De complete historie van het Royal Theater te Heerlen beslaat ruim 150 jaar. Dat is dan ook de reden waarom het nieuwe boek Royal 1938-2023 van Ivo Senden maar liefst 336 pagina’s omvat, vol feiten, anekdotes, bijzondere foto’s en een chronologische geschiedenis die zich bijna laat lezen als een roman. In dat kader deelt Ivo op Heerlen Vertelt dit nieuwe verhaal.
‘De meer bekende verhalen over het bijzondere bioscooptheater en de markante oprichter Max van Bergen zijn al vaker belicht, maar minstens zo interessant is de voorgeschiedenis van Royal, alsmede de ontwikkelingen die plaatsvonden nadat de bioscoop in 2009, 71 jaar na de bouw, door de familie Van Bergen verkocht werd aan de gemeente.’
De allereerste bioscoopvoorstelling in Heerlen vond reeds plaats in 1897. Heerlen stond nog aan de vooravond van de explosieve groei als mijnstad en was met slechts een paar duizend inwoners kleiner dan Kerkrade. Er was zomerkermis en de veemarkt op het Wilhelminaplein had plaatsgemaakt voor attracties en gezelligheid. Gedurende deze dagen stond Christiaan Slieker met zijn reizende bioscoop Grand Théatre Edison in Heerlen.[i] Elke avond om half 8 stroomden de nieuwsgierige Heerlenaren naar Sliekers tent voor een voorstelling van Het Komen En Gaan Van De Sneltreinen. Terwijl de toverlantaarn de wonderlijke, bewegende beelden op het witte doek projecteerde, zorgden de pianist en de explicateur met zijn voordracht voor een omlijsting van de filmbeelden. Slieker adverteerde in de Nieuwe Limburger Koerier: “Levende photographiën weergegeven door de Kinematograaf, in natuurlijke grootte. (…) Komt allen zien, U zult verbaasd staan over hetgeen U ziet.”[ii]
Tussen 1899 en 1910 kwamen ook Albert en Willy Mullens naar Heerlen. De Nieuwe Limburger Koerier sprak in 1903 vol lof over de attractie van de gebroeders Mullens:
“We zullen met de aanstaande Paaschdagen iets hoog interessants te zien krijgen in Heerlen. Te zien en te hooren tevens. Tegenover het station heeft Alber’s sprekende bioscoop zijn tenten opgeslagen. (…) Men kent de bioscoop, die de levende beelden op het doek toovert. Wanneer men daarbij nu denkt de fonograaf, die als het ware die beelden een stem geeft, dan weet men wat een sprekende bioscoop is. Bekende acteurs verschijnen op het doek en dragen coupletten voor. (…) Wij raden eenieder zeer aan den sprekende bioscoop een bezoek te brengen. Men zal zich overtuigen, dat wat daar te hooren en te zien valt het matige entreegeld overwaard is.”[iii]
Op bovenstaande foto is het stationsgebied van Heerlen omstreeks 1905 te zien. Het station bevindt zich nét buiten de linkerzijde van de foto. Het oplopende weiland rechts op de foto maakte in 1906 plaats voor de Saroleastraat. Het is bekend dat Alberts Frères Reizende Bioscoop van 12 tot en met 14 april 1903 op een terrein tegenover het station van Heerlen stond. Waarschijnlijk is dat het grasveld dat midden-onder op deze foto te zien is. Welke Heerlenaar kon in dat voorjaarsweekend vermoeden dat 35 jaar later op ditzelfde veldje het grootste bioscooptheater van Heerlen zou staan?
Lereng van Bergen, vader van Royaloprichter Max van Bergen en zijn twee broers, stond in 1905 voor het eerst in Heerlen met zijn reizende bioscoop en wel in de zaal van hotel De Gouden Leeuw. In de jaren die hierop volgende, was het in het snelgroeiende Heerlen een komen en gaan van bioscopen. De Gouden Leeuw was de locatie waar diverse ondernemers een min of meer vaste bioscoop exploiteerden in het begin van de twintigste eeuw. Jos Franck, een exploitant uit Aken, deed dit onder de naam Theater Lebender Bilder.[iv] Willy Rach startte in 1911 met voorstellingen in de zaal van Hotel du Nord aan de Stationstraat (die thans nog steeds te vinden is tegenover het huidige politiebureau)[v] en in het nieuwe patronaatsgebouw naast de melkcentrale aan de Lindenweg (later Nobelstraat) startte in dat jaar een bioscoop die met trots Elektrische Bioscoop Heerlen werd gedoopt, maar de naam veranderde per 2 december in Eerste Heerlensche Bioscoop.[vi]
De grote belangstelling voor bioscoopvoorstellingen wekte ook de aandacht van café-eigenaar Peter Schiffers, die in eerdere jaren al zijn café beschikbaar stelde voor filmvoorstellingen van reizende bioscopen. Naast zijn zaak in de Saroleastraat (gelegen tegenover de ingang van het huidige Corio Center op de hoek Van der Maesenstraat) liet hij een zaal bouwen en opende hier de derde bioscoop van Heerlen: Union.[vii]
Hotel Du Nord, tegenover het station. Links buiten de foto bevindt zich de doorgang naar de achter het hotel gelegen zaal waar het Lichtspiel Theater voorstellingen houdt.
