In de Oranje Nassaustraat in Heerlen woonden op nummer 43 mijn opa en oma, ook wel Opi en Omi genoemd. Zij hadden een winkel in stoffen. Wij kwamen er als kinderen graag. Spelen en meehelpen in de winkel, de naalden van de grond oprapen met een magneet, kletsen met de meisjes op het atelier en op zondag in de nette kamer op de eerste verdieping braaf stil zitten. Het was de normaalste zaak van de wereld.
Sinaasappelincident
Maar achter de zorg voor de kleinkinderen en de blijdschap met ons, zat een stil verdriet. Het verdriet over een kind dat tijdens de Twee- de Wereldoorlog was verdwenen en nooit teruggekomen. Op de derde verjaardag van Prinses Beatrix, 31 januari 1941, gebeurde het. Het verzet tegen de Duitse bezetter nam verschillende vormen aan. Die dag organiseerden de studenten van de MTS in Heerlen een optocht door de stad. Zij liepen een rondje door o.a. de Oranje Nassaustraat. Bij elk straatnaambordje gooiden zij oranje sinaasappels omhoog en schreeuwden daarbij: “Boven!”. Het was een provocerende daad die door de bezetter volledig begrepen werd. Het werd niet geaccepteerd. De politie greep na enig aandringen in en Duitse soldaten werden ingezet, waaronder leden van de NSDAP. Na anderhalf uur was de rust wedergekeerd. Er werden zeven studenten opgepakt en Heerlen kreeg een boete van 100.000 gulden.
In Duitse dienst
Mijn oom, ome Jo, de zoon van Opi en Omi, maakte ook deel uit van de groep leerlingen van de MTS. Hij ging niet vrijuit. Na een tijd doorgebracht te hebben in een gevangeniscel in Maastricht, moest hij zich in Duitsland melden voor Duitse dienst. Jo was ‘Duitser’ ondanks dat hij met zijn ouders en broer en zussen al zijn hele leven in Nederland woonde. Het Nederlanderschap was door zijn vader echter nooit aangevraagd vanwege de kosten. Opi was van oorsprong Duitser, geboren in Alsdorf net over de grens. Weliswaar al een heel lange tijd in Nederland wonend en helemaal opgenomen in ons land, maar toch.
In de periode na zijn vertrek is Jo opgeleid in Berlijn en te werk gesteld in Rusland. Hij is een aantal keer terug gekomen met verlof en de laatste keer in 1943 wilde hij onderduiken. Zijn moeder was bang dat dit consequenties zou hebben voor de rest van het gezin en Jo is dus weer vertrokken. Als cadeautje kocht hij voor zijn moeder een hortensia. Uiteraard was ze daar heel blij mee. In de Oranje Nassaustraat hadden zij geen tuin, maar wel een hofje. Daar werd de plant netjes in de grond gezet en verzorgd.
Zoektocht
Bij het afscheid drukte hij zijn moeder nog eens goed tegen zich aan en spraken zij af dat zij goed voor zijn plant zou zorgen. Jo vertrok en na een tijd bleef het contact uit. Ondanks heel veel pogingen bleef het stil. De hortensia van Jo groeide gelukkig door de goede zorgen van Omi stevig verder. Mijn oma was radeloos en toen de oorlog voorbij was, werd het zoeken verder versterkt. Het Rode Kruis werd ingeschakeld en er kwamen signalen dat Jo mogelijk was overgeplaatst en ingezet bij de oorlogshandelingen in Rusland.
De andere kinderen en de winkel vroegen natuurlijk veel aandacht, maar Omi kon haar zoon toch echt niet vergeten. Volgens mijn moeder is Omi naar meerdere waarzeggers en kaartleggers geweest. De ene vertelde haar dat haar zoon in de herfst terug zou komen, de ander sprak over de maanden oktober en november. En dus hield Omi elke herfst hoop.
De hortensia verhuist mee
Mijn moeder vertelde dat zolang als de hortensia van Jo zou bloeien, er hoop was op terugkomst. Toen mijn opa en oma vanwege ouderdom besloten om te stoppen met de zaak en verhuisden naar een flat bij de Stadsschouwburg, moest er iets met de plant gebeuren. Mijn moeder groef de plant uit en deze werd meegenomen naar ons hofje, achterom bij ons huis aan de Benzenraderweg. Ook daar werd de plant goed verzorgd en bleef bloeien.
In 1970 verhuisden wij naar de Burgemeester Savelbergstraat en ook de plant van ome Jo verhuisde mee. Mijn moeder bleef de verantwoordelijkheid voelen voor de hortensia. Wij allen kenden het verhaal en wisten dat we voorzichtig om moesten gaan met de plant. Mijn moeder overleed in 1984 en mijn vader nam de zorg voor de plant op zich. Nadat hij is overleden ben ik in ons huis in de Burgemeester Savelbergstraat gaan wonen en heb ik de zorg overgenomen. Wat er ook gebeurde in de tuin, de hortensia van ome Jo moest een plek houden. Helaas was het in 2017 toch gedaan met de plant. 76 jaar nadat Jo zijn moeder verraste met deze hortensia was het helaas voorbij. Jo zou in 2017 ongeveer zo’n 97 jaar zijn geworden. In gedachten blijft hij echter leven, want bij elke hortensia in de tuin komen de gedachten aan zijn leven weer terug.
Deze bijdrage verscheen in 2019 in de tentoonstelling en bijhorende krant De Vondst Vertelt, een samenwerking tussen De Vondst , Historisch Goud (Gemeente Heerlen), Heerlen Vertelt en de inwoners van Parkstad.
Foto boven: Hans Thuis met een foto van Jo Funken. Foto: Ilvy Maijen.