In de zeventiende eeuw werd aan het Wilhelminaplein, toen de Veemarkt genoemd, Huis De Luyff gebouwd. In 2010 heeft het Toon Hermans Huis Parkstad er zijn thuisbasis gevonden. In dit bijzondere herenhuis lijken historie en idealen elkaar te ontmoeten.
Het rijksmonument dankt zijn naam aan de grote luifel die het pand vroeger kenmerkte. Nadat het tot 1737 bewoond wordt door Jan Dautzenberg (toen secretaris van Heerlen) en zijn familie, komt het in 1802 in het bezit van apotheker Albert Schultze.
Later wordt diezelfde Schultze burgemeester van Heerlen. Hij besluit het huis ingrijpend te verbouwen. “Er werden twee ingangen gecreëerd, eentje aan het Wilhelminaplein en een aan het Betaplein. Ook werd het pand verhoogd en kreeg het zijn huidige voorgevel, zonder luifel”, vertelt directeur van het Toon Hermans Huis Marion Willemsen. De vijzel op de sluitsteen boven de toegangsdeur verraadt nog altijd dat er ooit een apotheker woonde.
Nadat Schultze overlijdt komt Huis De Luyff in handen van de kinderen van de familie Stollé-Kemmerling en hun nakomelingen. De Mijnvereniging (1921) en het Secretariaat van de Vereniging De Gezamenlijke Steenkolenmijnen (1959) Limburg volgen als eigenaar.
Als het gebouw(door het teruglopen van de mijnen) leeg komt te staan, wordt het gekraakt. “Frappant is dat de huidige Ridderzaal zijn naam dankt aan een kraker die de doorgang tussen Huis De Luyff en het Betahuis zo betitelde”, weet Willemsen. In 1970 komt het pand in handen van de gemeente en gaat het deel uit maken van de oude muziekschool.
Naast dat het een rijke historie heeft, zijn er ook belangrijke besluiten in Huis De Luyff genomen. Zo is er in 1951 een convenant getekend dat de voorloper was van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal en is in de Arenazaal in aanwezigheid van Joop den Uyl besloten om de mijnen in Limburg te sluiten.
Het Toon Hermans Huis
Sinds 2010 bevindt Het Toon Hermans Huis zich in het pand aan het Wilhelminaplein. Hiervoor was het inloophuis voor kankerpatiënten en hun naasten gehuisvest in Parc Imstenrade.
Het verhaal van het Toon Hermans Huis begint in 1998 in Sittard. “Oncologisch verpleger Mart Martens richtte toen het eerste, nog naamloze, huis op. Op zoek naar een prominente naam viel het oog op Toon Hermans. Hij gaf toestemming hiervoor, mede omdat zijn vrouw Rietje toen kanker had”, legt Willemsen uit. Inmiddels telt Limburg vijf inloophuizen. In de rest van Nederland bestaan ze ook, alleen hebben ze niet overal dezelfde naam.
Directrice Willemsen weet als geen ander wat de stichting achter de deuren doet voor de gasten. ”Wij besteden aandacht aan de mens achter de ziekte en er wordt geprobeerd nieuw perspectief te bieden.” Ook hebben we oog voor de naasten, wat zij meemaken en voelen. We leren mensen omgaan met verlies, niet alleen in de zin van doodgaan, maar in beperkingen en veranderingen”.
Bezoekers hebben in het Toon Hermans Huis de mogelijkheid om anoniem te praten met een van vijfendertig opgeleide vrijwilligers. Daarnaast kunnen ze deelnemen aan activiteiten zoals creatieve workshops en yogalessen. De stichting zelf werkt nauw samen met het Atrium, huisartsen en beschikt over een eerstelijnspsycholoog. Een eigen krant is er sinds kort ook.
Naast het bieden van perspectief aan bezoekers heeft de stichting zelf ook toekomstdoelen. “De toegankelijkheid van het pand, het aanlichten en het beter bereikbaar maken van het pand voor minder validen op de eerste etage zijn punten waar we ons voor inzetten. Het creëren van een atelier en jeugdhonk op zolder is ook een grote wens, zeker omdat we meer jongeren willen bereiken”, glimlacht Willemsen.
In de tuin van het Toon Hermans Huis, oftewel op het Betaplein, staat een kunstwerk van architect Matthieu Maas met de naam Door. Het uit hergebruikte deuren gemaakte bouwwerk (van Cityliv) beeldt letterlijk, en in dit geval zeer toepasselijk, nieuwe mogelijkheden uit.
mijn zoon thomas heeft in 2003 nog pianoles gehad in dit markante gebouw
huis de leuff had een geweldige uitstraling en de sfeer in dit oude huis was uitermate geschikt voor dit piano-onderwijs
het contrast met ” de bunker “, de nieuwe locatie van de muziekschool was te groot voor woorden
een kil koud modern gedrocht: weg was de sfeer en de uitstraling, een jammerlijke constatering moet ik u zeggen