In november 2013 bezocht Ton Otten met een aantal oud-collega’s het museum op de vliegbasis Deelen bij Arnhem. Na afloop van de rondleiding kwam hij in gesprek met één van de medewerkers. Toen Ton vertelde over zijn bijdrages voor Heerlen Vertelt en zijn interesse in geschiedenis en cultuur van de stad Heerlen liep de medewerker weg om even later terug te keren met een geëmailleerd bord. De vraag was alleen welke functie dit bord nu precies had gespeeld in Heerlen.
Na onderzoek van Ton en diverse e-mails met o.a. het NIOD en het Joods Historisch Museum kunnen we het volgende aan de vastlegging van de Heerlense geschiedenis toevoegen.
Het bord heeft betrekking op het Directoraat-Generaal van de Prijzen. Dit was een Nederlandse overheidsorganisatie die in de jaren na de bevrijding controle uitoefende op het prijsniveau in Nederland. Ook gedurende verschillende perioden vóór de Tweede Wereldoorlog had de Nederlandse overheid al over de bevoegdheid beschikt in te grijpen op het gebied van de prijsvorming. Vanaf 1939 werd deze bevoegdheid permanent. Als maatregel bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog vaardigde de regering de Prijsopdrijvings- en Hamsterwet uit, ‘teneinde de opdrijving van prijzen van goederen en diensten alsmede het hamsteren van goederen in geval van oorlog, oorlogsgevaar of andere buitengewone omstandigheden te voorkomen’.
Door deze wet kon het Ministerie van Economische Zaken maximumprijzen vaststellen voor de verkoop of verhuur van ‘de door hem aangewezen goederen’. Deze wet was bedoeld om onverantwoorde prijsverhoging en voorraadvorming te voorkomen in een tijd van dreigende schaarste. Op 11 november 1940 richtte de Duitse bezetter de Dienst van de Gemachtigde voor de Prijzen op. Deze dienst werd verantwoordelijk voor de prijspolitiek. Dat gold zowel voor wetgeving als het opsporen van overtredingen en het straffen van overtreders. Dat laatste was vastgelegd in het Prijsbeheersingsbesluit van 1941 en voorzag in boetes, inbeslagnames en vrijheidsstraffen. Alhoewel organisatie en regels op een aantal punten werden aangepast, werd de prijspolitiek van de bezettingstijd na de oorlog in grote lijnen overgenomen. Ook toen werd de noodzaak van een effectieve prijsbeheersing sterk gevoeld.
De daarvoor verantwoordelijke instantie werd vanaf mei 1945 het nieuwe Directoraat-Generaal van/voor de Prijzen, de opvolger van de Dienst van de Gemachtigde voor de Prijzen. Dit Directoraat-Generaal hield nauw toezicht op de prijzen tot ongeveer 1950 toen de controle veel losser werd en het werk sterk werd vereenvoudigd en ingekrompen. Kennelijk had deze organisatie ook een plaatselijk afdelingscommando in Heerlen, waar dit bord vermoedelijk gestaan heeft.