Intussen was er nóg een bioscoop geopend die eveneens in de Saroleastraat lag. Op de plek waar tegenwoordig de Promenade begint, lag in de jaren ’10 Cinema Royal, eigendom van Antoon Weijerhorst. Hij nam in 1919 Pierre Martens in dienst als exploitant, die de bioscoop opknapte en de naam Hollandia gaf.[viii]
De volgende bioscooplocatie in Heerlen kwam er in 1929, toen de nieuwe schouwburg aan de Klompstraat werd geopend en tevens onderdak bood aan de Schouwburgbioscoop. Dit alles vond dus plaats ruim voordat er ook maar één steen gelegd werd op het grasveld tegenover het station, waar tegenwoordig het Royal Theater staat. Over Royal, de grote bioscoop van de Roermondse gebroerders Van Bergen, is reeds een artikel verschenen, gebaseerd op Ivo Sendens boek Royal 1938-2008. Het nieuwe boek, Royal 1938-2023 werpt niet alleen een veel omvangrijker blik op de reeds beschreven geschiedenis, maar belicht ook alle gebeurtenissen na 2008. Zo ontstond er rond de eeuwwisseling een strijd tussen buurgemeenten Heerlen, Kerkrade en Landgraaf om een eigen megabioscoop. Kerkrade voorzag deze in het nieuw te ontwikkelen stadiongebied bij De Locht, Landgraaf op het terrein van de voormalige Autokino op Megaland en Heerlen aan de noordzijde van het stationsgebied. De onenigheid tussen de drie buren leidde tot zorgen bij de beoogde exploitanten, waaronder ketens Minerva en Kinepolis.[ix] Zelfs de Nederlandse Vereniging van Bioscoopexploitanten mengde zich in de strijd en omschreef de Limburgse ambities als een “volslagen onhaalbaar verhaal.” Uiteindelijk wierpen Landgraaf en Heerlen, mede onder verzet van bioscopen H5 en Royal, de handdoek in de ring, maar Kerkrade zette door, terwijl in Royal de zaken van alledag werden voortgezet en gezocht werd naar eigen manieren om de snel vernieuwende markt bij te houden. Daarvoor was wel geld nodig en exploitant Van Bergen zette gemeente Heerlen voor het blok: men kon de bioscoop van hem kopen en zodoende behouden, of hij zou uit het bedrijf stappen, waarna de bioscoop was overgeleverd aan de grillen van projectontwikkelaars, die het gebouw met weinig liefde op andere wijzen zouden exploiteren. Met enige haast ging de raad overstag en in 2009 werd Heerlen eigenaar van het Royal Theater. Met Van Bergen werd afgesproken dat hij de bioscoop nog minimaal vijf jaar zou huren en de exploitatie voortzetten.[x]
Terwijl de gemeente de Royal van buiten en binnen opknapte, gebruikte Van Bergen de opbrengst voor de aankoop van de bioscoop van zijn concurrent, die met pensioen ging. Zo werd H5 dus een filiaal van Royal en kreeg, na een grondige renovatie, ook dezelfde naam.
