Na het midden van de vorige eeuw verdwenen de paarden uit het straatbeeld. Na “de geur van kolen” zou je het ook over de geur van paarden kunnen hebben en de hele cultuur die daar bij hoort. Kennen jonge mensen nog het begrip “peeëdskuttelen”? Net als in de grote mensen samenleving had je een enorm standsverschil binnen de paardenwereld. Naast boerenpaarden had je als statussymbool herenpaarden, met aan de top het succesvolle racepaard.
In september 1862 organiseerde baron Otto Napoleon de Loë-Imstenraedt een paardenrace rond Terworm. Een in deze streek ongeëvenaard aristocratisch festijn, waar heel Heerlen en omgeving zich aan vergaapte. De ruim vertegenwoordigde adel – met paard of als ruiter – kwam uit het Duitse Rijnland, België en Nederlands Limburg. In de wei van Boumans was de start en de finish. Een pittig parcours was uitgezet met de nodige heggen en sloten.
Het werd een prachtige dag. In de vroege ochtend kwamen vanaf ongeveer 7 uur van alle kanten vreemdelingen Heerlen binnen. Ook de nodige equipages van de uitgenodigde adellijke gasten werden gesignaleerd op weg naar Terworm. Het werd lekker druk, en tegen het middaguur was het zo vol als men zelden in het dorp had gezien. Tegen 13..00 uur trok men massaal naar het landgoed. De meesten zochten een plaatsje in de “Geleener Bend”, omdat daar een vijftal interessante sprongen waren te zien.
In de Limburger Coerier werd verslag gedaan van een spannende wedstrijd. Aanvankelijk lag een voskleurig paard op kop, eigendom van de graaf Von Fürstenberg en bereden door de prins van Ligne. Majesteitelijk vloog hij over de ter plaatse opgestuwde Geleenbeek, die daar een dikke zes meter breed was. Korte tijd later slaagden ook de nummers twee en drie er bijna gelijktijdig in om deze hindernis te nemen. Met nummer vier kreeg het publiek toch waar het voor kwam: paard en ruiter belandden in het water. Ook de tweede poging van dit stel om heelhuids over de Geleenbeek te komen, liep slecht af. Nadat de ruiter weer was opgekrabbeld, verliet hij met zijn gehavende paard de strijd. Na een spannende eindspurt won het paard van de graaf Von Metternich, bereden door de graaf Von Westphalen. De prijs voor de overwinning mocht er zijn: een massief zilveren hert met een waarde van 1200 Nederlandse guldens.
Achteraf volgde uiteraard een groots feest voor de genodigden, waarop society watchers hun ogen uit gekeken zouden hebben.