De band met de oosterburen was eeuwenlang heel sterk. Dat Duitsland in 1940 opeens de vijand werd, was in Heerlen en de rest van de regio nogal wennen.
- Door Martin van der Weerden
Voor de oorlog voelde een bezoek aan Aken misschien nog meer vertrouwd dan een bezoek aan Maastricht. Hetzelfde plat, dezelfde humor en dezelfde manier van feest vieren. Bijna iedereen in Heerlen en omstreken had wel familie of vrienden over de grens. Dat er iets grondig mis ging in Duitsland vanaf 1933 had men wel door. Maar ernstig zorgen maken?
Toen de muur van het Joodse kerkhof in Aken voor een deel vanzelf instortte was dit voor agressieve snotapen uit de Hitlerjugend aanleiding om Joodse graven te vernielen. De NSDAP-leiding van Aken was er als de kippen bij om hier een eind aan te maken, omdat deze plunderingen een slechte indruk konden maken op “die holländische Kundschaft”. Zo slecht kon het dus niet zijn. Dat er oorlog met Duitsland ging komen, ging er gewoon niet in.
Toen die oorlog toch kwam, zat een Nieuwenhaagse dochter bij de Ursulinen in Maastricht. Toen de Duitsers binnen marcheerden, werden de meisjes verstopt in de kelder, bewaakt door een Franciscaan. Wat die had kunnen uitrichten tegen de vreemde soldaten op vrouwenjacht? Maar de Duitsers marcheerden door, die hadden verderop wel wat anders te doen.
Dit is een van de vele ontmoetingen met de Duitse bezetter die met een sisser afliep. Het leek allemaal wel mee te vallen. Maar ten gevolge van wreedheden tegenover krijgsgevangenen, het oppakken van Joden en het executeren van stakende mijnwerkers bleef van de aanvankelijke sympathie weinig over. Dat de mijnwerkers ook hun duiven moesten inleveren, als mogelijke spionnen voor de Britten, viel niet goed.
Leuke samenvatting. Jeu Schröder
Fijn geschreven stuk! Het is jammer dat er tegenwoordig nog altijd met een soort ‘walging/afgunst’ wordt gesproken over onze Duitse buren.