In Kerkrade werd ijverig gezocht naar een partij die bereid was om op het kale en kille industrieterrein bij het stadion een megabioscoop te realiseren. Onder meer Ron Sterk, directeur van Minerva, kwam kijken, liep langs het neerslachtige, moerassige gebied en besloot dat iemand wel gek moest zijn om hier een bioscoop neer te zetten. Toen zijn goede vriend Albert Jan Vos, eigenaar van Luxor Bioscopen, wel overstag ging, waarschuwde Sterk hem met de woorden: ‘Je tekent je doodvonnis.’[xi] [xii]
Ron Sterk moest later, in een gesprek met auteur Ivo Senden, lachend terugkomen op deze uitspraak. Hij was inmiddels directeur van Vue Nederland, moederbedrijf van de Kerkraadse bioscoop, die een van de meest succesvolle van het hele land was gebleken. Bij de opening van bioscoop JT Parkstad in 2013 koos het publiek massaal voor de nieuwe bioscoop en in de twee filialen van Royal Heerlen kelderden de bezoekersaantallen. Toen het huurcontract in 2014 afliep, koos Van Bergen eieren voor zijn geld en trok zich terug uit de dure, monumentale bioscoop aan het Stationsplein. Bij gebrek aan een exploitant gingen de deuren op slot en voor het eerst sinds 1938 bleef het donker in de Royal. Jarenlang werd koortsachtig gezocht naar een nieuwe invulling, waarbij gemeente Heerlen de voorkeur gaf aan filmhuis De Spiegel, gevestigd in het Glaspaleis. Daar vond men Royal in eerste instantie te groot en sloeg het aanbod af. Goede alternatieven waren er niet en intussen raakte Royal in verval. Stof, vocht en schimmel eisten hun tol, het pleisterwerk bladderde af en vandalen vonden hun weg naar de oude, lege bioscoop. Er werd een stichting Royal opgericht, die zichzelf als doel stelde om de bioscoop weer een filmgerelateerde invulling te geven. Ook vonden gesprekken plaats met JT Bioscopen. Diverse onderzoeken wezen uit dat de monumentale zaal alleen rendabel gemaakt kon worden door hem op te splitsen in twee of drie kleinere zalen. Een omstreden plan, dat werd uitgetekend en doorgerekend, maar waaraan uiteindelijk niemand de vingers durfde branden. Nadat het Britse Vue Cinemas eigenaar werd van JT Bioscopen en opnieuw opperde om Royal te exploiteren, durfde ook deze partij de oude zaal niet te verminken en trok zich noodgedwongen terug.
Heerlen hield Royal intussen aan een infuus door er incidenteel culturele evenementen te laten plaatsvinden, maar een structurele invulling kwam pas toen filmhuis De Spiegel in 2019 toch bereid werd gevonden om de grote schoenen aan te trekken. Het enthousiasme van Stichting Royal, waarin ook De Spiegel vertegenwoordigd was, sloeg over op cultuurwethouder Clemens, die op ludieke wijze verwees naar een oude – zij het niet geheel accurate – anekdote over de bouw van Royal, die 100 dagen geduurd had. Ook nu zou men in 100 dagen de Royal weer gebruiksklaar maken en heropenen voor het publiek. Dat was geen gemakkelijke opgave. De verlichting verkeerde in dramatische staat. Ieder nieuw peertje dat in de antieke fittingen werd gedraaid, begaf het binnen enkele weken weer. Stoffen bedradingen en onverklaarbare spanningspieken vereisten een heel nieuw stroomplan. Men kroop door verborgen luikjes en kruipruimtes, op zoek naar kabels en leidingen, die nooit in kaart waren gebracht. Onder het Royalbalkon lagen versleten draden vonkend en knetterend tegen elkaar te schuren, het had weinig gescheeld of Royal was in brand gevlogen. De antieke verwarmingsinstallatie, waarvan de aandrijving onderdelen uit 1899(!) bevatte, draaide nog even onverstoorbaar als altijd, maar kennis over de recent aangelegde, elektronische aansturing, was verloren gegaan. De verwarming wilde niet meer uit, waardoor de temperatuur in de zaal rond de 35 graden schommelde. Er waren verstoppingen in de riolering, met overstromingen en stank als gevolg en op de filmcabine werd asbest aangetroffen. Het enthousiasme viel gelukkig niet te temperen en op 26 oktober 2019, exact 100 dagen na de sleuteloverdracht aan Stichting Royal, kon de bioscoop weer open.[xiii] [xiv]
