuizing brengt ook herinneringen naar boven. Zo weet Francien nog goed dat ze vanaf de nieuwe locatie een hele stoet aan ambulances en politieauto die de patiënten overbrachten naar hun nieuwe onderkomen kon zien.

Foto: Bernice Israel | V.l.n.r. Francien Jurgen, Jeanne Duprez en Leny Buntinx
Foto: Bernice Israel | V.l.n.r. Francien Jurgen, Jeanne Duprez en Leny Buntinx

Na ruim een uur vertellen was het alweer tijd om samen te komen met de groep en de dag verder besloten en in stijl af te sluiten. Vele herinneringen zijn bij Jeanne, Leny en Francien blijven hangen en vele herinneringen zijn die middag van de reünie weer besproken. Herinneringen van zorgzame en sterke vrouwen opgeleid aan de Putgraaf.

Maurice van Opdorp

Maurice was oprichter en hoofdredacteur van de website Heerlenvertelt.nl. Als Heerlenaar schreef Maurice regelmatig ook zelf mee aan de verhalen van Heerlen Vertelt. Op 10 mei 2015 is Maurice overleden.

4 gedachten over “Verpleegsters van het St. Jozefziekenhuis: van brood smeren tot verbanden verschonen”

  1. Lieve zusters,

    Aan u, of aan uw collega-zusters heb ik mijn leven te danken.
    In 1966, op 1 november van dat jaar, kregen mijn broer Gustav en ik samen met onze grootvader een ernstig auto-ongeluk. Wij werden naar het St.Joseph ziekenhuis gebracht. Daar hebben de artsen en het verplegend personeel ons gered. Voor mijn broer was dat een redding die twee maanden dag en nacht doorging.
    Onze grootvader is op 1 december overleden, de dag voor hij naar huis mocht. Ik heb hem niet meer gezien.

    Mijn broer is twee maanden bewusteloos geweest en als door een wonder op 1 januari 1967 weer bijgekomen.
    Ikzelf lag tot en met 19 januari op de vrouwenafdeling, hoewel ik slechts 12 jaar was. Dat was besloten omdat het daar voor mij rustiger was. En dat was het ook. De foto boven dit artikel herken ik moeiteloos. Mijn vertrouwen in de zusters was groot. Behalve als ’s morgens en later op de dag het rammelende karretje met medicamenten langskwam. Ik was altijd bang dat er voor mij een injectie in zat. Gelukkig was dat meestal niet het geval. Ik herinner me namen van Zuster Asteria, en een leerlingverpleegster die zuster Knoups heette. Van Gustav herinner ik me nog een zuster Leijsen. De arts die ik me herinner is dokter Sloof, die voor die tijd ongelofelijk knappe plastische chirurgie verrichtte aan mijn voorhoofd.
    Ook herinner ik me mijn bezoekvriendinnetje Guusje Nortier. Wat ben ik haar dankbaar voor de vele avondbezoekuren die we samen aan mijn bed hebben doorgebracht! Wat hebben we gelachen en gegiebeld!

    Het ongeluk heeft diepe sporen nagelaten in ons gezin. Met mijn broer Gustav gaat het goed. Hij woont in een woonvorm voor NAH patienten in Epe en werkt een aantal middagen per week als hulpboer in een zorgboerderij.
    Mijn man en ik wonen in Apeldoorn, wij doen zijn mantelzorg.
    Met mij gaat het naar omstandigheden goed. Ik heb mijn school afgemaakt, de PABO gedaan en ben in het (speciaal) onderwijs werkzaam geweest. 16 jaar geleden moest ik daar toch nog abrupt mee stoppen. De gevolgen van het ongeluk waren mij achternagekomen. Ik prijs me gelukkig dat ik toch nog zo lang heb kunnen werken!

    Het ongeluk en de gevolgen daarvan is voor ons dagelijkse realiteit. Ik ben uiteindelijk toch invalide geworden. Maar mijn geest is altijd vrij – wat mijn lichaam ook moge mankeren.
    Ik kan u wel zeggen dat ik *ongelofelijk* blij ben dat ik hier een kleine plek heb gevonden om mijn dankbaarheid aan u en de uwen te uiten, de redsters van het eerste uur! Ik zeg altijd tegen mensen die me naar het ongeluk vragen: Ik heb het leven twee maal gekregen: Eén maal toen ik geboren ben en één maal toen ik weer bijkwam in het st. Josephziekenhuis in Heerlen. Dank aan het St. Josephziekenhuis, dank aan u allen, medische staf, zusters en alle anderen die hun plek in het ziekenhuis vervulden. God zegene u allen!

  2. Blij verrast om deze reactie van Karin te lezen: bij toeval stuitte ik op deze site! Als “bezoekvriendinnetje” heb ik nog vaak aan je gedacht, maar we verloren elkaar uit het oog. Ik hoop daarom dat de redactie jou mijn mailadres doorstuurt, zodat we contact kunnen hebben, dat zou ik ontzettend leuk vinden!

  3. Wat een verhaal zeg. Ikzelf heb op 24 oktober 1980 een ernstig ongeluk gehad. Toen ben ik naar Heerlen gebracht, met een helicopter. Dit is mij verteld want ik lag in coma, had meerdere dwarslaesie s, een hersenkneuzing, longbloeding, linkerarm verlamd. Nou zij hebben mijn leven gered. Dokter Sloof en dokter Tonino hebben mij geopereerd. Toen was ik 17 jaar. Nu ben ik 57 en heb een fijn leven. In een rolstoel met 2 goed werkende armen en 100 procent zelfstandig, 2 dochters en een fijne man.
    Dit heb ik te danken aan iedereen die mij er door heeft geholpen.
    Fantastisch onbetaalbaar

  4. Na veel onderzoeken en niet wetend wat mij mankeerde kwam ik bij dr. De Jong in het St.Josephziekenhuis in Heerlen terecht. Ik was toen 15 jaar en deze arts heeft mij opgevangen alsof ik zijn dochter was.
    Jaren heeft hij mij in lief en leed bijgestaan en na zijn vertrek naar Amsterdam nam Dr. Mirandolle , inmiddels naar ziekenhuis Henri Dunant straat, zijn honneurs waar . Ook hieraan goede herinneringen.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.