Ik ben al vele jaren weg uit Zuid-Limburg; vanaf 1958. Ik woonde in het Eijkenderveld, bij Terworm. Ik hou van Limburg en de mensen en de atmosfeer die er is, maar ik kan niet inzien dat de mijnen zo fijn waren. Ik had er een gloeiende hekel aan. Mijn vader werkte op de Hendrik in Brunssum.
Ik ben de zoon van een ondergrondse mijnwerker. Mijn vader was heel intelligent maar hij heeft nooit de mijnen kunnen ontsnappen. Het was oorlog en een malaise en toen de jaren zich aan elkaar regen, moest hij wel blijven want hij kon niet zijn magere pensioentje opgeven. De werk condities waren een schandaal. Ik herinner me stof, stof en nog eens stof. Als mijn moeder de was ‘op de bleek’ gelegd had, zaten er zwarte stipjes (stof) op.
Op de fiets
’s Zomers ging mijn vader met de fiets, om de tramkaart te besparen. Hij ging om een uur of 11 van huis en kwam terug tegen middernacht. Hij was alleen op zondag vrij. En na de oorlog moest hij soms ook op zondag werken (‘om de welvaart weer op gang te krijgen’).
Slapend in de kerk
Mijnwerkers waren altijd moe, want 48 uur plus de reis naar de mijn, gingen niet in je koude kleren zitten. De 40-urige werkweek bestond toen nog niet. Kun je je voorstellen: onderin in een mijn? Ik zie de mijnwerkers nog voor me; staande bij een bushalte; pungels over de schouder, leunend tegen een muur. Op zondagmorgen zaten ze doodmoe achter in de kerk… slapend.
Kleren
Mijn moeder moest zijn werkkleren wassen. Vieze vettige zwarte ondingen. De wasmachine werd er helemaal vuil van en moest met de hand schoon gemaakt worden. De weinig vrije tijd die hij had moest hij in de tuin werken om wat eten er bij te krijgen.
Ellende
Ik hoop die tijd volledig te vergeten; het was niets dan ellende en ik voel mee met mijn ouders en waar die altijd doorheen hebben moeten gaan. Mijn vader is oud geworden voor een mijnwerker, 71 en is aan een longziekte (stoflongen) gestorven.
‘Die mijnen vergeet ik nooit…’
Ik heb geluk gehad en ben naar Amerika gegaan, waar ik een goede carrière gehad heb en een prachtig leven. Maar de mijnen zijn altijd een zwarte bladzijde gebleven. Maar nu begrijp ik er uit dat er een mijn-museum (!) is…
Ik weet ook nog dat ik eens op het hoofdbureau voor een administratieve betrekking gesolliciteerd heb. Toen de interviewer zag, dat ik geen HBS diploma had, adviseerde hij me dat ik alleen de rang van ‘kantoor arbeider’ kon bereiken. Ik bedankte hem vriendelijk en ben naar Amerika gegaan. Ik weet ook wel dat er employees waren die happy waren; onder andere de beambten, die naar het ‘beambtencasino’ mochten. ‘Geen mijnwerkers a.u.b.’
Harry Caubo woont vandaag de dag in Utah (Verenigde Staten).
Eindelijk eens iemand die het ziet als ik. Ik heb wel een paar jaren in de mijn gewerkt en kan er niet trots op zijn zoals velen wel zijn. Ik vond het leven daar een mollen leven. Kruipend door het stof en de drek van anderen. Ging iemand pissen lag jij er in en moest jezelf pissen kon je het net zo goed in je broek doen want je had toch al de lading van de man boven je mee gekregen. Ik ben er slechts een paar jaren geweest en heb toen na mijn mil. dienstplicht het mijnwerkersleven tabèe gezegd. Net als Harry Coubo (hier boven) was het mijnwerkersleven voor mij niet weggelegd.
Hi Harry,
Leuk om je hier weer te treffen. Hebben een tijd lang contact met elkaar gehad i.v.m. Dautmergen.
Ik heb nog steeds contact met Initiative Eckerwald. Hartelijke groeten en het gaat je goed.
Cees de Brouwer en Leny Fontaine
Geachte Redactie//Heer Harry Caubo.
Mijn naam is Hans Jacobs,ik ben uit Voerendaal afkomstig en heb 14 jaar op de Staatsmijn Emma gewerkt en evenzo na de mijnsluiting alhier ook nog 14 jaar in Duitsland(Alsdorf–Anna1) gewerkt.
Het was Geen pannenkoeken fabriek ondergronds,het werk was hard,betaalde goed EN men kon en mocht kiezen,in die tijd. Je kon bij de boer werken,in de kiezelgroeve of wat ook.
Je kon zien waar de mijnwerker woonde en wie Niet op de mijn werkte.!
Ik heb Heel Goed het dorpse leven gekend En de mijnen gingen dicht,Limburg was “” Failliet”” in alles.
Ik was Toen en Nu nog een hele Trotse Koempel.!
Met Groet en Glück-Auf,
Hans Jacobs
Hallo Hans Jacobs,
Ik heb je antwoord gelezen. Veel mensen willen het slechte van iets vergeten en alleen het goede wordt onthouden. Ik heb precies gezegd wat ik er van denk en daar blijf ik bij. De oorlog maakte een situatie alleen maar erger en eigenlijk was er geen ontsnappen aan en baantjes verwisselen was onmogelijk. Bovendien, en dat was een belangrijke reden, je raakte je mager pensioentje kwijt als je weg ging. Als je een gezin had van 5 personen, daar moest zeker rekening mee gehouden worden.
Ik had de kans om naar Amerika te gaan en het was het beste dat ik ooit gedaan heb.
Hartelijke Groeten,
Harry Caubo, Florida USA.