De agenda stroomde al gauw vol met filmvoorstellingen, filmevenementen en lezingen en niets leek de comeback van Royal in de weg te staan. Tot enkele maanden later een dodelijk virus de wereld in zijn greep kreeg, waarvoor nog geen vaccin bestond. Op zondag 15 maart 2020, om 18:00 uur, braken alle Nederlandse bioscopen noodgedwongen de lopende voorstellingen af en stuurden het publiek naar huis. De deuren gingen op slot voor de eerste COVID-19 lockdown en de volle agenda van Royal werd doorgestreept. Niemand kon op dat moment vermoeden dat de bioscopen, net als vele andere branches, terechtkwamen in een periode van meerdere lockdowns en beperkingen, in de schaduw van 8 miljoen coronadoden wereldwijd.[xv]
Medio 2022, na een succesvolle vaccinatiecampagne, kon Royal voorzichtig weer open, maar de zalen Maxim en Rivoli bleven dicht. Maxim zou gesloopt worden om het veld te ruimen voor nieuwe, noodzakelijke voorzieningen. Daar had het grote publiek geen moeite mee, want hoewel de kleine zaal over uitstekende projectie beschikte, had hij altijd in de schaduw van de prachtige, grote Royal gestaan. Dat ook Rivoli gesloopt zou worden, kon op minder begrip rekenen. Menigeen vroeg zich verbijsterd en zelfs boos af of Heerlen niets geleerd had van de periode van wethouder Hub “De Sloper” Savelsbergh en de spijt die men nadien had van het afbreken van historische panden in de binnenstad. Ingewijden wisten beter. Bouwkundig onderzoek had uitgewezen dat Rivoli, intussen 65 jaar oud, in zeer slechte staat verkeerde. De situatie was zelfs zo ernstig dat de gemeente de gebruikers van het complex onmiddellijk een verbod moest opleggen om Rivoli nog te betreden. De constructie was te verzwakt om nog langer de veiligheid van bezoekers te kunnen garanderen. Indien Rivoli niet werd afgebroken, was het een kwestie van tijd alvorens de bioscoop zelf zou instorten. Er was geen enkel scenario denkbaar waarin de twee bekende zalen behouden bleven. In februari 2023 werden de reeds leeggeruimde zalen definitief en onder grote belangstelling afgebroken.[xvi] [xvii]
De grande dame Royal bleef eenzaam maar statig achter, zoals ze er ook in 1938 bij had gestaan. Ambities om in 2025 de deuren te openen van een geheel vernieuwd Royalcomplex, staan net zo fier overeind. De kenmerkende gevel van de oude Rivoli zal daarin terugkeren, als een respectvolle blik op het verleden. Een verleden waarin het Royal Theater veel heeft meegemaakt. Drie generaties van de oude kermisfamilie Van Bergen exploiteerden de bioscoop. Royal doorstond een verwoestende oorlog en liet zich tekenen door 36 jaar mijnstof. De stevige muren boden beschutting aan onderduikers, maar ook aan zwervers en junks en meermaals zag Royal het stationsgebied en de skyline van Heerlen drastisch veranderen. Films kregen kleur, widescreen, surround en 3D. Celluloid veranderde in bits en bytes. Popcornmachines kwamen en gingen weer. Sluitingen, verval, nieuwe concurrenten en zelfs afbraak bedreigden de oude bioscoop, maar toch ging telkens het licht weer aan en stond het publiek uit Heerlen en de wijde omgeving voor de kassa. Hoe de toekomst uitziet is nog onzeker. Een artikel als dit, dat slechts enkele fragmentjes aanstipt uit het lijvige boek Royal 1938-2023 kan dan ook alleen maar eindigen met de drie woorden:
To be continued!
Royal 1938-2023 door Ivo Senden is verkrijgbaar bij boekwinkel Van der Velden Van Dam (Promenade 153 te Heerlen), Rijckheyt/Thermenmuseum (Coriovallumstraat 9 te Heerlen) en natuurlijk aan de kassa van het Royal Theater (Stationsplein 5 te Heerlen). Kijk ook in onze online ‘winkel‘ voor meer informatie.
[i] Limburger Koerier, artikel “Burgemeester v. Grunsven opent nieuwe bioscoop,” 6 mei 1961
[ii] Limburger Koerier, advertentie van Christiaan Slieker, 26 mei 1897
[iii] Limburger Koerier, artikel “Een sprekende Bioscoop,” 11 april 1903
[iv] Brief van Rach Television Film Studios, aan de burgemeester van Heerlen, 5 september 1956
[v] Limburger Koerier, artikel 21 oktober 1911
[vi] Limburger Koerier, advertentie Eerste Heerlensche Bioscoop, 2 december 1911
[vii] Land van Herle, uitgave 1996-1, “De Bioscopen van Heerlen-Centrum,” Roelof Braad, blz. 4-6
[viii] Film en het Moderne Leven in Limburg, over de Heerlense bioscopen na W.O.I, blz. 107
[ix] Intentieverklaring megabioscoop Centrum Noord, door Gemeente Heerlen en Kinepolis Group, 8 juli 1999
[x] Idem
[xi] Idem
[xii] Interview Ron Sterk, 1 maart 2023
[xiii] Idem
[xiv] Interview Jordy Clemens, 28 februari 2023
[xv] COVID-19 cijfers Wereldgezondheidsorganisatie en European Centre for Disease Prevention and Control
[xvi] Interview Jeroen Daemen, 27 februari 2023
[xvii] Interview Jordy Clemens, 28 februari 2023